47H d v /•V, - 6 - Be heer Valk Ik handhaaf mijn voorstel. Het is geenszins mijn Bedoeling om een van ons candir daat te stellen. Ik beklemtoon de noodzaak van een waarnemend'we thoudei omdat anders de heren met zijn beiden moeien- uitmaken: wie loco-burgemeester wordt,wat ik in principe onjuist vind Ik handhaaf daarom mijn voorstel. Ik wil daarbij ineens het voorstel lanceren daarvoor de heer Van Bedaf in aanmerking te doen komen. De voorzitter: Allereerst dient vastgesteld te worden of Uw eerste voorstel door twee anderen ondersteund wordt,Ik wil het wel ondersteunen. Be heer Peilis Ik ook. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan het voorstel aangenomen. Be heer-Valk Ik stel voor de heer Van Bedaf als waarnemend wethouder te benoemen. Hij is het langstzittend lid. De heer Pellis De heer Van Bedaf is een middenstander. Ve hebben in het college een agrariër en iemand uit onder wijskringen, Ik acht er alles voor om een midden stander hier een kans te geven. De heer Van Doremalen s Ik stel ook de heer Van Bedaf voor. De voorzitter laat tot stemming overgaan na er op gewezen te hebben, dat de stemming vrij is. In het stembureau benoemt hij opnieuw de heren Koeken en Pellis,die hun benoeming aanvaarden. Het stembureau stelt vast,dat 14 stembriefjes zijn ingeleverd. Uitgebracht zijn op de heer Van Bedaf 12 stemmen, een blanco stem en een ongeldige stem,zodat de heer Van Bedaf benoemd is. De heer Van Bedaf verklaart zijn benoeming aan te nemen en spreekt als volgt Ik zal trachten in vrede met alle groeperingen de belangen van de gemeente te behartigen. Ieder lid kan d_e problemen die zich voordoen aan mij voorleggen.Ik zal deze dan in het college naar voren brengen. - 7 - Sluiting. De voorzitter Ik hoop dat de gekozenen hun beste krachten zullen geven voor de belangen van de gemeente en we zullen zien,wat zij in de ^volgende periode klaar maken. Niets meer te behandelen zijnde sluit de voorzitter de vergadering met het voorgeschreven gebed. DE RAAD VOORNOEMD de^&eJoretarisde voorzitter, lo St/Kr T~ S"msaa- 17192 ii

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1966 | | pagina 82