O
Opening.
Notulen.
Openbare vergadering van de raad der gemeente
ZUNDERT op dinsdag 18 maart 1969 om
14*30 uur ten gemeentehuize'.
Aanwezig zijn de heren
Th.S.M.Valk,Th.L.van der Heijden,Chr .F.Huij-
bregts, W.G.Leeuw,A.J.Mathyssen,J.F.van Aert,
P.J.Mertens,J.J.Koeken, L.J. van Hassel,
A.Verheijen, J.C.van BedafA.G. Hoekman,
J.0.W.JochemsH. van Doremalen en J.J.Pellis.
De voorzitter opent de vergadering met het voorge
schreven gebed.
Vaststelling van de notulen van de vergadering van
24 februari 1969-
De heer Valk:
Indien het mij wordt toegestaanmijnheer de voorzitter,
zou ik graag nog even stil willen staan bij het inge
komen stuk nr. VI van de notulen, te weten het verzoek
van Chr.van Hasselt om een tijdelijke vergunning voor
een gebouwde loods aan de Rutvenstraat.
Op de eerste plaatsmijnheer de voorzitterzou ik vol
gens het verslag in het "Marktblad" omtrent deze kwes
tie het volgende gezegd hebben,ik citeer letterlijk.
De heer Valk zei,dat wanneer men in de gemeente
zonder de benodigde vergunning zou laten bouwen het
hek van de dam was.Hij zou zijn cliënten dan ook maar
hun gang laten gaan."
Mijnheer de voorzitter,u,de wethouders en de gehele
raad,zullen kunnen bevestigen,dat ik over dit agenda
punt geen woord gezegd heb,hetgeen ook uit de notulen
en de bandopname blijkt. Vooral omdat het Marktblad
mijn inziens bijzonder goede en uitvoerige raadsverslagen
maakt,neem ik aan dat zij deze slipper duidelijk zal
herstellen. Uitvoerigheid en juistheid van raadsver
slagen is bijzonder belangrijk om de kiezers zo nauw
keurig mogelijk voor te lichten.
Maar er is nog een tweede puntmijnheer de voorzitter,
dat Cm verduidelijking vraagt. Enkele dagen na de vori
ge raadsvergadering werd ik opgebeld door een zekere
heer Van Tichelt,een familielid van de genoemde heer
Van Hasselt.
De heer Van Tichelt vertelde mij, dat iemand van de
gemeente hem had verteld,dat de heer Valk de doorslag
gevende persoon was in de raad ten nadele van de heer
Van Hasselt.
Ik zou gezegd hebben dat het bouwen zonder vergun
ning nooit goed kan zijn. Op mijn wedervraag
welke ambtenaar van de gemeente is dit geweest
was het antwoord "Geen ambtenaar maar wel iemand
van de gemeente".
ijanifim. 17192 n P 50