dien aanzien een bepaalde vrijheid moet hebben. Wij betreuren het dan ook ten zeerste, dat niet alle door de raad vastgestelde wijzigingen van de model bouwverordening door Gedeputeerde Staten zijn goedge keurd. Wij stellen dan ook vast dat de autonomie van de gemeente sterk wordt aangetast. Steeds meer blijkt onze democratie een fictie te zijn. Weliswaar heeft de kiezer invloed op de keuze van de bestuurden, maar wanneer deze eenmaal op hun plaats zitten, wordt met de kiezers of lagere organen te weinig rekening- gehouden. Wetende dat hoger beroep praktisch geen kans van slagen heeft, menen wij wel onze zienswijze kenbaar te moeten maken. i'Iijnheer de voorzitter,wij stellen dan ook voor, dat de raad een schrijven richt aan het college van Gedeputeerde Staten met de vol gende strekking: Bij de beoordeling van de bouwverordening dezer ge meente en de eerste wijziging daarvan (raadsbeslui ten van 17 december 1968) heeft Uw college bij be sluit van 19 maart 1969, G nr. 65074, onder meer goedkeuring onthouden aan enkele bepalingen van die wijzigingsverordening. Dit houdt in, dat terzake de bepalingen van de (model) verordening van kracht zullen zijn. De raad der gemeente Zundert heeft van«Uw .genoemd besluit kennis genomen. Hij acht de bepalingen,welke door Uw college niet aanvaard werden, niet van zodanig gewicht, dat het instellen van beroep tegen Uw be sluit zou moeten worden overwogen. Ongetid.jfeld is het van groot belang, dat de onder scheiden gemeentelijke bouwverordeningen op elkaar zijn ai gestemd, waartoe de modelbouwverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een belang rijk richtsnoer was. De gemeenteraad behoort echter de vrijheid te behouden om op ondergeschikte punten een regeling naar eigen inzicht vast te stellen,mede met het oog op plaatselijke omstandigheden. Om prak tische redenen heeft de raad van de gemeente Zundert, mede op advies van de V.I.G., gekozen voor vaststel ling van de modelverordening V.N.G. met een wijziging daarvan. Uw besluit tot o.m. onthouding van goedkeuring aan enkele bepalingen van die wijzigingsverordening heeft naar het oordeel van de raad de hem bij artikel 2 der woningwet gegeven vrijheid \irel zeer beperkt. De raad heeft dan ook in zijn vergadering van 29 april 1969 zijn teleurstelling hierover uitgesproken en meent deze te Uwer kennis te moeten brengen. Dit is mijn voorstel, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Ik neem aan dat dit voorstel door Uw fraktie wordt gesteund. I-Iisschien is het goed dat ik hier aan -namens het college van burgemeester en wethouders toevoeg, dat ik het betreur dat enkele wyzigingen op - 5 - de model-bouwverordening niet zijn goedgekeurd. Bedeelde wijzigingen acht het college evenwel niet van een zodanig belang, dat zulks het instellen van beroep rechtvaar digt. Wij vinden het dan ook wel jammer, dat op gronden, welke het provinciaal bestuur het beste kan beoordelen, gedeeltelijk goedkeuring aan de desbetreffende wijzigings verordening is onthouden. Het blijft altijd een moeilijke zaak wanneer de wetgever aan de lagere overheden de be voegdheid geeft om aanvullende verordeningen te maken, doch daarbij zijn wij middels een model-bouwverordening in een bepaalde richting geschoven. Dat kan, zoals U al gezegd hebt, mijnheer Valk, een nuttige zaak zijn. Eet is namelijk van belang dat er zoveel mogelijk uniforme re gels bestaan. Haar als men dan kiest voor een plaatselijke aanpassing van de bouwvoorschriften dan is er bij de hante ring van het goedkeuringsrecht toch wel een zekere sou plesse geboden t.a.v. de keuze van het gemeentebestuur. Ik neem aan dat akkoord gaat met het voorstel van de heer Valk. Ik zou daartegen geen bezwaar willen maken. De heer Verheijen: Ik vraag me alleen of dit wel enig effect zal sorteren. De voorzitter: Dat heeft het niet. Als ik de heer Valk goed p^jrijp hij geen beroep laten instellen. Ik kan wel met instemmen dat het goed is de door hem naar voren gebrachte gedachte ter kennis van Gedeputeerde Staten te brengen. Ik ga niet zover met de heer Valk mee, dat ik zijn mening onc.er- schrijf, dat in deze de democratie wordt aangetast. Dit is een kwestie van een juridische-technische beoorde ling, waarin men wat soepeler en minder soepel kan zijn. Om te beweren dat hierdoor de democratie in gevaar komt vind ik wat zwaar. Ook het college was teleurgesteld dat niet alle voorgestelde wijzigingen zijn goedgekeurd. Ik noem U slechts een voorbeeld. V/ij hadden voorgesteld om in de bouwverordening de bepaling op te nemen, dat het toegestaan wordt in de bebouwde kom twee woonhuizen boven elkaar te bouwen. Dat is niet goedgekeurd. Ik dacht dat die vrijheid hier in Zundert met zijn bestaande be bouwing in de kom, toch wel nuttig geweest zou zijn. Indien de raad hierover zijn teleurstelling wil uitspreken heb ik hiertegen geen enkel bezwaar. Ik geloof ook wel dat het goed is om op te merken, dat wanneer men werkt met een model-verordening die wordt aanbevolen door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, dit niet zó moet worden dat persé deze gehele verordening wordt overge nomen. Er moet gelegenheid blijven om deze model-veror deningen -welke overigens zoveel mogelijk moeten worden overgenomen- aan te passen aan de eigen smaak. Dat is de strekking van de brief van de heer Valk. V/ij willen best wel werken met model-verordeningen,maar wij willen bij het gebruik van die verordeningen wel die speelruimte hebben welke ons dienstig voorkomt. Anders houdt het recht van de raad om een veror dening vast te stellen niets meer in.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1969 | | pagina 35