- 6a
De heer Kunst doet het genoegen, dat er geen opzet is.
Hij is het er niet mee eens dat gezegd wordt, dat hij geen
xid van commissies wil zijn. Hij was vroeger lid van de
woningcommissie, waarbij hij ervaren heeft dat 5 leden
unaniem een beslissing namen en Burgemeester en Wethouders
met '3 personen juist het tegenovergestelde besloten. Toen
heeft^hij gezegd niet als Piet Snot behandeld te willen wor
den. In de commissie volkshuisvesting heeft hij direct zit—
udng genomen nadat er gezegd was, dat de raad uiteindelijk
.zou beslissen. Veronderstel - zo vervolgt spreker - dat 5
leden van een commissie iets besloten hebben, en de raad met
i-'S^sonen anders oeslist, dan legt hij zich daar bij neer.
Zo gaat het echter niet bij de woningnoodcommissie en daar
om ging hij er uit. De heer Mertens wil liever ook niet zo
behandeld worden. Over het niet-capabel zijn zegt spreker,
dat er vanavond verschillende zaken behandeld zijn.De heer
de Bie heeft iets uitgelegd over de waterleiding. Spreker is
geen specialist in financiën en moet afgaan op wat anderen
zeggen. Hij is echter niet de enige.
De raad kan nu eenmaal niet alles weten, maar toch houdt
spreker vol, dat als er eigenlijk niemand - de voorzitter
niet en de leden niet - capabel is, dan toch de minst niet
capabelen gekozen moeten worden en dat zijn de beide door
hem genoemde heren.Deze hebben meer ervaring. Spreker getuigt
dan van zich zelf,dat hij goed van vertrouwen is, en ver
zoen o nogmaals op de heer-Mertens te stemmen.
voorzitter zegt, dat het voorstel van hem afkomstig
f°* Heeft geen enkel bezwaar tegen de heer Mertens.
Deze heeft echuer ook in de 2e instantie pas een Commissie-
lidmaatschap aanvaard. Spreker wijst er op,dat de heer Kurst
vergeet dat de commissie uiteindelijk maar een adviserende
instantie is en verzoekt hem daarmede wel degelijk rekeninn
te houden.
De heer Kunst zegt, dat - omdat de raad uiteindelijk be
slissen zalhij zitting in de commissie volkshuisvesting
genomen heeft. Met die andere commissie is het echter anders
gesteld,
De voorzitter meent, dat het z.i. een plicht van de le
den is zitting te nemen in commissies om de belangen van de
gemeenschap beter te dienen. Weigert men dat, dan onttrekt
men Zxch aan die plicht. Er kunnen natuurlijk omstandighe
den zijn van werkzaamheden enz. maar dat is geen onttrek
ken, doch het cij voorbaat doen blijken, dat men een lid
maatschap niet kan aannemen.
De neer Kunst is het met de voorzitter niet eens. Hij
kan zich indenken dat iemand geen zitting wenst te nemen
omdat hij later het zijne wel in de raad kan zeggen.
De voorzitter meent, dat men in commissies beter geinforneerd
wordt dan anders. De bedoeling van de commissies is immers
alles tot in de finesses te onderzoeken en voorlichting te
ontvangen van deskundigen. Ook deze commissie zal zich wel
doen voorlichten; zij zal b.v. welstandtoezicht horen en
architecten. Als men in zulk een commissie zit,weet men van
de zaak veel meer af dan anders. Daarom is het eigenlijk al
gewenst, ornaat men dan de belangen van de gemeente beter kan
behar i^igen. x-lotseling kan men niet altijd een oordeel veilex
cf het is er vaak naast. Het is beter eerst toch de zaken
Blad 7.
grondig te onderzoeken.
De heer Matthijssen vindt het te bestuderen onderwerp,
dat op de agenda staat,niets voor hem. In zijn algemeenheid
is het natuurlijk bedoeld voor voorlichting.Eigenlijk is
niemand capabel en alleen door voorlichting is het mogelijk
iets hierover te weten. Hij vraagt of het de bedoeling soms
is over ieder bezwaar van een architect te vergaderen.
De voorzitter zegt, dat het zuiver gaat welke vorm in de
toekomst voor welstandstoezicht gekozen raoet worden; of zoals
het nu geregeld is of een supervisor. De commissie moet beoor
delen hoe het welstandstoezicht het best geregeld kan worden.
Daarom heeft spreker met opzet de wethouders en hemzelf er
buiten gehouden.
De heer Matthijssen vindt de heer Mertens zeer zeker be
ter dan zich zelf. ^Is er echter gevraagd wordt om zitting te
nemen, meent hij zich daaraan niet te mogen onttrekken.
De heer Mertens wil er nog op wijzen, dat hij bedankt
heeft voor een commissie om een feit, zoals de heer Kunst al
noemde. Een lidmaatschap van een andere commissie heeft hij
aanvaard
De heer Hense heeft ook'in de zgn. vorderingscommissie
gezeten.De wethouder heeft toen gezegd dat er gevorderd moest
worden. Op zijn vraag of er nergens huizen leeg stonden, werd
toen neen geantwoord, maar achter het gemeentehuis stond toen
een groot huis leeg.
De voorzitter laat hierna tot stemming overgaan en ver
zoekt de heren van Alphen en Hense als stemopnemers te willen
fungeren. Hij schorst hierna de vergadering.
Ka ongeveer 10 minuten heropent de voorzitter de verga
dering. Ingeleverd blijken dan 13 stembriefjes. Uitgebracht
zijn op de heer Matthijssen 7, de heer Hense 12, de heer
Mertens 8, de heer Buijs 13, de heer Nouws 8 de heer van Bedaf
12 en de heer de Meijer 5 stemmen, zodat de heren Buijs, van
Bedaf, Hense, Mertens en Nouws gekozen zijn.Op een desbetref
fende vraag van de voorzitter geven alle gekozenen te kennen
hun benoeming aan te nemen.
Wijl er verder niets meer te behandelen is,, sluit de
Voorzitter de vergadering met het gebed
"God, wij danken U voor dezen arbeid en bidden U, dat Gij hem
wilt doen gedijen en strekken tot heil der gemeente welker
belangen aan onze zorgen zijn toevertrouwd.
Moge er vrede en welvaart heerschen.Amen"
DE KAüD VOORNOEMD,
DE SECRETARIS?- Dl\ VOORZITTER
H/D.