- 22 -
Dit kan een oneerlijke concurrentie te weeg bren
gen* Uit dien hoofde vind ik deze gang van zaken
te betreuren.
De voorzitter: Ten aanzien van de christelijke be
ginselen kan ik U zeggen, dat wanneer hier de win-
Ukels nooit op zondag zouden zijn open geweest, het
öollege dan ook zeker niet met een voorstel in die
richting gekomen zou zijn. We hebben te maken met
1 èen bestaande situatie, die met name ook geinspi-
t-berd wordt door de toestand aan de overkant van
de Belgische grens-. In België is men toch ook wel
de Christelijke beginselen toegedaan en daar heb
ben we een openstelling op ruime schaal,. Dit is
historisch zo gegroeid. We zouden ons toch wel aan
een gevaarlijke afweging gaan schuldig maken als
we gaan stellen, dat openstelling op die en ,die
ufen wel en op andere tijden niet toelaatbaar zou
zijn. Ik geloof, dat we in dit opzicht niet over
principes moeten praten, Ik zeg nogmaals, als
deze regeling niet zou hebben bestaan, dan had U
zeker geen voorstel van deze strekking hebben be
hoeven te verwachten. De raad heeft overigens
zelf aan de zondagsopenstelling nog verruiming
gegeven. Noch in het voorstel van burgemeester
en wethouders, noch in het advies van de Kamer
van Koophandel wordt de zondagssluiting gepropa
geerd. Dat de winkels open zijn op die dag is al
tijd erkend en dat is een gegeven, waarmee -we te
maken hebben. Ik ben het met U eens, dat als je een
bepaalde opvatting over de zondag hebt, dan moet
je daaruit de consequentie trekken, maar de ge-
gevendheid van de bestaande verhoudingen mag. je
toch wel degelijk in je oordeel betrekken. Wat
de gelijkstelling voor de winkels voor de gehele
gemeente betreft, moet ik er op wijzen, dat fei
telijk de rijksweg met de daarop uitkomende stra
ten het voorberechte gebied is.
- 23 -
Nu geef ik U wel toe, dat de oude verordening, die wij
dus willen laten herleven, een niet al te duidelijke om
schrijving geeft, vanwaar mijn opmerking, dat ik me niet
aan een interpretatie waag. Dat neemt niet weg, dat deze
regeling is goedgekeurd en kan gelden, wanneer we maar die
wijzigingsverordening intrekken. Dit heeft het voordeel,
dat we op een bestaande regeling terugvallen, die men al
jaren kent en toepast en waartegen dan wel bezwaren mogen
zijn, maar dat zijn bezwaren, die ook met het nieuwe be
sluit niet weggenomen zouden zijn. Deze halh zaak is aan
de gang gekomen door het verzoek van de middenstand om de
winkels op zondag te sluiten en daar is uitgekomen, ook
van de zijde van de Kamer van Koophandel, dat dit niet
aanvaardbaar is en dat de winkels in ieder geval een be
paalde tijd open moeten zijn, omdat dit nu eenmaal eco
nomisch van groot belang is voor die bedrijven.
De heer van Dorenmalen: Wij zitten al een jaar of vijf in
Zundert en steeds is die kwestie van de winkelsluiting aan
leiding tot onenigheid geweest,Telkens nieuwe enquetes,maar
nooit een oplossing.We zien niets anders dan concurrentie
en haat en nijd. Hét gaat tegen zekere personen. He
alleen maar afgunst, dat die man een goede zaak heeft.
Men heeft mij persoonlijk gezegd, dat het niet tegen mij
gaat. Het gaat tegen hem en hij moet dicht. Dat klopt toch
niet. Ik zou zeggen, handhaaf de oude regeling van 1956
Hiertegen is nooit bezwaar gemaakt ook niet van de winke
liers die achteraf zitten. Uit de enquete blijkt, dat
laatstgenoemden allemaal willen sluiten. De winkeliers
van Achtmaal en Klein Zundert willen sluiten. De meerder
heid van de neringdoenden langs de rijksweg willen open
blijven.
De voorzitter: Het is ontzettend moeilijk om uit de mid
denstand een gemeenschappelijk standpunt te krijgen over
deze zaak. De Kamer van Koophandel heeft terzake een en
quete gehouden en heeft bij het uitbrengen van advies ook
rekening gehouden met^ verlangers van de winkeliers aan de
rijksweg, die hun winkel willen openhouden en daarvoor
goede redenen hebten.
-O B
Soasem. 17192