- 8 -
De heer Pellis, wethouder.'
Mijne heren collegae leden van de raad.Zoals weet
hebben wij eens nagegaan,-waar de nieuwe burgemeester
zou,kunnen wonen.
Het college van burgemeester en wethouders mepen onge
veer de-mening van de gehele raad op dit stuk te ken-
Burgemeester"en wethouders hebben uitgezien,wat er zou
kunnen gebeuren.
Op de eerste plaats is daar de.huidige ambtswoning.
Deze is nog niet vrij.Bovendien zullen daaraan volgens
deskundigen zoveel voorzieningen en verbeteringen aan
gebracht moeten worden,dat het financieel onveran
woord zou zijn daaraan vast te houden.
Toen is.overwogen een woning te kopen. Daar bij is. ge
dacht aan de woning van de heer. Lombarts.Bit is
echter gestrand op de hoge vraagprijs en de overweging
dat ook dan nog verschillende voorzieningen getröiien
zouden moeten worden.
Zodoende zyn we tot de conclusie gekomen,dat er maar
een mogelijkheid was,en dat is een nieuwe woning en
deze wel zo spoedig mogelijk.
Dat is de reden, dat ik hier even het woord neem.
Ik zou willen vragen dit punt te behandelen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders is een
krediet van 10.000,-- beschikbaar te stellen voor
het treffen van voorbereidingen voor de bouw van een
nieuwe ambtswoning voor de burgemeester en voor het
maken van een plan daarvoor.-
Geen der leden het woord of stemming verlangende
wordt dit voorstel geacht te zijn aangenomen.
De voorzitter:
Dan heb ik hier nog een punt,dat aan de orde komt
van de heren "Valk,Leeuw en Van der Heijden.Deze
heren willen de volgende vraag behandeld .zien
Welke redelijke en voor de raad aanvaardbare mo
tieven rechtvaardigen" het besluit van burgemeester
en wethouders van 22 juni van dit jaar om de^gron
■achter het gemeentehuis»hestemd voor het oprich
ten van winkels,te verkopen aan de firma bouwcom
binatie Albouw-K.,B.M. te Breda en waarom kwam de
eerste gegadigde, een Zunderts bouwbedrijf niet~xn
aanmerking.
Het huidiger college heeft getracht na te gaan welke
motiveringen het vorige college geleid hebben hier-
by. Wy hebben het volgende bevonden.
Zoals U bekend is waren er twee plannen,een van
de heer Havermans,van de architect van de Meïrakkex
en een ander van de Koepel-Albouw van de.heer
Van Dael.
U heeft deze plannen- in een huishoudelijke verga
dering gezien.
Krediet plan-
kosten nieuwe
ambtswoning
burgemeester
Interpellatie
heren Valk,Leeuw
Leeuw, en Van
der Heijden
inzake verkoop
grond winkel
centrum;
motie van af
keuring beleid
vorige college
burgemeester
en wethouders.
- 9 -
Het college meende,mede gelet op de ervaring,die de
bouwcombinatie Albouw-K.B.ll. had in het maken van
winkelcentra en mede gelet op de grotere aantrekke
lijkheid van het door die bouwcombinatie overgelegde
plan, dat stuk grond achter het gemeentehuis aan die
bouwcombinatie ter beschikking te moeten stellen.
Ik zou van de vragenstellers willen vernemen of zij
naar aanleiding van hetgeen ik gez<gl heb nog iets in
het midden willen brengen.
De heer Valk:
Mijnheer, de voorzittereven terugkomend op Uw voorlo
pige argumentering,als ik het zo noemen mag,ben ik van
nening, dat het plan als zodanig zeker niet aan een
vergelijking mag worden onderworpen.Op de eerste plaats
is het eerste plan ingediend in 1962, in januari en
het andere, plan ongeveer drie jaar later.Dat laatste
plan is ontworpen naar de inmiddels in de loop van die
jaren gewijzigde voorschriftendie daar ter plaatse
werden gesteld.
Maar mijnheer de voorzitter op de eerste plaats spijt
het ons zeer, dat ik U in Uw eerste raadsvergadering
als voorzitter moet confronteren met beleidspunten
van het vorige college van burgemeester en wethouders.
Aangezien elk raadslid zich bewust critisch in de ge
meenteraad dient op te stellen en wij ons daarvan ter
dege bewust zijn,moeten ook wij dat doen; zeker mijnheer
de voorzitterdeze critische blik mag niet ontaarden
in criticasterij en moeten wij zeker onderscheid weten
te maken tussen wat wel en wat niet de moeite waard
is om te behandelen.
Eveneens betreuren wij het dat wij niet meer in de ge
legenheid waren om deze kwestie te stellen in het
vorige college van burgemeester en wethouders.
De door ons naar voren te brengen kwesties zyn ons
pas bekend geworden, nadat het vorige college van
burgemeester en wethouders is heengegegaan.
Dit neem toch niet weg mijnheer de voorzitter,dat wij
geen recht meer zouden hebben te weten welke motie-
■ygn tot bepaalde besluiten hebben geleid;temeer nog
daar nog een lid van het vorige ooilege ook nu zit
ting heeft in het college van burgemeester en wethou
ders.
Pas in oktober 1966 is ons bekend geworden,dat bij be
sluit van burgemeester en wethouders van 22 juni 1966
de grond achter het .nieuwe gemeentehuis ie verkocht
aan de bouwcombinatie Aj^cuw-K.B.M,te Breda,terwijl
een eerste Zundertse gegadigde niet in aanmerking is
gekomen, Deze correspondentie tussen de gemeente en
deze gegadigde is volledig in het plaatselijke Markt-
blad gepubliceerd.
Hu ruim 6%r jaar geleden - deze tijd van 6-g- jaar wil ik
even duidelijk onderstrepen - is door een Zunderts
bouwbedrijf aan de gemeente gevraagd om de betreffende
grond achter het gemeentehuis te kunnen aankopen.
Samsam. 17192 n