- 10 - 7 - de kleedlokalen op het sportpark vragen om een verandering. Wanneer deze op een kundige manier in orde worden gebracht zal men de opmerking Jongens, wat hebben jullie een prachtig sportpark,maar de kleed lokalen annex wasgelegenheid zijn een waardeloze boel" niet meer horen. Mijnheer de voorzitterik wilde deze punten in het bij zonder onder Uw aandacht brengen. Ik dank U. De voorzitter: Mijnheer Hoekman,U moet natuurlijk wel in de gaten houden,dat er voor de sportverenigingen een ver scholen subsidie zit in de aanleg van de sportvelden, waarbij meestentijds de figuur zo is,dat de vereniging het veld huurt en een subsidie krijgt,om daarmede de huur te betalen.Dat is gelet op de kosten van aanleg van zulke velden al een behoorlijk bedrag.Nu kan ik U niet direkt zeggen,wat er op deze manier aan subsidie in de begroting inzit; dat zou ik wel kunnen becij feren,maar ik neem aan,dat dit niet Uw bedoeling is. U kunt zich cverigens de orde van grootte van deze be dragen wel voor stellen. Uw verwijt, dat er aan de subsi dies voor de sportverenigingen niet genoeg gedaan zou zijn is maar ten dele gerechtvaardigd,omdat er in de sfeer van de aanleg van voetbalvelden en straks ook met de bouw van een zwembad aanzienlijke bedragen op tafel moeten komen. Vooral dit laatste is een zeer kostbare zaak. Ik zou willen stellen,dat wij wel dege lijk aan de sport ruime bedragen ten koste leggen. In hoeverre de subsidies op dit moment hoog genoeg zijn,is een vraag die U natuurlijk kunt stellen. Ik dacht ,dac wij redelijke voorstelden hadden gedaan. Maar als verenigingen bepaald duidelijk aantoonbare moeilijkheden hebben,dan zijn wij altijd bereid om daar omtrent nog eens een nadere bespreking te hebben. Wij zullen dan in ieder geval moeten uitgaan van een reële begroting en van reële tekorten.V/ij zullen daar bij zeker niet kunnen ingaan op algemene wensen tot subsidieverhoging,die niet op cijfers gebaseerd zijn. De kruisboogverenigingen komen aan bod via de 10e wijziging van de begroting 1967»die thans mede aan de orde is. Het is my niet bekend of "De jonge athleet" een verzoek om subsidie heeft ingediend. De heer Hoekman: De laatste 2 jaren niet meermijnheer de voorzitter Een jaar of drie geleden heeft D.J.A. een aanvrage gedaan; de vereniging telde toen 6 jeugdleden en 40 senbren. Voor deze 6 leden kon toen aanspraak gemaakt worden op 1,50 subsidie per lid. De geringheid van dit bedrag heeft de vereniging doen besluiten dit subsidie te weigeren. Ik weet niet of men daar goed aan gedaan heeft,maar zo is het in ieder geval gebeurd. De voorzitter: 6 juniores is natuurlijk ook niet zo geweldig veel. De heer Hoekman: Dat geef ik toe,maar het was destijds ook een vereniging in opkomst. De voorzitter: Hoeveel juniorleden zijn er nu. De heer Hoeman: Er zijn 40 senior- en 50 tot 35 juniorleden. De voorzitter: Laat men zich den opnieuw tot ons wenden. Als men niets vraagt kunnen wij toch ook moeilijk gaan subsidiëren. U\^ voorstel om in de door U bedoelde gevallen de verma kelijkheidsbelasting terug te geven in de vorm van subsi die lijkt mij een moeilijke zaak,omdat dit belastingtech nisch niet mogelyk is. Het lykt my wel normaal,dat de verenigingen zich bij het organiseren van evenementen behoorlijk afvragen wat ze denken te gaan incasseren.Wanneer zich dan daarbij cala miteiten voordoen,dan zouden we nog eens verder kunnen zien. Maar normale tegenvallers moeten ze kunnen incas seren bij een gezond financieel beheer. Het voorstel gaat in ieder geval naar mijn inzicht nogal ver om het zo stante pede over te nemen.Ik zou dat lie ver niet willen doen. De voetbalverenigingen willen wij graag steunen. Ik heb een gesprek gehad met het bestuur van de Zundertse club. Dat is een heel aardig gesprek geweestwaarbij bepaalde wensen naar voren gekomen zijn,die wy,hoewel daaraan nog niet tegemoet gekomen,zeker niet van ons hebben af geworpen.Wij hopen van deze desiderata een groot deel te kunnen verwezenlijken. Maar dat gesprek is van betrekkelijk recente datum ge weest, zodat ik van een en ander nog moeilijk iets con creets kan zeggen. Met name is gevraagd om een soort van alleenrecht op hun veld,een punt,dat nogal zwaar woog. De heer Hoekman: Ik heb mijn pleidooi niet willen beperken tot de Zundert se vereniging; er zyn nog veel meer clubs in de gemeente De voorzitter: Ik heb nog maar met een ervan contact gehad;van de an dere heb ik nog niets gehoord. De heer Pellis, wethouder: Van Achtmaal toch wel.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1967 | | pagina 34