Opening.
Notulen verga
dering 22 aug.
1967.
Ingekomen stuk
ken;
mededelingen.
upenoare vergadering van de raad der gemeente lundert,
op dinsdag 17 October 19^7 om 19-30 uur ten g meente-
huize
Aanwezig zijn de heren
J.C. van Bedaf, J.J.Koeken, A.G.Hoekman,
Th.S.M.Valk, A.J.Mathijssen, W.G.Leeuw,
Th.L.v.d.Heijden, A.Verheijen, J.F.van Aert,
L.J.van Hassel, Chr.F.HuijbregtsH.van
Doremalen, J.C.W.Jochems, en J.J.Pellis.
Afwezig is de heer P.J.Mertens
Voorzitter is de heer MrA.F.CL.Kievits
Secretaris is de heer L. C. L. Luijckx.
Je voorzitter opent de vergadering met het voorge
schreven gebed en heet allen welkom.
1 - Vaststelling,van: de notulen van de vergadering van 22
augustus 1967-
Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden de
aangeboden ontwerp-notulen goedgekeurd en ongewijzigd
vastgesteld.
2 - Ingekomen stukken en eventuele mededelingen.
De voorzitter:
Allereerst een enkele mededeling. De heer Mertens
heeft gevraagd hem vanavond te willen verontschuldi
gen in verband met het tragisch overlijden van zijn
broer. IJ weet, dat deze een van de slachtoffers is
van dat vreselijk ongeval in Stampersgat. Het lijkt
mij goed, dat wij hier onze deelneming betuigen met
de nabestaanden van de slachtoffers. Ik heb dit uiter
aard reeds namens het gemeentebestuur gedaan. Het is
een heel vreselijk ongeluk en het heeft overal een
diepe indruk gemaakt.
Dan heb ik nog een mededeling van meer zakelijke aard.
U zult zich misschien al hebben afgevraagd, wat die
lieftallige jongedame naast de heer Oostvogels hier
doet. Het is aldus. Op de afdeling bevolking is een
vacature ontstaan', waarin wij moesten voorzien.
Om op die plaats een ambtenaar te krijgen, van wie we
mogen aannemen, dat hij zich in korte tijd de materie
eigen maakt en van wie we ook mogen verwachten, dat
hij niet nadat hij zich enigszins heeft ingewerkt -
weer verdwijnt, hebben wij gemeend niet beter te kun
nen doen, dan de heer Oostvogels op die plaats te be
noemen. Hij is benoemd tot adjunct-commies A ter se
cretarie en is dus bode af. We hebben ook geoordeeld
de functie van bode niet meer te moeten laten vervul
len.
Ssmsem. 17192 11 p 50