- 20 - Spreker zou een "begroting kunnen laten zien en hij zou. het graag allemaal willen vertellen,maar hij vindt het 'niet gepast namen en werken te noemen tenzij in een "besloten vergadering» Hij kan deze begroting van een groot bedrijf zelfs laten zien,waarbij deze aanne mer ook zo maar eens gevraagd was» De heer Valk heeft ook door ervaring moeten leren, hoe het in de praktijk ligt. Dat betreffende werk gaf de aannemer op voor ongeveer f' 45!;.000.Datzelfde werk heeft een Zundertse aannemer uiteindelijk voor 319- 000,-- aangenomen, een verschil dus van een 115.000,-- of 40^ó boven de 10^,welke de Zundertse aannemer berekend zal hebben. Waar zit dat in Deze begroting is beschikbaar en kan door de raad worden ingezien.Hij kan ook een geval van 25.000.000,-- aanhalen, Hij hoopt dat de raad die moeite zal nemen en de verantwoordelijkheid durft te dragen door deze een hoofdige aanbesteding te laten doorgaan. De voorzitter meent, dat het hele betoog van de heer Valk gericht is op een éénhoofdige aanbe steding.Deze heeft n.l. gezegd,dat hij niet graag meer een openbare aanbesteding zou houden,wat door de heer Valk ontkend wordt. Want als een grote aainemer dit werk krijgt,dan zit er 40^ winst op.Dan zou dit werk veel duurder worden dan nodig is. Het betoog gaat dus naar een éénhoofdige aanbesteding. Juist de architect - gelukkig dat het een ver trouwde en goede bouwmeester is - vergelijkt de prijzen, waard oor voorkomen wordt dat er 25i° opgezet wordt Bij een openbare aanbesteding heeft hij met zijn \QPjo winst als hij de laagste inschrijver is het,wat onjuist zou zijn. Spreker deelt mede,dat de begroting van de archi tect een winstpercentage van 10 aangeeft,wat alleszins redelijk is. Doch het blijkt,dat zelfs dit percentage niet altijd berekend wordt. De architect zal beslist niet naar \QP/o gaan. Hij kan daarom wel een afkeer gehad hebben van een openbare aanbesteding om het risico niet te lopen, dat het tot zo een hoge winst komt. Spreker is door het betoog gesterkt,dat tot een éénhoofdige aanbesteding moet worden over gegaan. De heer van der Heijden is door het besprokene tot bepaalde conclusies gekomen. Hij vertrouwt, dat er tijdens de bouw toch regel matig toezicht zal zijn.Daarnaast is er nog een opzichter en een opzichter van gemeentewege Hij vraagt of de heer van Dael een architect is voor de uitvoering van restauratiewerken. - 21 - Verder acht hij het niet onmogelijk,dat sommige architecten te commercieel zijn, waarmee hij bedoelt, dat er een af spraak zou kunnen zijn tussen architect en aannemer om binnen de marge van 5a/o samen te doen. Hij realiseert zich, dat het harde taal is,maar hij vindt dat er toch op gewezen moet worden en maant tot voor zichtigheid Waar zijn mening blijft de raad altijd in een gevaarlijk par ket zitten. Door de voorzitter daarnaar gevraagd bevestigd de heer van der Heijden dat hij bedoelt, dat de raad er mee blijft zitten, hoe het ook gebeurt. De voorzitter zegt,dat de heer van der Heijden een noot naar de architecten heeft gegooid,wat hij niet graag onderschrijf t De heer Valk heeft nooit erg beste woorden voor het archi tectenbureau van de gemeentemaar hij wil toch de heer van der Heijden ten aanzien van de door hem gedane insi nuatieswei geruststellen. Snreker heeft wat dat betreft r zeker vertrouwen m heer van Dael.Daarvoor behoeft de raad niet bang te zijn. Hij stelt, dat de voorzitter uit zijn betoog blijkbaar de heel verkeerde conclusie heeft getrokken,dat hij voor een éénhoofdige aanbesteding zou gepleit hebben. Wiet helemaal of eigenlijk helemaal niet, aldus spreker. Hij is wel voor onderhandse aanbesteding in verband met de Sr-"1 regels, die gelden, Hij heeft wel bezwaar ten aanzien van een grote aannemer, welke niet van toepassing zijn op een kleine. De groten rekenen nu eenmaal pertinent met winsten van 30 a 40^ De aannemer weet dat hij alleen is, want er geldt een meldingsplicht. De prijs die de aannemer opgeeft is niet publiekelijk bekend ,maar wel bij het meldingsadres. De voorzitter corrigeertdat dit pas het geval is,wanneer hij de gunning gekregen heeft,doch voordien niet. De heer Valk bevestigt dit.Maar wanneer de prijs te hoog y zou zijn en een tweede aannemer gevraagd zou worden,dan wordt de prijs wel bekend.Daartoe is de aannemer verplicht, anders wordt hij van alles uitgeschakeld. De voorzitter ontkent dit en stelt, dat als de aannemer het werk niet krijgt de prijs niet genoemd wordt. De heer Valk houdt vast aan zijn lezing, terwijl de voor zitter persisteert bij zijn stelling,omdat de inschrijver zich verplicht zijn prijs niet aan derden bekend te maken. 8°msom 17192 ii

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1964 | | pagina 48