- ia - De voorzitter: Ja, inderdaad,maar niet in de zin,zoals ik "bedoelde. De wielerclub"Fortuna"heeft om subsidie gevraagd.Dit verzoek is pas onlangs binnengekomen en is nog in be handeling. Nu we het er toch over hebben,wil ik wel eens weten hoe U over deze zaak denkt.Deze club telt natuurlijk ook een antal semi-profs onder zijn leden» De heer Hoekman: Het zijn allemaal amateurs en nieuwelingen. De voorzitter: Het is goed dit te weten,dan kunnen we daarmede reke ning houden. Als de kleedlokalen inderdaad zo slecht zijn,dan zou den ze moeten worden opgeknapt. De heer Hoekman: Dank U wel mijnheer de voorzitter. De voorzi tter: Het woord is aan de heer Van Doremalen. De heer Van Doremalen: De heer Hoekman heeft mij het gras voor de voeten weggemaaid.Ik wil echter ook nog eens benadrukken,dat de kleedccomodatie op het sportpark uitermate slecht is.Vooral de wasgelegenheid laat te wensen over. Haar U heeft beloofd hieraan aandacht te schenken, dus ik vertrouw,dat dit in orde zal komen. Voor het overige hebben wij dit boekwerk bestudeerd, doch het is voor ons als nieuwelingen moeilijk te be oordelen. Er zullen mogelijk wel fouten gemaakt zijn in het verleden,maar dat overkomt iedereen. Wij danken het college in ieder geval voor hetgeen het in het belang van de gemeente Zundert heeft gedaan. De voorzitter: Ik dank U wel mjjnhae: Van Doremalen. Ik ben blij,dat U de zaak van deze positieve kant wilt benaderen. Gaarne dan nu het woord aan de heer Verheijen. De heer Verheijen: Mijnheer de voorzitter,op de eerste plaats mijn com pliment voor de begroting.Het is een prachtig stuk werk geworden.We hebben dit in het verdere verleden niet altijd zo uitgebreid voorgelegd gekregen,maar de manierwaarop de begroting de laatste jaren uit gewerkt wordt, kan niet anders dan onze grootste bewondering verdienen. En daarom mijnheer de voorzitter,een compliment aan het adres van de samensteller en zijn assistenten voor dit prachtig werk. Mijnheer de voorzitterwanneer ik in herhaling zou treden,dan zij mij dat vergeven,maar wij menen Uw volle aan dacht te mogen vragen voor de verbetering van de buiten wegen.Het is een oud stramisywe weten het,mijnheer de voorzitter, en we weten ook,dat het ten zeerste in de ber langstelling van het college staat.Maar we hebben hier nog zoveel slechte wegen,dat dit probleem gerust eens via de notuelen van onze vergadering onder de aandacht van Gedeputeerde Ftaten gebracht mag worden,niet omdat i|c het hier stel,maar omdat het een wezenlijk probleem is. In dit verb and, mijnheer de voorzitterzijn wij gelukkig met het voorstelvermeld onder punt 15 van de agenda. Ik vraag ook graag Uw volle aandacht voor de verbetering en het onderhoud van de waterlossingsn,voor zover deze on der het beheer van de gemeente vallen. Het is ons bekend, dat er onderhandeld wordt om al deze waterlossingen over te dragen aan het waterschap"De Aa of Weerijs" ,maar zolang dit zyn beslag nog niet heeft gekregenzullen wy diligent moeten zijn terzake. Kunnen deze verbeteringen en die van de zandwegen niet bestemd worden voor werkobjekten voor werklozen.Ik ben hier zeer voorzichtig en ik plaats er onmiddellijk de woorden "eventueel" en "mogelijk" bij. Ik hoop uiteraard dat de werkloosheid over zijn hoogtepunt heen is en dat wij binnenkort in deze gemeente geen werklozen meer zullei} hebben. Mr ar wanneer dit onverhoopt anders zou blijken te liggen,dan zou dit een mogelijkheid kunnen zijn,waarbij ik dan terzijde denk aan een eventuele overheidssubsidie. Al wat we aan subsidie zouden krijgen is dan winst en we zouden daarmede dan ook nog de goede sociale zaak dienen. Dan verdient onzes inziens de uitbreiding van de straat verlichting in de buitenwijken nog steeds de aandacht en tevens en evenzeer de uitbreiding van het gasnet. Nu het middelbaar- en hoger onderwijs door de opheffing van het seminarie Wernhoutsburg uitvaltverdient het zeker de volste aandacht om de betrokkenen,die met pro blemen komen zitten hierdoorwaar het mogelyk is hulp te bieden.En daarom vragen wij ook daarvoor Uw speciale aandachtwant dit is voor de betrokkenen toch wel een zeer pijnlijke situatie geworden en dit betekent voor de gemeente een groot verlies. Laten we diegenen,die de moed opbrengen en de capaciteiten hebben om het middelbaar en hoger onderwijs als studierichting te kiezen,zoveel moge lijk van gemeentewege van dienst zijn. Dit zyn enkele punten van ons verlanglijstjedat uiteraard nog veel meer bevat.Het is,naar wy uit de begrotingscy- fers kunnen afleidenonnodig alles naar voren te brengen, omdat wy konden vaststellendat onze wensen de aandacht van het gemeentebestuur hebben. Daarvoor zyn wij U erg erkentelyk.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1967 | | pagina 35