- 24 -
En ik moet U eerlijk zeggen,dat mij dat ook wel tegen de
haren ingaat,omdat de bouw in de Rutven nagenoeg hetzelfde
karakter heeft als de woningwetbouw,namelijk woningen voor
gewone mensen met een gewone beurs.
Ik vind het daarom in principe ook helemaal niet een ple
zierige zaak om de woningwetbouw extra te gaan bevoordelen
om haar te kunnen realisenn. Maar we zitten nu eenmaal
met de noodzaak in zekere mate die sociale woningbouw
te plegen en die huurwoningen te bouwen. We kunnen daar
moeilijk van buiten,omdat we nog een lijst van 150 woning
zoekenden hebben. Dan word je wat minder principieel.
De vraag blijft overigens of we de zaak rond krijgen omdat
altijd nog te bezien staat of we aan de curvé-prijs voor
de bouw kunnen komen. Hiervoor houden we een openbare
aanbesteding. Het is best mogelijk,dat het een fiasco
wordt.Laten we aannemen, dat het ons gelukt deze 32
woningwetwoningen te bouwen,dan is dat nog maar een
druppel op een gloeiende plaat,gezien het aantal woning
zoekenden. Daardoor krijg je dan toch weer wat andere ge
dachten over deze zaak. Je moet dan toch in ieder geval
proberen die woningewetoningen te bouwen,omdat dit in het
algemeen de zwakste categorieën raakt en gebeurt ten be
hoeve van de mensen,die het geld niet kunnen opbrengen
om een eigen woning te bouwen.
Differentiëren is niet leuk,maar onvermijdelijk.
Wat de verkoop aangaat zou ik Iqet volgende willen stel
len. De man, die in een woningwetwoning zit, waaronder
extra goedkope grond ligt, heeft gedurende de tijd, dat
hij die woning bewoont doordat de grond goedkoper is
minder huur te betalen.Dat werkt in verband met de hier
bij gehanteerde afschrijvingstermijn van 75 jaar niet zo
sterk door. Als het huis verkocht wordJ ,dan krijgt de
betrokkene op dato eigenlyk het verschil van de werke
lijke prijs en de door de Minister gefixeerde in handen.
Dat zou als argument om niet te verkopen kunnen worden
aangevoerd.
Op dit moment is het niet mogelijk die extra grondkosten
door te berekenen bij de verkoop van woningwetwoningen.
De Minister staat niet toe ,dat er een hogere grond
prijs wordt berekend dan die,welke hij destijds bij de bouw
heeft geaccepteerd.Maar het is mogelijk, dat daarvoor
later toch wel weer oplossingen gevonden worden.
Ik zou mét U geen bezwaar tegen verkoop zien als die
hogere grondprijs zou kunnen worden meegenomen bij
verkoop. Overigens moet je wel bedenken, dat er,zelfs
als je die grondprijs niet zou kunnen meenemen en dat
geld inderdaad ergens zou blijven hangen, omdat de koper
het verschil niet opbrengt ,dan toch argumenten zijn,
die er voor spreken om het huis toch te verkopen,
omdat we er in de eerste plaats op uit zijn het eigen
woningbezit te bevorderen,wat de ideële kant van de
zaak is en vervolgens omdat het ook zakelijk gezien
wel eens voordelig kan zijn om tot verkoop over te
gaan om bepaalde bijdragen in het onderhoud te ontlopen,
wat uiteraard zeker voor een oudere woning geldt.
- 25 -
De heer Valk:
Mijnheer de voorzitterdat zijn natuurlijk wel argumenten,
maar dat neemt niet weg,dat de particulier met de kleine
beurs,die in dit plan ook nog zal bouwen als hij de kans
krijgt een in vergelijking tot wat die kopers moeten beta
len een heel dure grondprijs moet opbrengen. Dat is on
juist.
De voorzitter:
Inderdaad is het tegenover die mensen een bevoordeling
van de bewoners van de woningwetwoningen.Maar van de andere
kant kan er dan toch nog wel aanleiding zijn om in die
sektor ,waar de mogelijkheid daartoe aanwezig is, iets te
doen. Bij premiebouw kan dat nu eenmaal niet. zult het
toch met me eens zijn, dat je moet komen tot een zodanig
grondbeleid,dat je voor een redelijke prijs een woning kunt
bouwen. Ik geef onmiddellijk toe,dat het onmogelijk is,
maar daarheen zou het eigenlijk moeten .We kunnen het niet
en ik zie in deze zaak ook geen uitkomstalthans voor
lopig niet,dat moet ik eerlijk zeggen. Ik weet ook niet hoe
dat zou moeten gaan. We zien het toch wel als gewenst dat
we er iets aan zouden kunnen doen. Zouden we mogelijkheden
zien om het te doen,dan zouden we die aangrijpen,dat zult
U mij onmiddellijk toegeven, neem ik aan. Maar we kunnen nu
alleen maar iets doen ten aanzien van woningwetwoningen
en dan moeten we ook gaan zover we kunnen. Dat is dus
een andere benadering van de zaak. Ik wil niet zeggen,dat
die absoluut juist is,maar er zijn aan deze zaak verschil-
lende facetten.
De heer Valk:
Mijnheer de voorzitterdie grondprijs voor de woningwetwo
ningen is een kwestie waarmee Zundert en meerdere gemeen
ten zitten en ik weet,dat U en de gemeente daarover de
nodige vechtpartijen heeft geleverd met de provinciale
direktie of misschien wel met Den Haag,maar het probleem
is nog steeds niet de wereld uit. Maar ik stel me ergens
voor,dat we een keer moeten gaan doorvechten. Het is
onjuist - en ik neem aan dat U en iedereen dat onjuist
vindt - dat de woningwetwoningen niet anders gebouwd
mogen worden dan op grond,waarvoor de prijs op een laag
bedrag is gesteld en dit met kunst- en vliegwerk en ten
koste van een ander. Dat vind ik positief een onjuiste
zaak
De voorzitter:
U kunt het ook nog anders stellen.Ik wil U dan nog wel
bijvallen.Als je die grondprijs niet kwijt kunt op een andere
manier,dan betekent dat,dat je geen woningwetwoningen
kunt bouwen,hoewel je dan in stedebouwkundig opzicht een
aanvaardbaar plan hebt omdat je de grondprijs niet op het
door de Minister vastgesteld niveau kunt brengen.