Ba
De 'Heer van Bedaf stelt, dat er dan voorlopig niets ge-
daan wordt
De Voorzitter hoopt binnen niet al te lange tijd opnieuw
deze zaak in de vergadering te kunnen aansnijden.
De Heer Valk is bet, omdat noodverharding kostbaar is en
er in verband met de benodigde grond geen bezwaren bestaan,ge
heel met'de Heer Verheijen eens. Als het grote plan spoedig uit
te voeren is,dan gaat hij er mee akkoord? moet het echter de hele
winter duren dan acht hij de noodverharding beter.
De Voorzitter vreest, da4- Gemuteerde Stater die de
Provinciale Waterstaat natuurlijk een en ander laten onderzoeken,
bezwaar maken tegen het leggen van riolering, met over gel:cel
"emhoi?t,mre v Wat km geprobeerd worden. De noodvöcrzieaing is
urgent
Hij zal een en ander doen -nakijken, als Burgemeester en
hel )edvindeii dit l
gm,ie vergedrrig opnie-w naar v- brengen
De.Heer Verheijen ziet de mogelijkheid zelfs los van de
sriolering, want het is mogelijk de riolering naast de weg te
leggen srdat straks de verharding niet opgebroken behoeft te wor
den. In de Willem Passtoorsstraat is het toch ook zo gedaan en
i i. k in.l klein tóogeli jl
goede wiltis immers veel to bereiken.
De Voorzitter wil ook dit nader bezien en vraagt of de
verve dering e armee al-moor'1 t.
De Heer Sprenkels, die gevaar ziet dat de voorziening
op de lange baan geschoven wordt, en de toestand verschrikkelijk
vindt, sim oreert een goede beurt van de straat met kóolas of
gr01_ 2 and
De Voorzitter wijst dit met beslistheid van de hand.
Loet hi j t t nv c r: tel' ïi t krediet ve ?1 enen en
dan te bekijken of uitbreiding der verharding uitvoerbaar is
iitj .x. - k - pni ;Xè raad br«
g:-.g g-r pcea ti jd verloren ga-at.
De Hoer Kunst kan daarmede instemmen.
De -F er Sprenkels beveelt als noodoplossing nog eens
koolas of geel zand aan.
De Haar van B 'af stelt voor het tussenvoorstel van de
Voorzitter aan te nemen en later de kwestie opnieuw-te bekijken.
Hu moeten de moeilijkheden opgelost worden? de mensen zitten in
ellende en uitstel is afstel.
Dc Hoer ver 'Aort steunt de He r van B daf maar als het
enio-szins mogelijk is, vindt hij het beter af te werken dan
ellende 1 ken? hij
ineens ~f te doen.
Blad 9
Nadere vsatstcl-
Iii.'-g exploitatie
vergoeding 1958
School Christe
lijk Volksonder
wijs.
Vaststelling be
drag per leer
ling 19 5
5.iaarli.ikse afre
kening bijzonder
Onderwijs.
De Heer Verhèijen, door de Voorzitter daarnaar gevraagd,
zegt begrip te hebben voor de goede bedoelingen en hoopt dat alles
letterlijk vervuld kan worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het tussenvoor
stel aangenomen.
XIX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot nadere vaststelling
van hef voorschot op-) de exploitatievergoeding ingevolge artikel
103 .lid.-6 der Lager-Onderwijswet 1920over 19 5 8 voor de School
voor Christelijk Volksonderwijs.
Zonder öiskussie of hoofdelijke stemming wordt dit voor
stel aangenomen.
XX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling voor 1959
van het bedrag per leerling bedoeld in artikel 101lid 9 der Lager-
Onderwijswet 1920.
De Voorzitter merkt op, dat voor het G.L.O. vroeger ƒ.35,
en voor het U.L.O. 45,gold;
nu wordt voorgesteld 45,resp. 65,—
De Heer Kunst vindt dat deze verhoging heel wat wil zeggen;
in vergelijking met het vorige agendapunt krijgt de Christelijke
school, die in bijzondere omstandigheden verkeert, dan maar 3,
extra. De andere scholen behoeven z.i. dan niet meer te krijgen.
De Voorzitter merkt onder vérwijzing naar een klein huis
houden op, dat klein niet altijd slecht betekent en verzoekt Wethou
der Bellis deze cijfers toe te lichten.
Wethouder Pellis wil niet naar die 45,kijken maar
wel naar datgene waaraan ze worden besteed. Voor de gewone inven
taris kunnen de scholen er met 35,wel komen maar dan zit
er geen klink aan de deur en de gewone reparatie en het schilderen
blijft achterwege.Laat het bedrag 10,hoger zijn, zo stelt hij,
maar dan met de eis dat de school goed onderhouden wordt.Bij slecht
onderhoud is een school 20 jaar eerder versleten en dan doen de
schoolbesturen een beroep op de gemeente voor 100.000,
Geeft de Raad ze niet dan doen Gedeputeerde Staten het wel.
De Heer Kunst is het er mee eens.
De Voorzitter wijst er nog op dat de verhoging voor de Christelijke
school 1958 betrof. Deze cijfers zijn voor 1959. De Minister zal
z.i. voor de Christelijke school ook wel weer een hoger bedrag
vaststellen.
Uiteindelijk wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XXI, Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vijfjaarlijkse vaststelling
van het bedrag der vergoedingen en der voor vergoeding in aanmerking
komende uitgaven voor het bijzonder lager onderwijs.
Zonder diskussie of hoofdelijke stemming wordt het aange
boden ontwerp-besluit vastgesteld.
N. S. 17102 n