De heer Valk: Als U die 3 m. op 3«70 m. wilt brengen, dan vind ik het op zich niet erg. Er is dan toch altijd nog een welstandstoezicht, dat regelend kan optreden. De voorzitter: Ik denk aan andere gevallen, waarbij het toch wel eens gunstig zou kunnen zijn als je wat meer speel ruimte hebt. De heer Valk: Ik ben zeker voor meer vrijheid. De voorzitter: Als U een goede reden geeft om in bepaalde gevallen tot 3 «70 ni. te gaan, vind ik het wel wat overdreven om daar een aparte uitzondering voor te maken. Dan zou ik liever in het algemeen de hoogte op 3»70 brengen. De heer ^alk: Ik ga er mee accoord, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Vat die garages betreft heb ik van U een tekening gezien. Het is natuurlijk zo, dat je bij aaneenge sloten blokken nu eenmaal geen garages kunt opnemen, anders dan bij eind- of hoekwoningen. Het is een be paling, die in zekere zin ook wel wat overbodig is. De oplossing, die U heeft uitgewerkt, om via een soort ventweg met eert- richting-verkeer schuin daarop ge bouwde garages uit te voeren, lijkt mij wel aantrekkeli Ik geloof niet, dat we daarvoor het plan nu zouden moet aanpassen. In voorkomend geval zouden we daar wel willend tegai^jver kunnen staan. Ten aanzien van Uw opmerkingen over de breedte van de diverse wegen zou ik er op willen wijzen, dat het nodig is de nodige parkeerruimte te verschaffen. Ik kan U zinder meer niet verklaren, waarom niet alle wegen in eenzelfde geringere breedte zijn ge projecteerd; daarvoor zouden we het plan op tafel moeten leggen, als dat wilt en dan zouden we moeten bezien, welke straten meer verkeer te verwerken zou den kunnen krijgen. Ik kan U wel verzekeren, dat wij er geen behoefte aan hebben bredere straten aan te leggen dan nodig is, omdat iedere meter meer breedte meer geld kost. Ik dacht, dat er in dat opzicht wel naar een minimum gezocht is. Je kunt van de andere kant niet iedere straat in een bestemmingsplan op de absolute minimumbreedte brengen, omdat je dan geen enkele allure meer in het plan hebt en ook de mogelijkheid verliest om hier en daar eens wat verkeersstroompjes op te vangen, waar je met name ook in de toekomst rekening mee zult moeten houden. Ik zou niet graag op Uw opmerkingen erg diep ingaan. Ik geloof, dat we het plan in dat opzicht in zijn - 9 - algemene allure niet moeten aantasten. Het heeft toch al de neiging om minimaal te zijn. De heer Valk: Ja, mijnheer de voorzitter, dat is wel waar en goed, de een zal het anders doen dan de andere, maar als ik in dat plan zo maar eens een enkele straat neem, dan vraag ik me af of het op deze manier moet, waarbij ik me er van bewust ben, dat de planologische dienst parkeerruimte zal eisen. Als men in een bepaalde-wijk zo maar één straat op neemt van 6 m met daarlangs een parkeerstrook ter breedte van 6 m en langs de andere straten geen par keerruimte creëert, dan vind ik dat minder gelukkig, liet zal wel de bedoeling zijn met die diepte de auto's dwars op de straat te laten parkeren, maar ik vraag me af of het niet beter zou zijn een strook van 2 m te lag.gen en dat dan langs drie straten te doen. Ik ben het graag met U eens, dat men niet overal het zelfde moet maken en dat men enige speelsheid in het plan mag leggen,maar dit had naar mijn mening anders gekund, maar ik wil geen bezwaar maken. Ik wilde het alleen even opmerken, daaraan de vraag verbinden of dit de juiste methode is. De voorzitter: Hou, ik vind, ook de ruime mogelijkheid van garage- bouw in het plan in aanmerking' nemende, de gekozen differentiatie zeker acceptabel, zonder te willen stellen, dat zij de enig- mogelijke zou zijn. Ik vind haar bepaald niet slecht. Er zit een zekere klassering in die straatindeling, waardoor je wat drukkere en wat minder drukke straten gaat krijgen. Ik vind het eigen lijk wel verstandig, dat je de drukkere straten wat ruimer opzet en de andere wat minder breed maakt, omdat je dan ook duidelijk de verkeersadertjes aangeeft. De heer Valk: e komen in een wel heel technisch vlak, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: liet wordt een griezelige zaak, maar dit was toch wel een goed argument, dacht ik, om bepaalde straten dui delijk als verkeersader aan te geven en aan te kleden. Dat is bepaald verkeerstechnisch gezien ook, gezond. De heer Valk: ik ben het met Uw redenering wel eens, maar deze pro jectie is met Uw argumenten niet goed te maken. Zonder hoofdelijkestemming wordt dan het op initi atief van de he r Valk geamendeerde voorstel aange nomen. gflmsom 171(h) it p 50

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1967 | | pagina 86