- 12 - Ik hek de indruk, mijne heren, dat wij deze aangelegen* heid ongetwijfeld toch enigermate moeten verzach ten, om dat woord maar te gebruiken. Ik geloof ook, dat het op het ogenblik zo is, dat men niet kan zeggen, dit is nu een particuliere weg en deze mensen moeten dus zelf maar voor die verharding gaan zorgen. Ik geloof, dat"Uw raadcfeze aangelegenheid zo zal moeten behandelen, dat wanneer de eigenaren van deze particuliere weg bereid zijn om volledig mee te vlerken om deze weg aan de ge meente over te geven - want dat is uit de aard van de zaak wel een eerste eis, want anders kun je er niet op doen, wat de gemeente er eigenlijk van moet maken - en wanneer al de particulieren daartoe zouden meewerken, een dergelijke weg ongetwijfeld voor verharding in aan merking zou moeten komen. Ik laat nog even in het midden en ik wil ook niet vooruitlopen op het standpunt van de commissie openbare werken, welke wegen allereerst aan de orde moeten komen en ik kan me indenken dat zo a commis sie zou zeggen, ja, die openbare weg gaat boven die par ticuliere weg of die particuliere weg gaat boven die openbare weg. Maar ik zou dit in wezen dus in het totale beeld willen zien en dus eigeplijk het onderscheid tussen openbare en particuliere wegen zoveel mogelijk willen weg vagen, mits er medewerking is dus van de eigenaren van deze particuliere Ytegen. Heren, dit is een noodsituatie mag ik haast wel zeggen, die ër in onze gemeente ligt. Wij zijn nu eenmaal een agrarische gemeente. Wij moeten er onze hele gemeente op instellen om juist een goed agrarisch en een goed woon- en leefklimaat te scheppen. Y/ij mogen nu eenmaal geen in dustrie hebben. En deze gemeente zal dus alles op alles moeten zetten om deze agrarische sector van de voordelen van verharding zoveel mogelijk te laten profiteren. V/ant wanneer wij hier de agrarische teelten - en dan noem ik op de eerste plaats het zachtfruit en ik noem ook de groenteteelt en ik noem daarbij ook de boomkwekerijen - zoveel mogelijk willen helpen bevorderen/_om te trachten de middelen aanwezig te doen zijn om het de mensen mo gelijk te maken om hun teeltplannen op de agrarische gronden uit te oefenen. Wij moeten prat gaan op onze agrarische gemeente» En daarom ligt hier een grote zorg om tot verharding van wegen te komen en daardoor aan deze onhoudbare toestand een einde te maken. Mijne heren, daaruit is dit voorstel geboren. Dit voor stel, dat wij toch wel met enige schroom gedaan hebben in verband met de belastingverhogingen, die er aan vast gekoppeld zitten» Maar wij meenden toch Uw raad dit voor stel te moeten doen om enigszins verlichting te krijgen in onze wegen. De heer van der Heijden: Mijnheer de voorzitter, ik ben blij met dit voorstel over die wegenverbetering. Maar ik vind toch, dat minstens de ontwatering hieraan moet voorafgaan. dan zal het noodzaak zijn voor het openbaar bestuur - 13 - Want wanneer wij een goede ontwatering^ hebben, dan zul len inderdaad vele landwegen al direct ^en betere condi tie verkeren. En ja, nou is dit geen verwijt of enigs zins een zacht verwijt, laat ik het zo zeggen, een paar maanden geleden is dat rapport al in handen gesteld van burgemeester en wethouders van die commissie ontwatering. En wij hebben daar inmiddels nog weinig van gehoord. Dat zou aan de raad voorgelegd worden en nou ben ik maar bang, dat waar regelmatig van week tot week en van maand tot maand.alles omhoog gaat en ze misschien wel teveel gelegenheid krijgen om de zaak te bedenken en te praki- zeren, ze het misschien straks wel, uit hun eigen hoofd zetten.' Ik zou zeggen, kan dit niet zo gauw mogelijk af gewerkt worden, want dit is niet"alleen voor landwegen van belang, maar zelfs verharde wegen lijden nog onder die hoge waterstand. Want er is aangehaald b.v. de Oude Baan. Maar werkelijk, daar is ook de waterstand te hoog en daar zou misschien nog wel iets op te vinden zijn, temeer nog omdat daar een perceel grond tussen ligt van de gemeente' waar misschien nog wel een afvoersloot tussendoor gemaakt zou kunnen worden. Dus in verband daarmee zou ik zeggen, is het niet nodig, dat dat rapport zo gauw mogelijk eens ter hand gesteld wordt aan de raad. Y/anneer we een betere ontwatering krijgen, dan was er bij de behandeling van de notulen misschien niet zo. een ge kibbel geweest over dat voetbalveld. Want ook wanneer dat goed ontwaterd is, zou dat ook misschien een heel beetje beter zijn. En daarom, ik voor mij sta er heel sterk ach ter, maar toch zeker dat we hier die ontwatering niet moeten vergeten. En in werkelijkheid, ja, die gelden moeten er toch komen. Krijgen ze die niet, ze werken door. En dan zal straks toch wel de gemeente er voor moeten op draaien. Ik doe het tenminste niet. Dus hoeven we niet meer langer pit te stellen. Het is misschien iets, dat we zeggen, ja, een mooie raad, ze maken maar posten, pos ten, posten,, maar dit moet er toch komen. Dus ik zou zeggen, .probeert U a.u.b. zo gauw mogelijk. En dan weet ik zeker, dat het de bedoeling is van heel de commissie om dit zo gauw mogelijk te bewerkstelligen. Want het zijn niet alleen de wegen, maar we zullen in het voorjaar wanneer we een beetje zon krijgen ook zien, dat er veel aardbeienpercelen naar de bliksem gaan. Er zijn er die nou al weg zijn, maar er zullen er werkelijk nog veel bijkomen. En dat betekent inkomsten voor Zundert. De voorzitter: Dat zachte verwijt wordt zelfs een flu welen handschoen, want het ligt zo. Dit rapport is ge stuurd naar het waterschap om te verzoeken of dit er mee kan instemmen, wat door de commissie is voorgesteld. Willen we dit in de raad kunnen behandelen, dan zal eerst het waterschap zich. accoord moeten hebben verklaard. Dit antwoord hebben wij van het waterschap tot op heden nog niet gehad. V Samsam. 17192 II

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1966 | | pagina 40