HET AGRARISCH BEDRIJF
Natte jaren zijn - over het algemeen genomen - voor in
sterke mate van de weersgesteldheid afhankelijke bedrijven nooit
de beste er moet belangrijk meer werk verzet worden en ondanks
dat vallen als regel kwantiteit en kwaliteit van de produkten
Internationaal gezien is het akkoord van 14 januari
j.l. van de E.E.G. voor het Nederlands agrarisch bedrijf van grote
importantie.
MDBOUW
Het beeld van onze landbouw onderging in 1961 geen
opmerkelijke wijzigingen. Van bepaalde teeltverschuivingen kan
dan ook niet gesproken worden.
Wel was er vanwege de groeiende veeteelt een daarmee
gelijke tred houdende vergroting van het weide-areaal.
Voor het eerst was er enige teruggsjyf ren het aantal
bedrijfssplitsingen waarneembaar, gevolg deels van vroeger al ver
doorgevoerde splitsingen deels van de afvloeiing uit het agrarisch
bedrijf,
VEETEELT
^e opgang van de melkveehouderij zette in 1961 krach
tig door; 558 leveransiers,die tezam«n 3.760 steeds meer veredelde
koeien hielden, kwamen tot een melkprodukjie van 13.248.000 kg
of 1.615.000 kg bijna 14^ meer dan in 1960,waarvan ook de
kwaliteit weer beter was dan voorheen.
hls ik bij deze millioenen kilo's nog voeg de door
Zundertse produsenten elders geleverde melk,welke ik ruw schat op
■l/6 van de hier aangevoerde hoeveelheid, dan zou, geloof ik ge
steld kunnen worden dat, ondanks de onzekerheden in het regerings-
prijsbeleid ten aanzien van de melk,de melkproduksie aan een be
paald weelderige groei onderhevig is.
Men zou ook kunnen zeggen dat onze agrariërs terug
schakelen nSar de veehouderij, ongetwijfeld een der oudste
takken van het agrarisch bedrijf, waartoe enerzijds de goede prij
zen, de betere arbeidsspreiding en de mechanisatiemogelijkheden
lokken en anderzijds de personeelsbezetting op vele bedrijven
noopt. Vijf jaren geleden zou niemand deze gang van zaken hebben
durven voorspellen.
De boter- en melkpoederproduksie steeg in verhouding
mee en voor het steeds groter wordende kwantum overmelk werden
nieuwe afzetmogelijkheden gevonden.
De varkensfokkerij maakte in 1961 grote opgang
vanwege de biggenprijs, welke over het algemeen zeer gunstig
afstak bij de vleesprijs.
TUINBOUW
Als wij over tuinbouw spreken hebben wij altijd- in
de allereerste plaats moeten denken aan aardbeien: tuinbouw was
gelijk aan aardbeien kweken. Ook in 1961 is in dat beeld geen
feitelijke wijziging gekomen hoogstens enige vertekening.
9 -
De totale veiling omzet bedroeg in 1961 5.177.033,55
De aanvoer van aardbeien beliep 2.932.642 kg of bijna
300.000 kg meer dan in 1960 en nog niet presies 100.000 kg meer dan
in 1959. Omdat in 1961 de gemiddelde prijs opliep tot bijna ƒ.0,99
per kg kon de opbrengst in totaal oplopen tot 2.894.842,51
hetgeen betekent ruim 55?^ van de veilingomzet tegen ruim 50/k vorig
jaar.
nis ik deze meer-opbrengst in kilo's vergelijk met het
aardbeien-areaal, dat een op de oogst 1961 niet meer van invloed
zijnde geringe uitbreiding onderging,dan is er een niet onbetekenende
meer-opbrengst per H.A. vergeleken bij 1960
De framboos, in 1960 het meest favoriete produkt,werd vorig
jaar de grote verliezer; de opbrengst liep met 507.897 kg terug tot
970.037 kg. Ongetwijfeld moeten de wwersomstandigheden hierbij een
grote rol gespeeld hebben want de totale oppervlakte heeft hoegenaamd
geen wijziging ondergaan.
De gemiddelde prijs liep ,mede door de geringe aanvoer, op
tot bijna 0,88 per kg. In totaal bracht deze vrucht op een bedrag
van 851.695,32 of f. 153.358,18 minder dan in 1960 hetgeen
neerkomt *p ruim 14/ van de totale aanvoer tegen 24?^ in 1960.
Enige vertekening, stelde ik zo even is er in ons tuin-
bouwbeeld, en dan doet het me echt genoegen te kunnen mededelen, dat
de groententeelt nu meer belangstelling gaat krijgen. Een totaalbedrag
van j 1.154,212,betekent «ngeveer 22^ van de totaalomzet en
wijst duidelijk in de richting van teelt- en risilco-spreiding
In dit verband wil ik nog eens de aandacht vestigen op het
Waarborginstituut voor de Tuinbouw, van welks g ede diensten hier
lang niet zo veel gebruik gemaakt wordt dan elders in de provinsie.
Ik blijf in de intensieve tuinbouw altijd nog een voor
onze gemeente geëigend middel zien om een aanzienlijk aantal arbeiden
krachten op te vangen en tevens om de bestaansbasis van onze kleinere
bedrijven te verstevigen,
BOOMKWEKERIJEN
Hoewel deze bedrijven zeker niet vrij van zorgen zijn, kan
toch gesproken worden van een gezonde ontwikkeling. Het totale kweek-
areaal beloopt thans reeds ongeveer 300 HA, Het verloop van arbeids
krachten kan gedeeltelijk worden opgevangen door steeds verder gaande
mechanisatie.
GASBEDRIJF
Bij de offisiele aansluiting van Achtmaal op het gasnet op
10 mei 1961 heb ik U meer uitvoerig over de ontwikkeling van ons
gasbedrijf verteld.
Met zeer veel genoegen kan ik mededelen,dat de voorspoedige
groei in 1961 bleef aanhouden, McXOanteel ligt er 26 -g- km leiding,
zijn er in totaal 1,094 aansluitingen en zijn 198 geijsers in huur
gegeven.
Het laat .zich aanzien, dat het gasbedrijf winst gaat op
leveren-
S^nsorn. 17192 It