- 2 -
Moet of mag ik hieruit opmaken,mijnheer de voorzit
ter,dat het een raadslid zou zijn geweest .Nadat ik
hem verzekerd had dat door mij geen woord over dit
geval in de raad gezegd isantwoordde Van Tichelt
nogmaals,dat iemand van de gemeente hem had ver
teld dat dit wel het geval is geweestwaarop ik hem
uitnodigde de handopname ten gemeentehuize te gaan
beluisteren. Hierop ging hij niet in. Te schermen
met iemand van de gemeentezonder een naam te wil
len noemen, is voor de duidelijkheid niet bevorderlijk
en oncontroleerbaarmaar ik hoop,dat wanneer het
geen Van Ticnelt vertelt op waarheid berust,die
persoon zich ontpopt om deze zaak duidelijk uit de
doeken te kunnen doen. Hetzelfde verhaal dat
iemand van de gemeente genoemde bewering heeft ge
daan,heeft Van Tichelt aan een verslaggever van het
"Marktblad" bevestigd. Gelukkig kunt U en de gehele
raad bevestigen, dat door mij niets gezegd is.
Om deze zaak nog eens duidelyk te stellen,hopelijk
zullen de kranten dit ook duidelyk overbrengen,
heeft uiteindelijk de gehele raad,zonder uitzonde
ring, dit voorstel aangenomen. Er werd geen stemming
gevraagdterwijl geen enkel raadslid gevraagd heeft
dat hij genotuleerd wenste te zien,dat hy tegen dit
voorstel was. Burgemeester en wethouders kregen
voor de afhandeling van deze kwestie het* vertrouwen
van de gehele raad, zonder dat door mij persoonlyk
of door onze fractie enigs invloed in de raad is
uitgeoefend.Of waren er raadsleden die tóch tegen
het voorstel van burgemeester en wethouders gestemd
zouden hebben,indien zij van tevoren geweten hadden,
dat de meerderheid tegen geweest zou zyn
Ik dank IJ wel
De voorzitters
Er is inderdaad geen stemming gevraagd en niemand
heeft gevraagd om aan te tekenen,dat hy tegen het
voorstel van burgemeester en wethouders was; uit dien
hoofde zou ik hier dus nauwelijks op in behoeven te
gaan.
De notulen geven inderdaad zo goed mogelyk letter
lijk weer hetgeen er gezegd is. U constateert te
recht dat van enige beïnvloeding terzake op deze
aangelegenheid geen sprake is geweest. U hebt over
deze zaak het stilzwijgen bewaard.
De heer Pellis komt de vergadering binnen.
De voorzitters
Die opmerking kan ik derhalve niet gefundeerd vin
den in hetgeen hier ter vergadering besproken is.
In hoeverre iemand van de gemeente -geen ambtenaar
zijnde - tegen de heer Van Tichelt gezegd zou hebben,
dat het optreden van de heer Valk doorslaggevend
is geweest, is my niet bekend.
Maar als iemand hier in de vergadering daar meer van
kan zeggen dan nodig ik hem graag uit om het zijne
naar voren te brengen.Mij is niet bekend wie dit ge
daan heeft. Ik heb het niet gedaan en ik neem aan de
sekretaris ook niet. Ik weet niet wie dat tegen Van
Tichelt gezegd zou kunnen hebben,het is my een vol
strekt raadsel.
Wat Uw algemene opmerking over het Marktblad betreft,
ik weet toevallig dat het Marktblad moeite gedaan
heeft om deze zaak zo goed mogelijk weer te geven. De
heer Wassenaar heeft mij over bepaalde punten ophel
dering gevraagd en ik heb hem de gestelde vragen be
antwoord. Het Marktblad heeft serieus geprobeerd om
deze zaak zo goed mogelijk uit de doeken te doen.
De heer Valks
Mijnheer de voorzitter, ik neem aan dat het even geoor
loofd is dat ik de heer Pellis - die na de opening
van de raadsvergadering is binnengekomen en zodoende
hetgeen ik naar voren gebracht heb niet gehoord heeft-
de door mij vooraf op schrift gestelde woorden ter in
zage geef.
De heer Van Doremalens
Ik ben het volkomen met de heer Valk eens,dat degene
die dit gezegd heeft voor de dag moet komen,maar de
heer Valk kan de heer Van Tichelt ook vragen namen te
noemen,dat is niet meer als zijn plicht.Hij kan zonder
meer zeggen wie het geweest is.Dat vind ik consequent.
De voorzitter:
Als er niemand behoefte heeft om hierop in te gaan,
dan geloof ik dat we deze zaak hier nauwelijks kunnen
onderzoeken,laat de heer Van Tichelt dan maar namen
noemen.Het is voor U,mijnheer Valkwellicht wat onbe
vredigend dat ik U de gevraagde inlichtingen niet kan
geven.
De heer Valk:
Ik constateer alleen de feiten.
De voorzitter:
U constateert terechtmisschien kunnen we daar nog
even een streep onder zetten,dat IJ in die vergadering
omtrent dit punt niets naar voren hebt gebracht,dat
over deze zaak niet gestemd is en dat de raad zich
achter het standpunt van burgemeester en wethouders
heeft gesteld. Daar is het voor my in die vergadering
mee afgelopen geweest. Ik heb daar niets meer aan toe
te voegen. Ik neem ook'aan dat de andere heren hier
niets meer aan hebben toe te voegen. Ik zou dan ook
graag met deze opmerking dit incident willen sluiten.
Op een vraag van de voorzitter deelt de heer Pellis
mede,dat hy de op schrift gestelde opmerkingen van de
heer Valk-welke hem zoëven ter hand zyn gesteld- heeft
gelezen.