m - 2 - De voorzitter deelt mede,dat het in zijn voornemen ligt over enige weken in een informatieve vergadering het ge hele grondprobleem te behandelen»Daarbij zal met behulp van kaartmateriaal aangegeven worden,welke gronden nog beschikbaar zijn en welke gronden voor uitbreiding zijn aai gekocht.De voorraad bouwgrond is inderdaad erg beperkt. Het ondervindt in verband met de kleine kavels en de vele onderhandelingen,die hierover gevoerd moeten worden moei lijkheden enige reserve te vormen. Tengevolge van het in tensieve gebruik', dat van de grond voor- tuinbouwdoeleinder gemaakt'wordt,liggen de schadevergoedingen erg hoog,wat weer resulteert in een hoge bouwgrondprijs De heer Pellis vraagt of in dit overzicht ook Achtmaal er Wernhout betrokken zullen -worden. Hierop antwoordt de voorzitter bevestigend. De heer Pellis informeert verder of de uitmonding van de Oude Baan op de rijksweg verlegd zal worden. Wethouder Koeken repliceertdat dit niet het geval zal zijn. De heer Van Aert gaat in op het verzoek van het Water schap "De Aa of Weerijs op de lijst vermeld onder VII. Hij heeft destijds al eens gesteld,dat geen enkele van de in onderhoud bij de gemeente zijnde waterlossingen in orde is.Dit is thans nog zo. Hij is er geen voorstander van het onderhoud aan het Waterschap over te dragen en hij maant het college van burgemeester en wethouders tot voorzichtigheid» Ook de Kleine Beek die in onderhoud bij het Waterschap is, is bijzonder slecht. Spreker adviseert de waterlossingen en watergangen van de gemeente liever met simpele middelen in orde te brengen. Hij stelt de gemeente Rucphen als voor beeld. Daar worden geen dure plannen opgezet, men werkt met een machine en enkele mensen. Als er dure plannen gemaakt worden is misschien het geld op voordat men aan uitvoering toekomt. Hij dringt er op aan deze zaak practisc.h te bekijken en hij laat nogmaals horen, dat hij er huiverig van is de waterlos singen aan het waterschap over te geven. De voorzitter verzekert de heer Van Aert,dat de kwestie van de waterlossingen de volle aandacht heeft van burgemeester en- wethouders .Het zou ook moeilijk anders kunnen in een agrarische gemeente als deze. Het aanleggen van goede wegen volstaat niet. Als de - 3 - waterlossingen niet in orde zijn,beïnvloedt dat de opbrengst van de producten nadelig,zodat de goede wegen dan practisch overbodig zouden zijn. Spreker wijst er op,dat 1965 een bijzonder ongunstig jaar is. Tengevolge van de overvloedige regenval is het onkruid veel harder gegroeid,dit bovendien in een veel kortere periode, dan anders. Hij wil dit niet als excuses aanvoerendaar naar zijn opvatting in zo'n geval naar adequate middelen gezocht moet worden om vervuiling te voorkomen. Pogingen hiertoe zijn ook wel gedaan,maar het middel waarvan men hoge verwachtingen had, bleek niet te voldoen. Zodoende is er thans een bepaalde achterstand. Spreker kan niet met de heer Van Aert meegaanwanneer deze stelt,dat de waterlossingen in handen van de gemeente moeten blijven» Naar zijn mening zou het juist heel goed zijn dat al deze waterlossingen in een hand - en dan in de hand van het Waterschap - zouden zijn, zodat dan dit Waterschap een volkomen overzicht en controle zou kunnen hebben op het totale beeld van de waterbeheersing» Spreker wijst er op,dat binnenkort ook de watervoorzieningen een zeer groot probleem zullen vormen,dat om oen oplossing vraagt.Dit ligt hier in verband met de doorlaatbaarheid van de gronden en de hoogteverschillen veel moeilijker dan b.v. in het vlakke polderland. Mede daarom is hij van oordeel,dat het Waterschap het meest aangewezen lichaam is om deze zaak goed te behartigen. Omdat de overdracht nogal grote financiële consequenties zal hebben,wil het college van burgemeester en wethouders een rapport hierover laten uitbrengen om dit zo spoedig mogelijk in de commissie "Openbare Werken" te doen behandelen. Dit onderzoek zal aan het gewone onderhoudwaarvoor de tijd nu uitermate geschikt is geen afbreuk mogen doen. Zonder persoonlijk te willen worden moet het de heer Van Aert toch van het hart, dat wanneer de regenval '"in deze van in vloed is geweest - en dat dit het geval geweest is,daarvan is hij overtuigd - er meer dan an,ders gespoten had moeten worden of andere middelen te baat genomen hadden moeten worden. Het ene zogoed als het andere stellendebetuigt de heer Van Aert zijn tevredenheid over het onderhoud van de zandwegen» Dit neemt niet weg,dat de toestandwaarin de waterlossingen verkeren hem de keel uithangt. Hij adviseert deze zaak gron dig aan te pakken en desnoods in gedeelten eventueel over een periode van b.v. 3 jaren een volledige zuivering van de waterlossingen uit te voeren. De Voorzitter wil niet op de behandeling in de commissie voor uitlopen doch hij meent er goed aan te doen de suggestie van de heer Van Aert om het verbeteringswerk over meerdere jaren uit te strijken te ontraden.Naar zijn mening verdient het de voor keur dit object in een keer aan te pakken en de daaruit voort vloeiende lasten over meerdere jaren te verdelen. Samsam. 17192 11

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1965 | | pagina 47