-12- nijnheer de voorzitterburgemeester en wethouders zul len eens ruim m- jaar,nadat een Zundertse gegadigde de gemeente plannen voorlegde om een winkelcentrum te doen bouwen,adviezen in gaan winnen omtrent een winkel- '-centrum. Ik zou haast zeggen, ra,ra hoe kan dat lliet alleen verloren jaren mijnheer de voorzittereen Zunderts bedrijf werd tegengewerkt het particulier initiatief werd de kop ingedrukt.Een nu nog te realiseren winkelcentrum t.o.v. 1961 - schrik niet- kost minstens 6O7'0 duurder. Mijnheer de voorzittermogen wij misschien ook weten wat het contact met een terzake deskundige van de win kelcentra voor burgemeester en wethouders heeft op geleverd Wie was die terzake deskundige heeft die soms burgemeester en wethouders geadviseerd de grond niet aan de Zundertse gegadigde te verkopen maar aan de Albouw combinatie K.B.M. Mynheer de voorzitter inmiddels kwam er een huishoude lijke vergadering van de gemeenteraad, na een gehouden raadsvergadering,zeer vermoedelijk voor burgemeester en wethouders om de raad te peilen,over betreffende grondverkoopTwee schetsplannen werden aan de raad getoond; een van januari 1962 ingediend door het Zundertse bedrijf en een van ca.3jaar later van een Bredase gegadigde.Be voorzitter liet zo'n beetje doorschemeren,dat hij het plan van de Bredase ge gadigde aantrekkelijker vond.. Ik liet toen direct horen,dat de plannen niet vergeleken konden worden. Het plan van ie Zundertse gegadigde was van januari 1962 en op andere leest en voorschriften geschoeid dan het andere plan. Be gemeentelijke voor schriften waren inmiddels gewijzigd. Enfin in die huishoudelijke vergaderingen lieten praktisch alle raadsleden weten,dat zij de grond het liefst aan een Zundertse gegadigde zouden zien overgedragen. Met deze gevoelens van de raad die overduidelijk ken baar gemaakt waren konden burgemeester en wethouders het doen. Zij waren er wellicht niet gelukkig mee. Be reden blijft nog steeds onduidelijk,maar deze zaak bleef vermoedelijk daarom weer lange tijd hangen. Een bedenkelijke en verwarde zaak mijnheer de voor zitter. IJ moet mij niet kwalijk nemen dat er bij mij als bij anderen gedachten Werdén opgeroepen die ik hier nog niet wil stellen,maar deze zaak eist duidelijkheid. Be Zundertse gegadigde hoorde weer lange tijd niets meer,totdat de krant een raads-agenda publiceerde, niet een agendapunt Voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van de nodige besluiten inzake het winkelcentrum achter het gemeentehuis inhoudende o.a.verhoging en vaststelling van de betreffende grondprijs. Op deze publikatie heeft de Zundertse gegadigde zich dan maar eens tot de gemeenteraad gericht. Wij ontvingen het volgende schrijven waarbij de corres pondentie met de gemeente gevoegd was. de brief luiddes Mede in verband betreffende het voorstel van burge meester enwethouders der gemeente Zundert tot wijziging van de prijsvad stelling voor de bouwgrond voor winkels aan de Markt te Zundertvragen wij Uw aandacht voor de navolgende punten s 1 - Sinds 28 november i960 is door ons aangevraagd deze grond aan ons te verkopen, in oktober 19°1 werd door ons een door de heer architect v.d. Meirakker te Breda schetsplan volgens de toen liggende bouwvoorschriften ingediend en hierom trent tot 23 december 1964 contact met het ge meentebestuur onderhouden. 2 - Bat wij thans nog bereid zijn voor dit objekt de door de raad vast rce stellen grondprijs te betalen. 3 - Bat wij bereid zijn alle voor dit perceel vastge stelde bebouwingsvoorschriften en alle eventuele wensen die het gemeentébestuur hieromtrent zou mogen hebben,willen nakomen. 4 - Bat op onze telefonische vraag,wie de bouwgrond verkooptkregen wij van de gemeente het antwoord, dat wanneer de raad de grondprijs heeft vastgesteld dat tevens inhoud,dat deze grond door burgemeester en wethouders zonder de raad verkocht zou worden. 5 - Bat wij U verzoeken,zodanig te beslissen,dat wij in aanmerking kunnen komen deze grond aan te kopen. Mijnheer de voorzitter,duidelijk wil ik nog even punt 3 uit voorgelezen brief onderstrepen. Be Zundertse ge gadigde verklaarde zwart op wit dat hij bereid was alle voor dit pand vastgestelde bebouwingsvoorschriften en alle eventuele wensen die het gemeentebestuur hierom trent zou hebben na te komen. Mijnheer de voorzitterdit punt heeft zich in de raads vergadering van 23 november 1965 afgespeeld,ik zou de beraadslagingen uit de notulen kunnen voor.: ezen,maar dat zijn nog eens 9 kantjes vol. Ik wil U deze besparen, ieder raadslid kent zemaar enkele delen willen wij er toch uitlichten. Bit is dan een stuk uit de notulen van die vergadering. Eerst heb ik even gesproken over de vaststelling van die bouwgrondprijs en toen kwam de kwestie over ue grond. Ik vervolgde toen aldus s "Het is ons bekend mijnheer de voorzitterdat na vast stelling van de grondprijs de verkoop-bevoegdheid - aan burgemeester en wethouders behoort.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1966 | | pagina 104