gemeente 14 keer 16,50 betalen,De aansluiting op de waterleiding is verplicht gesteld in de bouwverordening. De Heer de Bie vraagt of het bedrag van 7,490,01 gedurende 50 jaar betaald moet worden,hetgeen de Voorzitter bevestigt. Vervolgens wil de Heer de Bie graag weten of er nu ook nog percelen zullen zijn die van waterleiding verstoken blijven. De Voorzitter schat het aantal percelen in de gehele gemeente op rond 2200 Op dit ogenblik zijn al ongeveer 1100 percelen aangesloten, ongeveer 500 komen hier door het voorliggende plan nog bij,zodat tussen de 500 en 600 percelen overblijven waar geen waterleiding is. Het zal ook. spreker genoegen doen als de Lent en zeker als de gehele gemeente van waterleiding zal zijn voorzien. De Heer de Bie doet het genoegen, dat deze mogelijkheid er is voor de agrarische bedrijven,want deze hebben er voor het vee en de tuinbouw veel belang bij. Over die bijdrage van 9.500,van Wallstein is hij extra-blijspreker had gedacht bij deze gelegenheid te praten over het afsnijden van hoeken en stukjes van Wallstein. De Voorzitter merkt op, dat dit niets er mee te maken heeft; het iijs ook niet rechtvaardig. Als er grond van Wallstein nodig is,wordt die genomen. Hij vindt dat er met Wallstein niet. veel last is. Hij wil dan ook niet spreken van tegen- of niet - meewerken. De Heer de Bie meent, dat de Raad daarover een ander idee heeft, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de Raad ook een verkeerd idee kan hebben. De Heer Kunst wil het al of niet meewerken in het algemeen in het midden laten,maar - zo vraagt hij - was de medewerking ook bij de ver betering van de Achtmaalseweg zo groot De Voorzitter bevestigt, dat die medewerking is ieder geval be hoorlijk was. Hij onderscheidt, altijd drie gradaties: goed,beter en bes- Steeds tracht hij het beste te bereiken, lukt dit niet dan het betere. Er zijn aan de Achtmaalseweg nog wel wensen,maar daar is toch een goede lap afgegeven. De Heer van Bedaf wijst er op, dat het niet zo eenvoudig was daar, want dan moesten Oostvogels en Tax ook ruimen. De Heer Kunst blijft er bij, dat de weg veel rechter en dus veel korter had kunnen worden. De Voorzitter zegt, dat de verbindingsweg tussen Wernhout en Acht maal een beetje ongelukkigiser is echter niet zoveel moeite voor no dig geweest als b.v. voor Hulsdonk. De Heer de Bie voegt er aan toe: en bij de Beer. De Heer van Bedaf merkt op, dat van de Wall voor de Hulsdonkstraat ongeveer 2 HA .afgegeven heeft. De Voorzitter deelt mede, dat op het eerste briefje over de Lent- sebaan als antwoord kwam, dat van de Wall er mee accoord ging.Dat hij bij Verpalen iets terug wilde blijven, kan spreker zich best indenken. De, Heer Kunst zegt, dat hem dan veel kwaads verteld is,wat van de Wall niet verdient. De Voorzitter merkt op, dat het erg is zulke dingen te zeggen als men alles niet 100?o weet. De Heer de Meijer vindt het prettig als ér in 1956 aan dit plan begonnen wordt. De Voorzitter voegt er aan toe, dat dit alleen maar kan als alles dient; er kan b.v. een tekort aan werkkrachten ontstaan. De Heer van Bedaf vraagt nog of de Heistraat mogelijk op het electrisch net kan aangesloten worden,maar hierop gaat de Voorzitter niet in. De Heer Buijs zegt nog, dat als hij Wethouder Verhei jen goed begrepen heeft tenminste, de mensen op de Lent enz. moeten wachten op bericht van Burgemeester en Wethouders. Blad 4 Wethouder Verheijen bevestigt dit, Hij heeft al eens polshoogte genomen daar, maar