- 2a -
dat de raad goedgekeurd heeft en daarvan moet nu niet afgeweken
worden.Met de Turnstraat is spreker het ook niet eens;hij ach.
als oud-onderwijzer die plaats buitengewoon rustig, ook de
Manderslaan is wel rustig, en vlak bij de gymnastiekzaal, e.
zwembad en het sportpark.Spreker vindt er alles vóór om aaar
de school te bouwen. Hij vindt het wel gek da. de leden van e
raad onderworpen zijn aan hetgeen zijn manwenst 0f niet wens
Hii 'meende altijd; zo de raad het wil, zo is het ook en dat
daaraan een en ander wordt aangepast. Verder wil hij aar nu nie
op ingaan, üver de kwestie van Nijnatten de Vjeert merkt, hi a
niet diep op ingaand op, dat de een bij van Geifen om die grond
gevraagd heeft en de ander bij Valk. Deze twee hebben niet vee.
connecties gehad en hij zal daar ook niet verder op ingaan
Ten aanzien van het voorstel zegt hij het eens te zijn met toe
wijzing in volgorde van aanvrage, al kan spreker zich voorstel en
dat er weer gevallen zijn, waarin gezegd wordt; daar bouwen
en anders maar niet. Daarom heeft hij ook de deert willen
pen. als er bijzondere omstandigheden zijn, dan moet van die
stelregel afgeweken worden; in beginsel is die wel goed.
Naar aanleiding van het voorstel ter oplossing van de hui
dige situatie vraagt spreker of de voorzitter er wel zeker van
is" dat al die dingen er kunnen staan.
Hem is n.l. eens gezegd, dat de ULO aan de mand er slaan 10u ra
breed zou worden, doch hij betwijfelt dit. Als het niet zo is,
wil hij graag ingelicht worden.Als het kan volgens het plan van
Burgemeester en Wethouders dan is hij het daarmee eens, ook
voor van Nijnattea, 'Verkooijen en Valk.
Spreker vraagt tenslotte hem te willen uitleggen dat er
voldoende grond is voor school en omgeving.
De voorzitter korat nog even terug op het - zo zou hij het
haast noemen - dansen door van Daei naar het pijpen van de
raad. Sureker wil cüt met een ander voorbeeld verduidelijken.
Als U —'zo wendt hij zich tot de heer Kunst - als principaal
aan een architect opdracht geeft een wangedrocht van een huis
te bouwen, zal deze, - al kan hij er nog zoveel aan verdienen -
zeggen: het spijt me, ik bouw dat niet. Her en prestige speler
daarbij een grote rol. Ho is het ook met van Dael. Als hij
vooraf weet, dat hij met bepaling van een plaats oneer in leg
zal van Dael zeggen; gemeentebestuur al wilt U mij J 1U.uit
betalen, ik maak dit niet. Hij legt daar immers oneer bij m
bij insiders. De Raad kan natuurlijk zijn wens naar voren^
brengen, maar bij kenners of dit nu een ingenieursbureau is
of een architect gaat dit zover, dat men zegt:al wordt ik met
goud betaald dan doe ik het nog niet.Persoonlijk zou de voor
zitter het evenmin doen/en men khn dit ook niet doen. Anders
ligt de zaak als de raad in een besluit zijn wensen naar voren
brengt. Nu hier vooraf de overtuiging heerst, dat van Dael ne -
niet"doen zal, is z.i. die wens ook overbodig.
U moet - zo vervolgt spreker - begrip hebbe.n voor he<, stanc.
punt van van Dael en de zaak ook eens van diens kant bezien.
Deze zal een waanzinnige opdracht niet vervullen.
Over de oplossing van de situatie zegt de voorzitter, a
de lengte van de bouwgrond tussen de woning van de neer
Franken en de Pastoorsdreef 152.60 m bedraagt.
Hiervan gaat af voor de Wed. de reeuw .-lo.u^ m
voor de woning van van Hasselt 2 M
en voor de Weert Li
50.95 m
zodat er voor de school plus de ambtswoning nog 101.65 m over
blijft en dit is juist de benodigde lengte voor het scnoo
Blad 3
plan en deze kan dus zo gebouwd worden.Indien de heer van Dael
desgevraagd de bestemming wijzigt en Ged.Staten zouden die
wijziging niet goedkeuren, dan kan dit stuk grond verdeeld
worden in 5 of 6 percelen voor woningbouw.Het enige moeilijke
is nog het geval van Verkooijen, want van Nijnatten moet afstand
doen van pacht van een stukje grond ten gunste van Verkooijen
en dit moet nog besproken worden.Spreker meent aangetoond te
hebben, dat er grond voldoende is.
De heer Kunst kan zich met het voorstel verenigen.
De heer Buijs merkt op, dat de Turnstraat ook voor woning
bouw is bestemd,zodat daar eventueel ook gewijzigd moet worden.
De voorzitter zegt, dat de raad op dat punt in beroep ge
gaan is
De heer Buijs doet het groot genoegen, dat dit voorstel de
moeilijkheden voldoende oplost, temeer waar de een meer recht
meent te hebben dan de ander.Het verleden moet nu maar vergeten
worden. Speker voelt er tenslotte alles voor de volgorde aan tel
houden zoals Burgemeester en Wethouders voorstellen.
De heer Matthijssen wil hierbij aankoppelen dat mogelijk
gronden aan het eind van de Manderslaan in reserve gehouden
kunnen worden als de ULü-school eens niet op de gedachte plaats
kan komen.
De voorzitter zegt, dat het in het voornemen van Burgemees
ter en Wethouders ligt te dezer zake actief te blijven, zij
zullen niet komen met voorstellen ora daar grond te kopen, zo
lang niet vast-staat, dat de school op de zo juist gedachte
plaats gebouwd kan worden. De raad kan daarvan verzekerd zijn.
De heer de Bie concludeert, dat het voorstel dus niet is
te bouwen op de plaats, welke door het schoolbestuur werd aan
vaard. De hoek van het perceel gaat eraf voor van Hasselt en
de Weert. De bedoeling was evenwel de school op de hoek te
bouwen. Later is nog besproken de Turnstraat en daarna de
grond voorbij van Nijnatten. Spreker wil voorstellen aan de
plannenmaker alle drie de plaatsen voor te leggen en hem te
vragen waar de school het best kan komen.
De voorzitter zegt,dat dit zeer zeker kan. Hij vraagt of het
toch de bedoeling is gewoon door te gaan met de verkoop aan
van Nijnatten,Verkooijen en Valk en dan pas plaats voor de
school te reserveren.
De heer de Bie noemt de drie mogelijkheden:
1.Turnstraat2 voor de tuin van de Weert, 3 voorbij de bouw
grond van Valk.
De voorzitter vraagt of hij dan het voorstel zoals het
thans gedaan is wil laten vallen.
De heer de Bie zegt dit niet aan te nemen.Hij vindt het
jammer dat de school daar niet kan komen omdat een ander op
die grond graag een huis wil bouwen.
De heer Kunst merkt op, dat er nu al 3 stukken in petto ge
houden zouden moeten worden.Hij noemt dit een aardige oplos
sing, terwijl de mensen al zo lang om grond gevraagd hebben.
Hij wil die helpen; die ULO-school komt.
De heer de Bie begrijpt dat zijn voorstel anders luidt,
maar hij houdt er zich aan.
De voorzitter weet niet hoever van Hasselt met zijn plan is;
de Weert kan z.i. nog wachten.