Dat zulks zo lang duurt doet hem vermoeden dat een en ander speciale moeilijkheden geeft. Hij meent, dat de raad de verantwoordelijkheid heeft.. Hij wil daarom behandeling van en stemming over uit verzoek. Het zal voor burgemeester en wethouders misschien ook ge makkelijker liggen als de raad zich heeft uitgespro ken,.. Hij verzoekt daarom de voorzitter om te laten stemmen of dit stuk in behandeling kan komen. De voorzitter repliceert, dat het geen zin heeft een zaak die niet voldoende is voorbereid en waaromtrent burgemeester en wethouders derhalve nog geen voor stel kunnen- doen, in behandeling te nemen. Daar komt nog bij, dat ook de Kamer van 'Koophandel gehoord moet worden. Hij bestrijdt, dat de duur van de voorbereiding lang zou zijn, in aanmerking nemende, dat er verschillende instanties over deze zaak geraadpleegd moeten worden. Zo is er ook een gesprek geweest met de voorzitter en een van de andere bestuursleden van de midden standsvereniging. De tijd is echter nog niet vol doende geweest om alle betrokkenen te horen. Op dit moment kunnen burgemeester en wethouders nog geen voorstel doen en dan heeft discussie geen zin. De heer Pellis kan het met de voorzitter eens zijn, dat het misschien niet mogelijk is tot een uitein delijk besluit te komen. Het lijkt hem echter voor burgemeester en wethouders gemakkelijker en mis schien tijdbesparend als de raad zijn standpunt zou kenbaar maken. De voorzitter wijst er op, dat de raad geen oor deel uitspreken kan, zolang zij het advies van de- Kamer van Koophandel niet heeft ontvangen. Dit zou een omgekeerde handelwijze zijn. Hij verklaart zich gaarne bereid na afloop van de vergadering nadere inlichtingen hierover te verstrekken. De heer Pellis verzoekt dit nu te doen. De voorzitter zegt, dat dit niet kan, omdat burgemeester en wethouders nog geen voorstel kun nen doen. De raad zou burgemeester en wethouders van nalatigheid kunnen betichten, omdat dit stuk in deze vergadering nog niet ter behandeling is aangeboden. Maar zo ligt het toch niet en dat zal ook de bedoeling van de heer Pellis niet zijn. De heer Pellis bevestigt dit. De voorzitter benadrukt nogmaals, dat de zaak nog niet behandelingsrijp is, wat straks zal blijken. Zonder hoofdelijke stemming worden dan de door burgemeester en wethouders ten aanzien van de ingekomen stukken gedane voorstellen aangenomen. Aanbieding be grotingen 1966, 3 - 3 - Aanbieding van de gemeentebegroting 1966 met de daarbij behorende begrotingen van de aangewezen takken van dienst De voorzitter: Ja, mijne heren, als U dit boekdeel ziet in de kleur van vandaag met de ondertrouw van onze kroonprinses met Claus von Amsberg en U ziet daar de dikte van, dan blijkt wel dat U daaraan nog de nodige studie zult moeten wijden om deze zaken voldoende te kunnen bekijken en beoordelen. U heeft daarbij ook nog een geleidenota met beschouwin gen gekregen, waarin de financiën van de gemeente uit eengezet zijn. Ik wil met Uw goedvinden even iets uit deze algemene beschouwingen lichten, om het misschien hierdoor voor iets gemakkelijker te maken om een volkomen indruk te krijgen over de wegen en de waterlossingen. De wegen en de waterlossingen vormen een probleem, dat de laatste tijd overal speelt en dat in zijn belangrijkheid nog is toegenomen door de geweldige wateroverlast, die we de laatste tijd gehad hebben. Het wegenprobleem spreekt zowel op rijks en provinciaal als op gemeentelijk ni veau. Door de steeds toenemende omvang van het verkeer en de veranderde wijze in de afwikkeling daarvan wordt een aan de eisen des tijds aangepast wegennet een steeds dringender noodzaak. Zo is het ook met de verharding van onze zandwegen. U heeft uit dit stuk kunnen lezen hoeveel kilometer in de loop der jaren reeds verhard zijn, waaruit U zult hebben kunnen concluderen, dat we in deze gemeente niet onte vreden mogen zijn. Maar ik begrijp ook volkomen de wens van zeer velen om binnen de kortst mogelijke tijd aan een verharde weg te zitten. Wanneer U inzage heeft ge nomen van deze beschouwingen, dan is U gebleken hoeveel kilometers er verhard zijn en voor hoeveel een verhar ding nog gewenst zou zijn. Dit zijn nog 35 km particu liere en 27 km gemeentelijke wegen. Ook het college van burgemeester en wethouders wil zo spoedig mogelijk als de financiën dit toelaten tot verdere verharding over gaan, Ik zou daarbij echt toch met het oog ook op het verleden wel voorop willen stellen, om wanneer een weg in aanmerking komt om verhard te worden en men heeft daarvoor niet voldoende medewerking of een zodanig mede werking, dat er over het afstaan van een klein stukje grond een paar jaar geconfereerd moet worden, deze wegen op de eerste plaats maar achterwege moeten laten, want dan blijkt toch de noodzaak niet zo erg groot te zijn. Dit geldt nog meer voor de particuliere wegen. Dit zijn immers uiteindelijk wegen, die door de belanghebbenden zelf onderhouden zouden moeten worden, wat blijkt on voldoende te gebeuren. Wanneer deze door de gemeente wor den overgenomen, dan zou het ontegenzeggelijk zo moeten zijn, dat men deze particuliere wegen op de gewenste breedte practisch gratis aan de gemeente afstaat. Wan neer het de desbetreffende eigenaren zo weinig waard is, dat er over de overdracht maanden en maanden onderhan deld moet worden, dan geloof ik, dat we moeten zeggen: deze wegen zullen misschien nog wel eens in aanmerking komen, maar dan op de laatste plaats. Samsam. 17192 xr

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1966 | | pagina 17