de afstanden vallen niet mee. Als het waar is van die liter melk, die een koe meer geven kan,dan brengt dit,omdat er naar zijn globale berekening ongeveer 2.000 koeien in het nieuw aan te sluiten gebied staan, per jaar ongeveer 60.000,meer voor de betreffende bedrijven op. Zo bezien is de waterleiding dan goedkoop. Omdat niemand meer het woord verlangt of om stemming vraagt,wordt geacht dat het voorstèl van Burgemeester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschikbaar stellen van een crediet voor de aankoop van een nevelbrandspuit voor de brandweer.' Het is - zo leidt, de Voorzitter in- bekend, dat de oude brandspuit niet meer aan de, eisen voldoet en geen kentekenbewijs meer krijgt,zodat deze niet op straat mag komen. De spuit levert gevaar op op de weg, en is als spuit ook niet goed meer. Het rapport van de Inspecteur voor het Brandweerwezen verklaart die spuit ook niet meer voldoende en adviseert een nieuwe tanknevelwagen aan te schaffen. Wat dit is, hebt U allen kunnen zien. Het advies zal voldoende zijn voor Gedeputeerde Staten om de uitgaaf van ongeveer ƒ.55.000,— goed te keuren.Spreker denkt bij deze nieuwe spuit niet alleen aan de diensten,welke deze kan verrichten in gewone omstandig heden,maar vooral ook evengoed als indertijd bij de ambulance-wagen,en de gehele brandweer, aan andere tijden als er eens gevaar voor oorlog is e.d. zodat ook dan de helpende hand gereikt kan worden. Daarom willen Burgemeester en Wethouders het advies van de Inspecteur vol gen en voorstellen tot aanschaffing over te gaan en daarvoor een crediet van 55.000,beschikbaar te stellen. Burgemeester en Wethouders zullen dan in nauw overleg met de Inspecteur uitkijken welke wagen nu precies genomen moet worden. De Heer Nouws kan als buitenmens dit voorstel slechts toejuichen. Vooral de boeren en tuinders zullen er van kunnen profiteren.Hij noemt het een redmiddel, dat de spuit zelf water meebrengt,want in de zomertijd is vaak nergens water te vinden voor brandblussing. De Heer Buijs heeft indertijd de demonstratie niet gezien,maar over deze spuit niets als lof gehoord. Hij is vóór aanschaffing. Hij is het met de Heer Nouws eens, dat vooral de buitenwijken .hiermee gediend zijn. Sr is daar tekort aan bluswater, ook als straks de waterleiding er ligt, want er zijn daar niet voldoende brandkranen in. De mensen, die niet bij een brandkraan zitten, kunnen door die nevelspuit zeer geholpen zijn. De Heer Kunst vraagt of de ene spuit nog voor de volle 100 voldoet. Als de Voorzitter hierop bevestigend antwoordt, vraagt de Heer Kunst of het voor Zundert met zijn 2 of 5 brandjes per jaar nu beslist noodzake lijk is dat er een 2e spuit bijkomt en zo ja, moet die 2e spuit er dan een worden,die water bij zich heeft. Spreker heeft die spuit bij de demonstra tie gezien enze zelfs vastgehouden. Hij vraagt zich af of die spuit nu wel voldoende is om een boerderijbrand te blussen. Hij meent, dat ze voor een brandje in de dorpstraat of in de stad wel geschikt is,maar betwij felt dit voor een boerderijbrand. Het is toch ook zo dat na de nevelspuit onmiddellijk de andere brandspuit komt. Bovendien zijn straks alle wonin gen aangesloten op de waterleiding,behalve die dan ver daarvan af liggen, maar die zijn toch al verloren vooraleer zij de brandweer gewaarschuwd hebben. Is het - zo besluit spreker - dan wel nodig nog een nevelspuit aan te schaffen

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1955 | | pagina 41