4a
De Heer ^ertens zegt, toen wel gezegd te hebben als ex
iets gedaan wordt, dan eerst het theehuis vergroten ,rnaar toen.
is een dansvloer genomen. Dit is nadeel voor de caféhouders.
Nu voelt spreker niet Veel voor vergroting.
De Voorzitter begrijpt de reden niet. Men moet niet
alleen naar de caféhouders kijken maar de gehele midden
stand, Bij Sus van den Boer b,v. is men erg tevreden,een
ander zal erg ontevreden zijn, maar als raadslid moet men
kijken naar aller belang.
De Heer Mertens houdt vol dat dé caféhouders er na
deel bij hebben.
De Voorzitter vindt dit niet erg als de rest er maar
voordeel bij heeft.
De Heer Kunst vindt dat op drukker bezoek niet al te
erg gerekend mag worden; er komen steeds meer sportparken,
in Etten b.v. komt een groot. Hij voelt veel voor het sport
park maar is tegen het daaraan besteden van vele duizenden.
In 1954 heeft het aan de gemeente al 29.000,genost;
deze uitbreiding betekent al weer 1,200,rente per jaai
Spreker gelooft dat het theehuis rendabel is voor de gemeente
maar hij weet niet of het dat ook is voor de exploitant,
anders snapt hij de exploitant niet.
De Z.H.B. zo vervolgt spreker, heeft het theehuis gezet
en uitsluitend dat bier mag getapt worden.Bierdrinkers zeggen
dat dit bier niet te drinken is,maar zij zijn misschien ge
wend aan 3Hoefijzers-bier.Het is op het sportpark een grote
zaak en toch is er geen ander bier te krijgen. Spreker meent
dat het theehuis niet rendabel is.
In zomers als in 1955 is. het theehuis misschien wel
eens te klein, b.v.zoals bij de opening van het sportpark
j$aar bij mooi weer kan men op het terras zitten, en dan is
het niet te klein.Hij vindt het teveel worden en is tegen
het voorstel.
De Heer Houws is nog al eens op het sportpark geweest;
ook hij vindt net theehuis dikwijls te klein is.
Het verwondert hem, dat er niet iemand op woont voor
het algeheel overzicht.Spreker is véér de uitbreiding maar
dan met een woning; er zijn nu eenmaal rare mensen; hij ziet
gaarne een woning boven het theehuis.
De Heer Matthijssen vraagt of de gemeente de oude bom
moet overnemen.
De Voorzitter ontkent dit. Het recht van opstal zal
zoals onlangs is besproken, vervallen maar het gebruik van
Z.H.B.-bier zal moeten blijven. De Drie Hoefijzers hebben
er indertijd niets voor over gehad; nu alles gunstig loopt
zou het irrëeel zijn ander bier te gaan tappen. De Heer
Kunst, zo vervolgt de Voorzitter, zegt, dat men hier niet
van Z.H.B.bier houdt, maar die brouwerij zal toch qua smaak
kunnen konkurreren. Vorig jaar was er nog geen kelder,zodat
het bier nooit op temperatuur kon zijn. Op het laatst van
deze zomer heeft spreker niets meer gehoord over te warm
bier. Vorig jaar kón het bier goed zijn, nu móet het goed
zijn. De Heer Mertens, zo besluit spreker,mag ook niet ver
geten, dat de verenigingen van het theehuis erg veel profijt
gehad hebben.
Blad 5
De Heer'^er'tens merkt op, dat sommige verenigingen
er geld bij hebben moeten doen toen hun bal verregende.
De Voorzitter zegt, dat het projekteren van een woning
boven op het theehuis een kwestie is van de architekt.Burge
meester en Wethouders willen wel de bouw van b.v. een premie
woning overwegenwaardoor er steeds toezicht zal zijn.
Spreker wil deze zaak laten bekijken en later daarovèr mis
schien een nieuw voorstel doen. Hij vraagt wie aantekening
wenst tegen het voorstel te zijn.
De Heren Kunst en Mertens vragen die aantekening.
De Heer de Meijer.heeft gehoord dat het theehuis winst
heeft opgebracht,maar hij wil het hele park als één geheel
bezien.
De Voorzitter wijst er óp, dat de bruto-uitgaven
29.100,beliepen waartegenover een opbrengst staat van
7.817,terwijl er nog indirekte opbrengst zit in de
vermakelijkheidsbelasting.
De Heer Kunst merkt op, dat het dan toch altijd nog
22.000,kost. Hij wil zich wat dit betreft houden aan de
woorden van de Voorzitter zelf.
De Voorzitter .zegtdat de Heer Kunst natuurlijk de
Amsterdamse kosten bedoelt,maar daar zijn het zuiver de
sportterreinen.
De Heer Kunst weet niet wat het worden zal als deze ren
te er ook weer bijkomt.
De Voorzitter zegt, dat het sportpark een middelpunt is
geworden en als rekreatie-oord beschouwd moet worden. Hij wip
op plantsoenen in andere plaatsen, welke tonnen kosten, maar
op het sportpark zijn ook plantsoenen,waaraan geld uitgegeven
moet worden.
De Heer Kunst vraagt zich af waar de grens ligt.
De Voorzitter wil niet vergelijken met grote gemeenten,
maar vaststaat, dat daar zeer hoge bedragen aan plantsoenen
gegeven worden. Kan men zich - zo vraagt hij - Zundert in
denken zonder sportpark
De Heer de Meijer voelt alles voor de sport,maar hij
wil dit voorstel aanhouden en nog eens opnieuw bekijken.Is
dit verantwoorddan'gaat hij ermee akkoord. Het is toch niet
de bedoeling een soort hotél te bouwen De gemeente heeft
al zorgen genoeg.
De Voorzitter merkt op, volledige inlichting gegeven te
hebben; over een jaar kan hij niet meer zeggen.
De Heer Buijs zegt, dat de Heer Nouws niet een hotel be
doelde; deze wil alleen een bovenwoning om de bewoner tevens
toezicht op het park te laten houden en een betere exploita
tie van het theehuis te krijgen omdat het dan,meer open zal
zijn.
De Heer de Meijer acht overdag voldoende toezicht aan
wezig; 's avonds is er evenwel kans op diefstal.