- 8 - „De Heer Valk stelt, dat er dan toch altijd nog 137 panden zouden overblijven aan de kant van de paters. ,^ls de V°orzitter nogmaals stelt, dat de vergelij- fteSinf r fcSer Valk «^tbaar dat fijn nafpi grf3 Eat3 afhajfeliJk yaa de vraag wat de paters zullen doen, antwoordt de heer Valk, dat het dan hoogstens zo kan zijn, dat de gelijkstelling met 100 panden zeker van dat f 1°°* "T™ trru®ebracht-Hij is er echter vandat ae Lazaristen gas willen. object> zo gaat hij verder, is economisch veel vnn. ve^bwoord daa het door burgemeester en wethouders winsKp 911 20U mar Zljn men±ng zelfs rendabel,mogelijk stgevendkunnen zijn, waardoor weer meer onrendabele ge bieden aansluitoaar zouden worden. De Voorzitter zegt, wat de heren Lazaristen betreft tesengesteld9 te "ebben gehoord, doch niet officieel voegt hij er aan toe. -•*, h T^.h8t 30 te moeten bellen. Deze zaak ligt -n de belangstelling. Aanneming van het ene behoeft verwe zenlijking van het andere niet in de weg te staan. Er moet echter eerst een officiële zekerheid zijn omtrent de deelname van het Seminarie. Zou deze instelling e mee doen,dan wordt aansluiting naar zijn mening pro- worSr Zal dUS b9richt daaromtrent afgewacht moeten H«ts staat intussen de aanneming van het voorstel ^an burgemeester en wethouders inde weg. Er blijft vol doende ;;;o over. De heer Valk houdt er aan, dat Wernhouteturg voor gas o. ais dit een kwestie van langere tijd gaat worden,is hij tegen het voorstel. .D® raad ffioet de zaak economisch bekijken en be hoeft zich niet neer te leggen bij het oordeel van een paar ambtenaartjes uit Breda, die zeggen:dit lijkt mij het beste. Dan is de zaak niet voldoende onderzocht. De Voorzitter repliceert, dat de zaak zeer serieus en neutraal is bekeken. ïïld bestrijdt de gedachte van de heer Valk, dat Lernhoutsburg veel voornamer zou zijn. Hij meent dat het zeker zo belangrijk is 71 gezinnen te helpen als een inrichting, die goed voor zien is beer Valk zegt, dat ook de anderen goed °rziei- ^cimnen zijn. Het mijngas biedt wel meer mo gelijkheden, geeft hij toe. vindt echter dat het verschil te groot is. o keuze is nu s 3 km leiding voor 25 panden of voor 130 panden. Hij spreekt de hoop uit, dat aanneming van het voorstel geen afbreuk zal doen aan het door hem naar voren gebrachte plan. - 9 - De Voorzitter verzekert hem, dat dit beslist niet het geval zal zijn. De heer Pieters kan voor het standpunt van de heer Valk wel iets voelen. Hij is het niet eens met de berekening van 4 personen per gezin. De gelijkschakeling van 400 inwoners van Wernhouts- burg met 100 gezinnen is niet juist. Naar zijn mening zijn 'er dat nog geen 50. Voor aansluiting van de Lazaristen meent hij een bereid verklaring te moeten eisen, dat de heren gas voor keuken en verwarming nemen, anders zou het wel eera zo kunnen zijn, dat de paters, gezien de duurte van het gas op dit moment voor kook- doeleinden en verwarming, zo zuinig afnemen, dat het verbruik met dat van nog minder dan 5o gezinnen gelijk te stellen zou zijn. De heer Pieters vraagt of de leidingen, die nu gelegd worden, ook eventueel met een geringe verandering voor het"aard gas te gebruiken zijn. e Voorzitter zegt,dat de gasleidingen voor het aardgas te gebruiken zijn. Hij heeft uit een onlangs verschenen rapport ookde indruk gekregen, dat de ombouw van de gastoestellen voor aardgas gratis zal worden uitgevoerd. Dit zal vermoedelijk in de eerste kapitaalskosten van het aardgasbedrijf verdiconteerd worden. De Heer Verheijen juicht het voorstel toe.Naast de econo mische moet de raad ook de sociale belangen voorstaan. Hij is h t met de voorzitter eens,dat aansluiting van 71 gezinnen in dit Licht bezien, zeer belangrijk is. Hij stelt echter uitdrukke lijk dat hij aan de suggestie van de heer Valk geen afbreuk wil doen en hij uit er zijn voldoening over dat ook dat plan realiseerbaar blijkt te zijn. üe heer Valk twijfelt er niet aan dat de paters inten sief van het gas gebruik zullen maken .Hij 'licht verder toe, dat hij alleen heeft willen zeggen,dat deze uitbreiding eerst had bekeken moeten worden. Hij meent ook de vergelijking van het Seminarie met 100 gezinnen te kunnen volhouden. Het gemiddelde Nederlandse gezin ligt tussen 3 en 4 personen. In Brabant ligt dat zelfs hoger en hij is van oordeel, zijn berekening schappelijk gesteld te hebben door de factor 4 te hanteren. De heer Pieters wijst er op, dat wanneer de Brabantse gezinnen groter zijn, b.v. 6 personen, de vergelijking met 100 gezinnen zeker niet opgaat. De voorzitter,ingaande op hetgeen de heer Valk stelde, zet uiteen, dat de neutraliteit in acht is genomen door deze zaak door de hereh van het gasbedrijf van Breda te laten bezien, aar aanleiding van deze zienswijze is de gedachte gekomen aan ¥ernhoutsburg\» S"msom 17192 li

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1963 | | pagina 28