- 6 -
Aangaande de winkelbouw hier achter het gemeentehuis
kan ik U zeggen,dat deze zaak niet zonder moeilijkhe
den zal verlopen,in die zin,dat sedert het concipiëren
van dat plan de algemene conjunctuur is omgeslagen,
waardoor verwacht moet worden dat het realiseren van
een aantal winkeleenheden niet in dat Tempo zal ver
lopen als wij aanvankelijk hadden gehoopt.
Wij hebben ons dienaangaande al voorlopig verstaan met
de koper van die grond en daarmede zijn wij nog niet aan
een eind.Wij hebben wel op de verschillende consequen
ties van onze verhouding gewezen.
Het nieuwe uitbreidingsplan zullen wij eerstdaags kunnen
voorleggen aan de commissie ruimtelijke ordening,waarna
behandeling in de raad kan volgen.
Over de zaak Nelemans kan ik U mededel en,dat intussen
is gereedgekomen een concept van een in verband hierme
de noodzakelijke wyziging van het uitbreidingsplan ter
plaatse. Ik kan er U bij vertellendat ik aanstande
donderdag met de heer Nelemans over deze aangelegen
heid een gesprek zal hebben.
In hoeverre de kosten in deze zaak te laken zouden
kunnen zijn wil ik nu in het midden laten.Dat zal nader
bekeken moeten worden.
Ik geloof,dat ik hiermede op al de punten,die IJ hebt
aangeroerd ben ingegaan. Wilt U hierover nog'iets
zeggen
De heer Valk
Op een enkel puntmijnheer de voorzitter.
Ik wil inderdaad niet teruggrijpen op het verleden.
Maar wij hebben vergeefs gezocht naar het verband tus
sen het feit dat de begroting sluitend is en de op
merking,dat in het verleden een goed financiëel be
leid is gevoerd. Ik zie dit niet.Ligt dat aan mij of
kunt U dat onderschrijven.
De voorzitter:
Dat ligt er maar aan wat je verstaat onder een ge
zond financiëel beheer. Als je er mee bedoelt,dat je
de beurs dicht moet houden om tot een sluitende be
groting te komen, dan is die gezondheid maar zeer
betrekkelijk.Maar als je een aantal taken hebt uitge
voerd en dan toch nog het evenwicht tussen de in
komsten en de uitgaven hebt weten te bewaren dan
geloof ik,dat je inderdaad van een gezonde finan
ciële situatie mag spreken.
De heer Valk:
Ik zie dat niet mijnheer de voorzitter .Er kan ver
band tussen zitten,maar zonder het gehele finan
ciële beleid van het verleden te willen afkeuren,
dacht ik toch niet dat het sluitend zijn van de be
groting 1967 zonder meer inhield dat in voorgaande
jaren een goed beleid gevoerd is. Ik vergelijk het
maar even met een huishouden.Er kan in een bepaald jaar
met geld worden gesmeten en het volgend jaar kunnen de
inkomsten en uitgaven toch weer gelijk zijn. Tooh is er
in het eerste jaar een wanbeheer geweest.
De voorzitter:
Haarmijnheer Valk,als U nou in het verleden een enorme
reeks afbetalingsverplichtingen zou hebben aangegaandan
zou U dat natuurlijk ook in de volgende jaren blijven
merken en dan zou U dus kunnen zeggen,dat het financiëel
beheer in de voorgaande jaren niet goed is geweest.
V/ij bedoelen het zo te stellen,dat er een beleid is ge
voed, waarbij rekening is gehouden met de financiële moge
lijkheden op langere termijn,waarbij de mogelijkheden zijn
benut,maar waarbij die zaak niet is overtrokkenDat is
dan een gezond financiëel beheer.Ik wil niet zeggen,dat
dit altijd opgaat,maar het kan en wij menen,dat zulks in
dit geval inderdaad zo is.
De heer Valk:
Ik meen te mogen stellen,mijnheer de voorzitterdat we,
als er op bepaalde punten een beter financiëel beleid
gevoerd zou zijn,nu een batig saldo zouden hebben gehad.
De voorzitter:
Dat valt met die batige saldi nogal mee.Daar kom ik
straks nog op.
Het is natuurlijk voor mij verschrikkelijk moeilijk daarop
in te gaan.Je kunt gaanredeneroials er toen dat en dat
was gebeurd, dan hadden we nu zoveel gehad.Heeft dat nu
bij deze begroting wel veel zin.
De heer Pelliswethouder
Er klopt iets niet in de redenering van de heer Valk.Hy
baseert zich op een enkel feit,dat de Albouw ook inschrijft
met een andere Zundertse aannemer.En op grond van dat
ene feit gaat hij concluderen,dat de bouw van het gemeen
tehuis 350*000,-- goedkoper had kunnen zijn. Ik vind
dat niet juist mynheer de voorzitter.En ik zou ook zeg-
genjdat de heer Valk een klein beetje voorbarig rede
neert,nu hij het beleid van het vorige college op deze
gronden gaat afkeuren.
De voorzitter:
Ik dank ÏÏ.Maar ik krijg de indruk, dat de heer Valk by zijy
opmerkingen duidelijk enigszins chargeerde en een verge*
lylcing gemaakt heeft,die hij zelf ook niet in al zijn con-,
sequenties zou willen doortrekken.Met het feit,dat een
Zundertse aannemer bij de aanbesteding van - mag ik raden
de boerenleenbank 20 lager lag dan de Albouw-Koepel
wil de heer Valk in het algemeen zeggen,neem ik aan,dat
we als we voor het gemeentehuis een Zundertse aannemer
gehad zouden hebben, goedkoper uitgeweest zouden zijn.
Ik kan me niet voorstellen,dat de heer Valk zich aan het
percentage van 20 concreet wil binden.