7a
niet te verwezenlijken acht; 59 woningen worden geoordeeld voor en
kele jaren voldoende ruimte te geven. Burgemeester en Wethouders heb
ben nu eens bekeken hoe dan het plan het best te wijzigen was. De ver
binding Diepstraat -Tiendpad moet doorgaan,hetgeen ook goed in de lijn
van de technische dienst ligt,omdat er anders moeilijkheden met de
riolering komen. Gedacht is daarbij aan de eerste parallelweg weste
lijk de rijksweg. Als dit deel van het onteigeningsplan kan doorgaan,
is er voorlopig grond genoeg.Burgemeester en Wethouders stellen daarom
voor dit nieuwe plan te aanvaarden en de rest aan te houden tot de be-
hoefte er aan blijkt.
De Heer Kunst is het helemaal eens met het Ministerie.Het in
wonertal van de gemeente is immers maar met ruim 1 fo toegenomen in 1957
dus gaat het niet zo hard. Ruim 100 woningen op Wernhout zijn dan ook
niet nodig,want met 59 kan men royaal toe.
De Voorzitter merkt op, dat die bevolkingsaanwas van 1 °/o geen
behoefte-bepalende faktor is. Het tekort aan woningen kan daaruit niet
afgeleid worden.
De Heer van Bedaf vraagt of als er meer dan 59 woningen in
Wernhout moeten komen, 'men dan verder kan gaan. Sr kan daar n.l. best
meer gebouwd worden dan hier omdat de bouwgrond er iets billijker is
Spreker juicht het sparen van de tuinder toe,maar wil toch ook graag
vasthouden aan het grote plan. In Wernhout is nooit gelegenheid ge
weest om bouwgrond te kopen zodat alles naar Zundert moest. Hij ziet
Wernhout eens vastgroeien aan Zundert en wil het plan zo maken, dat me
telkens verder kan gaan zonder dat er noodzaak is een nieuw plan op
te stellen. Sparen van de tuinder, zo besluit spreker,moet gebeuren
zo lang er geen nadeel is voor de volkshuisvesting
De Voorzitter veronderstelt, dat na het gereedkomen van de pa
rallelwegen het wonen in Wernhout gezelliger zal worden.
De Heer Buijs ondersteunt het betoog van de Heer van Bedaf. De
Heer Kunst kan het aantal benodigde woningen niet overzien,want het aantal
huwelijken is meer doorslaggevend dan de bevolkingstoename. De mensen
in Wernhout kunnen nu gerust zijn,want voorlopig 5 jaar kunnen ze de
grond buiten dit plan nu behouden. Hij vindt het een prachtig voorstel
De Heer van Bedaf vraagt zich af of er dan een 5jarenplan is,
omdat de mensen voor 5 jaar gerustgesteld worden, Zodra er meer gronc
nodig is moet die verkregen worden. Het ligt dus anders dan de Heer
Buijs stelt.
De Voorzitter zegt, dat zodra er behoefte blijkt dat dan ver
der gegaan moet worden; er is slechts een bepaalde norm genoemd.
De Heer van Bedaf vraagt dit in de krant op te nemen, dan kan
daarmede rekening gehouden worden.
Geen der leden vraagt stemming; het voorstel wordt geacht te
zijn aangenomen.
Blad 8
Verlenging
geldlening
EMMEN.
Sluiting
XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verlenging van de looptijd
ener geldlening verstrekt aanB.J.A. EMMEN voor de aankoop van een
woning.
De Voorzitter deelt mede, dat de Heer Emmen een yfo hypotheek
heeft gekregen welke na 5 jaar zou worden afgelost. Hij zou na verloop
van die 5 jaar van de SOHÏP een uitkering krijgen,maar door omstandig
heden is dit nu niet het geval. Burgemeester en Wethouders stellen nu
voor de Heer Emmen te helpen door de lening te verlengen maar dan nu
tegen 4i$>
De Heer Kunst vindt het een vreemde figuur, dat de gemeente
zelf voor &fc leent en uitleent tegen 4t hoewel hij het de Heer Emmen
van harte gunt.
De Voorzitter geeft dit toe; echter betreft het hier een oude
hypotheek waarvoor de gemeente zelf indertijd geleend heeft tegen 5
De officiële rente is nu 4i$. Spreker meent, dat - terwijl hier boven
dien nog haakjes aan zitten - de redelijkheid betracht moet worden en
een winst v-an 1-ffi voldoende is.
Geen der leden vraagt stemming; het voorstel wordt geacht te
zijn aangenomen.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzitter de vergadering met
het gebed;
"God, wij danken U voor dezen arbeid en bidden U, dat Gij hem
wilt doen gedijen en strekken tot heil der gemeente welker belangen aan
onze zorgen zijn toevertrouwd.
Moge er vrede en welvaart heerschen. Amen
DE RAAD VOORNOEMD,
DE VOORZITTER,
TARIS,
H/Kr.
S. 17192 n