De Heer van Aert, die aan het betoog van de Heer Verheijen niet veel meer heeft toe te voegen,heeft dit voor stel met enige verbazing gelezen. Deze belasting-verhoging drukt voor 90/5 op de boeren. De agrarische wethouder zal evengoed als spreker weten,dat de boeren met de welstand niet meer mee kunnen. Door de laatste maatregel van de Mi nister betreffende de melk gaat er weer een kwart cent per liter af De boeren zijn altijd het kind van de reke ning, Hij vraagt het voorstel terug te nemenigebeurt dit niet,dan kan hij dit voorstel niet steunen. Het algemeen be lang is z.i. niet met dit voorstel gediend. De Voorzitter merkt op, dat een dergelijke belas tingverhoging al in meerdere gemeenten is gebeurd.Een re^k— tie als deze heeft hij wel verwanht. Burgemeester en Wet houders hebben gemeend ook de dierenbescherming in de hand te werken,want voor 2,50 zullen er weinig vastliggende honden blijven. Overeenkomstig de wet moet de belasting voor een bedrijfshond minder belopen dan voor een andere hond,anders zou het meer logisch zijn voor alle honden 10,— te heffen. Omdat dit nu eenmsaL niet kan,is 7,50 voorgesteld. Het is ook geen finansiele kwestie. Het zwaar geschut zo besluit Spreker, is wel ge steld op het inkomen van de boeren,maar voor deze zal die 2,50 niet zo zwaar wegen. Burgemeester en Wethouders hebben dan (jok geen overwegende bezwaren meer om de belasting voor de loslo pende honden dichter bij die voor bedrijfshonden te laten komen,en daardoor te bevorderen dat meer honden los kunnen lopen. Het gaat er niet om het platteland zwaarder te be lasten. De Heer Verheijen heeft zich mogelijk teveel blind gestaard op die f. 950,en de f2,50 welke de minst welvarenden trefr. Die 2,50 zal de aeur niet dicht doen, dat bedrag is wel op te brengen. Spreker ziet echter een prinsipieel verschil waarom wordt de be lasting voor de honden van klasse b niet verhoogd. Ook voor de houders van die honden zal de verhoging de deur niet dicht doen en dan komt men ook aan f950, De Voorzitter wijst er op, dat er 400 vastliggen de en 250 loslopende honden zijn. De Heer Verheijen spijt het,dat hij niet goed is ingelicht: er zouden van beide klassen ongeveer 400 honden zijn en daaruit heeft hij zijn kohklusie getrokken. Hij blijft bij zijn prinsipiele opvatting dat als ƒ.2,50 voor de een niet erg is,dit voor de ander evenmxn erg is. De Voorzitter vraagt of hij hieruit moet afleiden dat de heer Verheijen het bedrag van f10,op J 12,50 gebracht wil zien. 5 3 zwaar schrift .3traataanlegbelas- ttng Godrie. IX. De Heer Verheijen verklaart nogmaals teveel naar die 950,— gestaard te hebben f. 2,50 komt er voor niemand op aan,daarom voelt hij er voor, na wat hij in eerste aanleg over de buitenwijken gezegd heeft,de belasting van f10, op 12,50 te brengen en die van f. 5,— te handhaven. Daar •immers worden goede wegen, verlichting en alar meringsmiddelen gemist. Als hij helemaal achter in Zundert zit en men heeft eenzelfde beveiliging als midden in het dorp,dan is dat hem zeker f. 7,50 waard. Hij zal het erg toejuichen als de bestaande toestand gehandhaafd wordt. De Heer van Aert heeft goed geluisterd en ook een stimu lans gehoord om meer vastliggende honden los te krijgen. In theorie is dat mooi,maar het gaat hier om bedrijfshonden en die zijn als ze los lopen niet veel waard. Is de Heer Verheijen al tegen verhoging,Spreker vindt het een schandaal als belasting betaald moet worden voor vastliggende honden. ^e Voorzitter vindt, dat men elkaar niet moet bijten? als er overwegende bezwaren zijn tegen een verhoging van 5,__ cp 7,50 willen Burgemeester en Wethouders niet verder aandringen Met de redenering van de heer van Aert dat een vastliggende hond kwader is dan een loslopende is hij he niet eens. Spreker zou bang zijn bij een loslopende hond r o broek te scheuren Bij meerdere heren meent Spreker het ge voelen te bespeuren dat er vanaf het platteland bezwaren zullen komen. Burgemeester en Wethouders vinden het voorstel niet waard om verder op aan te dringen.Namens het kollege neemt hij het voorstel terug,waarmee de vergadering akkoord gaat. Voorstel van Burgemeester en "Wethouders tot beschiliking op een bezwaarschrift van Garage Godrie en Zn te Zundert tegen een aan slag in de straataanlegbelasting 1961 De Heer Valk meent, dat de straataanlegbelasting spesiale bouwpersslen betreft waaraan in het uitbreidingsplan een be paalde bestemming is gegeven .Deze bouw is gericht op de rijks weg en de achterliggende Rutvenstraat doet aan die bestemming niets af. Z.i. geeft dit toch een verschil. De Voorzitter legt uit, dat als er binnen een plan in onderdelen waar woningbouw geprojekteerd is,woningbouw plaats vindt op gronden welke eerst normaal door de gemeente in eigen dom verkregen dienen te worden,de eigenaar dan gaat profiteren van aanleg door de gemeente van werken voor verbetering van he t woonklimaat. De gemeente ken de kosten daarvan dan niet verhalen op die grond en voor die perselen is de straataanlegbelas ting bedoeld. Alle bouwperselen welke binnen het onderdelenplan in partikuliere handen zijn,vallen in die belasting als ze bebouwd worden De Heer Valk vraagt of een pers eel verder op aan de Wem- houtseweg, waarop nu een krotwoning staat, ook onder deze be-^ lasting valt als na afbraak van die krotwoning een nieuwe woning gebouwd wordt. 17192 II

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1961 | | pagina 54