f
- 18 -
Mijne heren,
Het is allerminst mijn bedoeling geweest U met dit over
zicht een uitputtende opsomming te geven van alle feiten,
die zich in het afgelopen jaar hebben voorgedaan. Ik
hoop er echter wel in geslaagd te zijn IJ met het aan
stippen van de belangrijkste data van 1966 een inzicht
te hebben gegeven van wat er bereikt is in de achter
ons liggende periode.
En als goede bestuurders moeten we ons dan niet te lang
meer in het verleden verdiepen, maar ons oog richten op
de toekomst, die ons ongetwijfeld opnieuw met een aantal
problemen zal confronteren.
Laten we onze krachten bundelen om zodoende de belangen
van de gemeente Zundert ook in 196? °P beste wijze te
kunnen dienen.
Moge God ons zijn onmisbare zegen daartoe schenken.
De raad geeft met applaus blijk van zijn instemming met
de uitgesproken nieuwjaarsrede.
De voorzitter stelt aan de ordes
1 - Vaststelling van de notulen van de vergaderingen van
3 december 1966 (1a) en van 15 december 1966 (1b).
Daar geen der leden het woord of stemming verlangt,
worden de ontwerp-notulen geacht ongewijzigd te zijn
vastgesteld. De voorzitter dankt de notulist voor de
samenstelling.
2 - Ingekomen stukken.
De voorzitters Ik heb allereerst een mededeling. In
een vorige vergadering heeft de heer Van Hassel ge
vraagd of wij eens wilden nagaan of er aanleiding zou
bestaan tot instelling van een commissie in verband
met de uitvoering van de bijstandswet. Deze zaak is
nog in studie. Wij zullen zo spoedig mogelijk een
nota terzake aanbieden, dan wel een voorstel voor
leggen.
Notulen 3 en
15 december
1966.
Ingekomen
stukken, A
- 19 -
Intrekking (ged.
wijziging 14
juni 1966 winkel
sluitingsveror
dening.
Daar geen der leden ten aanzien van de door burgemees
ter en wethouders met betrekking tot de ingekomen
stukken gedane voorstellen het woord of stemming ver
langt, worden deze geacht te zijn aangenomen.
3 - Voorstel van burgemeester en wethouders tot gedeelte
lijke intrekking en wijziging van de bij besluit van
de raad van 14 juni 1966 vastgestelde wijziging van
de "Verordening krachtens de artikelen 3 en 11 van de
Winkelsluitingswet 19 5 "1
De voorzitter: Mijne heren, de winkelsluiting. IJ weet,
dat in een vorige vergadering een verordening is vast
gesteld, die althans wat betreft de openstelling op
zondag, onderworpen is aan de goedkeuring van de Kroon.
Van" de Minister van Economische Zaken is bericht ont
vangen, dat deze verordening enige opmerkingen oproept.
In het U toegezonden voorstel heeft U hiervan kennis
kunnen nemen. Burgemeester en wethouders menen dat aan
deze ingewikkelde zaak althans voorlopig het beste een
einde kan worden verkregen, door dat wijzigingsbesluit
in te trekken en daardoor de bestaande regeling te laten
herleven. Wij hebben daarover uitvoerig onze gedach
ten laten gaan en ik zou deze gedachtengang even willen
schetsen. Er was destijds een ontwerp van burgemeester
en wethouders om de openstelling - en ik spreek nu
alleen over de zondagssluiting - te beperken tot
een periode van 8,00 tot 19«00 uur voor de winkels aan
de Rijksweg enz, en van 8,00 tot 12.00 uur voor de
overige winkels. Dat is door Uw raad zodanig ver
anderd, dat de eerstgenoemde tijden, zouden moeten gal
den voor de gehele gemeente. Hiertqgen heeft de Minis-
ster bezwaar gemaakt, zulks op overweging, dat af
wijking van de zondagssluiting alleen mogelijk is op
grond van plaatselijke omstandigheden.
De bewindsman merkt op, dat de bijzondere omstandig
heden, die gelden voor de rijksweg enz. niet aanwezig
zijn voor de overige straten. Dat heeft tot gevolg,
dat het bedoelde besluit niet voor goedkeuring vat
baar is.
S<™gm 17192 11