Opening.
Notulen.
Ingekomen
stukken.
Openbare vergadering van de raad der gemeente Zundert op
dinsdag 12 augustus 1969 om 19-30 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig zijn de heren s P.J.Ilertens, A.Verhei jen, J.F.van Aert,
L.J.van HasselJ.P.N.Hendrickx,
A.J.lïathijssen, J.C.van Bedaf,
Th. Li .li.Valk, J.J.Koeken, V.G. Leeuw,
J.C .W.Jochemsïh.L.van der Heijden en
A.G.Hoekman.
Afwezig zijn de heren Chr.F.huijbregts (wegens vakantie) en
J.J.Pellis (in verband met het over
lijden van zijn broer).
De voorzitter opent de vergadering met het voorgeschreven
gebed.
Vaststelling van de notulen van de vergadering van 24 juni
1969-
De aangeboden ontwerp-notulen van 24 juni 1969 worden zonder
diskussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd en vastgesteld.
Ingekomen stukken en eventuele mededelingen.
De voorzitter vraagt de bijzondere aandacht voor het feit,
dat het aanvullend krediet 116.210,voor de verharding
van de weg Achtmaal-Lange Schouw is goedgekeurd (26e begro
tingswijziging 1969).
De voorzitter deelt nar.r aanleiding van het ingekomen stuk II
(brie! van Gedeputeerde Staten van Hoord-Brabant inzake het
gevoteerde krediet voor de bouw van 3 noodlokalen ten behoeve
van de St.Annaschoolalhier) mede, dat het onderwijs aan een
klas van de meisjesschool wordt gegeven in het gemeentehuis
en wel in het vergaderzaaltje links van de ingang gelegen,
hierdoor is een goede en tevens voordelige oplossing voor dit
tijdelijke probleem verkregen.
Ten aanzien van het ingekomen stuk punt IV (brief van A.Peeters,
ïlieuwmoerseweg 6, alhier en 10 anderen, houdende het verzoek
om verzachting van de eisen, welke gelden ten aanzien van de
oppervlakte van het bouwperceel bij de bouw van een bedrijfs
woning) merkt de voorzitter op, dat tegemoetkoming aan dit
verzoek het gehele beleid van ruimtelijke ordening op losse
schroeven zou zetten.
De heer van Bedaf
In ieder geval ben ik tegen het voorstel van burgemeester en
wethouders. Ik zou hier toch wel willen pleiten voor ver
zachtende omstandigheden. Wanneer een boer op 65—jarige
leeftijd op zijn perceel een woning wil bouwen mag dit niet.
Het desbetreffende perceel is in het onderhavige geval blijk
baar iets te klein.
De voorzitter:
Mag ik U even onderbreken, mynheer van Bedaf? Is het U bekend,
dat een boer van 65 jaar, die wij de rustende agrariër noemen,
met goedkeuring van Gedeputeerde Staten een woning mag zetten