- 4 -
De bank biedt nu een bedrag aan van 1=000.000,--, tegen
een rente van 5 7/8 fo en een koers van 99 1 4 °/0° Provisie
wordt niet berekend. Datum van opneming 15 januari 1965*
Looptijd:25 jaar. De rente is halfjaarlijks verschul
digd en de aflossing dient in gelijke termijnen te ge
schieden.
Spreker wil als de raad met dit voorstel zou kunnen in
stemmen morgen toch nog laten aftasten of er op de markt
nog iets voordeliger zou kunnen komen en zou b mogelijk
zijn,dan meent hij te mogen aannemen dat daartoe dan door
dit besluit ook besloten zou zijn.
Hij stelt daarom voor om anders deze geldlening te
accepteren om geldmoeilijkheden te voorkomen. Omdat Gede-
teerde Staten op de rentepercentage nauwlettend toezicht
houden is met de Griffie reeds overleg gepleegd. De betref
fende ambtenaar heeft medegedeeld, met deze geldlening
accoord te kunnen gaan»
Om te voorkomen dat binnen 2 dagen een spoedeisende ver
gadering nodig zal zijn, verzoekt de voorzitter goed te
vinden, dat dit punt van de agenda wordt toegevoegd en
meteen behandeld.
De heer Yalk vraagt voor welk doel deze lening aangegaan
wordt. Is dit voor het gemeentehuis informeert hij.
De voorzitter antwoordt dat deze lening dient voor alle
kapitaalsverstrekkingen doch in de eerste plaats
500.000,-- voor de uitbreiding van het gasnet en verder
voor een aantal kleinere kapitaalswerken
De heer Yalk verzoekt de projecten aan te geven.
De voorzitter zegt, dat dit tegenwoordig door het gehele
financiële leven gaat. In het verleden werd er voor een
bepaald project geleend. Tegenwoordig is het financiële
beleid van de gemeente zo, dat men de hele kapitaalsver
strekking laat doorlopen en eventueel met kasgeldleningen
voor financiërt om te gelegener :t'ijd e«n vaste lening te
sluiten.Het betreft hier duse een hele reeks van objecten.
Dit geld is wel minstens strikt noodzakelijk.
De heer Pellis memoreert, dat hij destijds tegen de gasuit-
breiding is geweest omdat hij de aanleg van wegen belang
rijker acht. Hij vindt, dat hij consequent moet zijn en
dat hij moeilijk voor iets, waar hij tegen is gelden be
schikbaar kan stellen. Hij wil stemming.
De voorzitter vraagt zich af of dit wel juist is. We leven
in een democratische staat. Een democratische staat eist,
dat wanneer een besluit genomen is, iedereen zich daarbij
neerlegt. Burgemeester en wethouders hebben de opdracht een
door de raad genomen besluit uit te voeren. De uitvoering
van een dergelijk besluit eist, dat er gelden voor komen.
Normaal democratisch gesproken moet ook degene, die tegen
de gas gestemd heeft, nu het besluit eenmaal genomen is, en
daarvoor geld nodig is, dit volkomen van elkander scheiden
en zich realiseren, dat dit besluit moet worden uitgevoerd
en derhalve met de geldlening accoord gaan.
- 5 -
Een eenmaal genomen besluit moet ook uitgevoerd worden
Het college van burgemeester en wethouders moet dan ook
de middelen hebben om het te kunnen uitvoeren. Anders
zou voor elk besluit, waartegen bezwaren zijn het college
geen geld mogen opnemen. Dan wordt regeren onmogelijk.
Ik geloof daarom dat U het los van elkaar moet zien. Ik
vertrouw, dat U daarvoor begrip zult kunnen opbrengen.
De heer Yalk zegt, dat hij juist daarom gevraagd heeft
of deze lening voor het gemeentehuis bestemd was.
Hij vervolgt: De democratie eist nietmijnheer de voor
zitter, zoals U stelt, dat wanneer ik tegen het besluit
ben om hier een gemeentehuis te bouwen van bijna
1700.000--5 dan blijf ik daartegen. Het is niet on
democratisch, dat ik dat .dan persé leuk moet gaan vinden.
Neen, mijnheer de voorzitter, ik blijf tegen het gemeen
tehuis. Ik blijf derhalve ook tegen een credietverlening
ten behoeve van het gemeentehuis. Ik wens hierover stem
ming, Gezien dit bedrag dus overal voor gebruikt kan
worden wens ik een uitspraak van de raad wat hij hiermee
doet
De voorzitter zegt: Ja, ik weet het niet, maar ik geloof
dat de heer Valk toch wel eens opnieuw in de leer moet
gaan. Ik dacht, dat ik zo even al gesteld had - mijnheer
Pellis heeft dat wel begrepen - dat het juist is,dat men
hieraan door gaat werken. Op U schijnt dit nog niet vol
doende vat gekregen te hebben. Ik begrijp niet, dat men
hier - en ik mag het eigenlijk wel grof zeggen - als
raadslid zo'n onverstandig woord kan zeggen.
De heer Yalk: kis ik het ook maar grof mag doen, dan vind
ik het wel goed.
De voorzitter: U mag het ook grof doen, mijnheer Yalk,
als U grof wordt, dan zal ik U daarvoor de nodige te-
rechtwijzigingen geven, hoop ik. Maar dit is wel zo
buiten elk begrip, dat U op deze manier redeneert, dat ik
daar eigenlijk geen woorden kan vinden,moet ik eerlijk
zeggen.
De heer Yalk: Ik denk er andersom over mijnheer de voorzit
ter. Ik zou haast zeggen, dat juist U misschien nog ergens
iets zou kunnen leren. Ik wellicht ook wel, mijnheer de
voorzitter
Het besluit vah de raad ten behoeve van dit gemeentehuis
is genomen. En dat kan ik niet meer ongedaan maken, ook
niet in het niet verstrekken van een geldlening, want ik
neem aan, dat de mensen, die toen voorgestemd hebben nu
ook voor zijn. Dus de meerderheid behalen we daar niet
mee maar we drukken alleen uit, dat we tegen dat punt
blijven, en dat mag., ook.
Ssmsom 17192 n