- 10 -
Een bouwbedrijf als aanvrager,is ook een vorm van in
dustrie met veel werknemersdie aan bet werk gehouden
moeten worden.
Dit laatste was tussen haakjes mijnheer de voorzitter,
Per brief van 28 november 1960 werd door betreffend
bouwbedrijf op zyn eerder gedaan verzoek voor aankoop
van betreffende grond een nadere toelichting gegeven.
Niet eerder dan na enkele telefonische informaties
kwam pas een antwoord van de gemeente per brief vah
20 april 1961, 5 maanden later mijnheer de voorzit
ter; waarom 5 maanden later Is dit medewerking voor
een eigen bedrijf dat onze werknemers aan het werk
moet zien te houden
Niet alleen 5 maanden later kwam het antwoord,maar dan
de inhoud van deze brief s
Burgemeester en wethouders schreef toen s
In antwoord op Uw schrijven van 28 november 1960 be
treffende aankoop van bouwgrond,gelelegen aan de ver
bindingsweg Katerstraat -Gaspar Damstraatdelen wij
mede dat het thans nog niet mogelijk is de grond te
verkopen.Met Uw aanvraag zal te zijner tijd rekening wor
den gehouden.
Doze laatste zin van het schrijven gaf aanvrager toch
enige hoop,maar achteraf blijkt geen rekening met hem
gehouden te zijn.
Te zijner tijd mijnheer de voorzitter, een rekbaar begrip
Na veev telefonische informaties van aanvrager werd
hij geen steek wijzer en vroeg op 12 oktober 1961 nog
maals schriftelijk om betreffende grond en stelde
daarin tevens de vraag of burgemeester en wethouders
het misschien wenselijk vonden een schetsplan over te
leggen.
Mynheer de voorzitterer werd helemaal geen schetsplan
gevraagd.U gaf in Uw argumentatie aan, dat de plannen
vergeleken zijn.
Dus dat mag naar mijn mening -nogmaals- geen argument
zijn.
Weer pas 5 weken later gaf burgemeester en wethou
ders per brief van 17 november 1961 aan aanvrager
het volgende antwoord:
De aan de N.W.-zijde van het Margriet van de Laerplein
gelegen bouwgrond wensen wij niet in zijn geheel aan
één koper over te dragen.
Mijnheer de voorzitter waarom hier weer 5 weken
wachten en waarom maakten burgemeester en wethouders
in dat schrijven bekend,dat zij de grond niet in zijn
geheel wensen te verkopen,terwijl nu toch de grond
in zijn geheel aan een koper verkocht is.
Direct heeft de Zundertse gegadigde Burgemeester en
wethouders geantwoord per brief van 21 november 1961
en burgemeester en wethouders gewezen op de laatste
zin uit zijn schrijven van 28 november 1960,waarin
gegadigde vroeg om de resterende grond te kunnen
kopen.
Aanvrager kon wachten en blijven wachten; niets gebeur
de er.
De tijd verstreek.
Zonder dat aanvrager antwoord kreeg op zijn vraag ge
steld in zijn brief van 12 oktober 196l,liet hij op
eigen risico toch maar een schetsplan maken door een
architect uit Breda,welk plan hij aan de gemeente
deed toekomen.
Mynheer de voorzitter de gemeente liet niets meer van
zich horen,in geen jaren; telefonische informaties kon
den ook geen duidelijkheid brengen.
Waarom een dergelijke gang van zaken ?Is deze niet fel
afkeurenswaardig Waarom en nogmaals waarom is in
deze zo gehandeld.
Het geduld van belanghebbende werd wel op de proef
gesteld.
Hier vroeg een Zunderts bedrijf om medewerking aan de
gemeente,om werk,niet alleen voor zich zelf maar ook
voor zyn werknemers.
Maar elke medewerking bleef uit.
Drie jaren waren voorbij gegaan.Belanghebbende schreef
op 18 november 1964 - 3 jaar later mijnheer de voor
zitter - nogmaals aan burgemeester en wethouders een
brief met de volgende inhoud s
Naar aanleiding van Uw brief van 20 april 1961 betref
fende aankoop grond,gelegen aan de vérbindingss-straat
Katerstraat - Caspar Damstraatwaarvoor wij U destijds
een schetsplan deden toekomen en U ons toezegde met
onze aanvraag rekening te houden, zouden wij graag van
U vernemen of dit thans reeds in een stadium is gekomen
dat hiervan grond kan worden verkocht. Bij gunstig be
richt zouden wij gaarne de aankoopprijs hiervan vernemen.
Mijnheer de voorzitter is deze verloren 3 jaar voor de
gemeente nog niet lang genoeg geweest om een besluit
te kunnen nemen. Waarom niet Wat zat er toch alle
maal tussen? Het gemeentehuis De aannemer van het
gemeentehuis
Het wordt raadselachtig mijnheer de voorzitter.
Burgemeester en wethouders gaven per brief van 23 de-
dember 1964 aanvrager het volgende antwoord
De kwestie van de bouw van een winkelcentrum aan de
achterwand van de Markt is bij ons college reeds ge
ruime tijd onderwerp van intern beraad. Alvorens een
beslissing te nemen op Uw verzoek om de hiervoor aange
wezen bouwgrond te kopen,willen wij ons nog door een
terzake van de planning van winkelcentra deskundige,
waarmede inmiddels contact is gezocht,doen adviseren.
Zo spoedig mögelijk ontvangt U nader bericht.