- 5a - Omdat niemand stemming vraagt wordt het voorstel geacht zonder hoofdelijke stemming te zijn aangenomen. X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik baar stellen van een eenmalige subsidie aan de Stichting Herdenking Brabantse Gesneuvelden. er De-voorzitter zegt, dat deze stichting voor de laatste maal een subsidie vraagt van -g- cent per inwoner om de laatste hand te leggen aan het Brabant monument.Het kerkje te Waalre is al geheel bestemd voor de onbekende Brabantse soldaat. Des tijds heeft de gemeente ook subsidie gegeven voor het aan brengen van borden met namen. Het thans gevraagde subsidie is voor het aanbrengen van een carillon. Burgemeester en Wethou ders stellen voor ook ditmaalomdat het de laatste keer is, welwillend op het verzoek te beschikken en ongeveer 50, voor dit kerkje beschikbaar te stellen.Zonder hoofdeliike stemming wordt daartoe - besloten. nuuiueiijme Al. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het van overeenkomstige toepassing verklaren van het rijksuit- keringsbesluit over het 1e half jaar 1955 op de salarissen van het gemeente-personeel. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt dit voor stel aangenomen. XII. Benoeming van een commissie ad hoe ter bestudering van het vraagstuk over welstandstoezicht» De voorzitter zegt, dat indertijd besloten is een commis sie van onderzoek in te stellen. Nu is het zo, dat de voorzitt de raad kan vragen of hij die commissie mag samenstellen,maar liever heeft hij dat de raad dit doet. Naar zijn mening horen in de commissie zitting te hebben de heren van Bedaf en Hense,BuijsMatthijssen en de Meijer. Hij vraagt wie het woord hierover wenst. De heer Kunst zegt, dat bekend is, dat hij heeft voorge steld een commissie ad hoc in te stellen. Dit voorstel is door de raad aangenomen en nu is er dan de aanbeveling van Burge meester en Wethouders voor de leden dier commissie. De voorzitter onderbreekt de heer Kunst met de opmerking, dat niet Burgemeester en Wethouders maar de voorzitter persoon lijk deze aanbeveling doet. De heer Kunst vervolgt dan, dat hij niet weet of het wel in overeenstemming met de goede parlementaire zeden is, dat de voorsteller van een commissie daar opzettelijk buitengehouden wordt. Hij kan dit overigens wel begrijpen, want wie kaatst moet de bal verwachten. Hij geeft toe in vorige vergaderingen aardig gekaatst te hebben en het verwondert hem nu dan ook niet de bal toegeworpen te krijgen.Nu hij hoort,dat de Wet houders niet betrokken zijn bij deze aanbeveling, zal hij de rest^, wat hij hierover zeggen wilde maar inhouden. Spreker kan nest begrijpen, dat hij niet in die commissie gewenst wordt. In alle nederigheid erkent hij geen specialist te zijn op welstandsgebied.Maar hij is toch ook weer niet zo nederig aan te nemen, dat hij de genoemde personen wel capabel acht. Als het was, dat deze stuk vx>r stuk met kop en poten boven hem uitstaken, dan was het anders, maar nu is het erg en veel erg. Hij hoopt zich parlementair uit te drukken en noemt het rond weg een schandaal. Eenmalige sul sidie Herdenk Brabantse Ges; velden. Toepasseli.ik verklaring ri jksuitke- ringsbesluit 1e half jaar 1955. Commissie ad. hoe Welstand] toezicht. Blad 6. Er zijn 13 raadsleden en hij gelooft niet, dat er iemand van deze 13 zal ontkennen dat er 2 onder hen zijn die door hun speciaal werk als aannemer en bouwer zeker capabel zijn en meer dan ieder 11 anderen in aanmerking komen. De heer Hense is als lid voorgesteld en hij gaat daarmede aceoord. Maar het is een schandaal dat ook de andere niet voorgesteld is, met name de heer Mertens; deze is ook met opzet gepasseerd.Spreker neemt aan, dat dit gedaan is om deze en hemzelf te treffen en hij noemt dit nogmaals een schandaal. Hiermede - vervolgt spreker - is bewezen, dat niet gekeken wordt naar het belang van de gemeente Zundert. Dit wordt ver waarloosd als er controle over welstandstoezicht nodig is en één van de twee capabelen uit de commissie gehouden wordt. Spreker protesteert hiertegen en verzoekt de heer Mertens te kiezen. De voorzitter is ten dele heel prettig gestemd over het geluid van de heer Kunst. Hij verzekert, dat er geen opzet in het spel is. Niet ieder raadslid' kan in een commissie zitten. De commissie volkshuisvesting heeft zich zelf van da kaart ge veegd en oorspronkelijk heeft de heer Kunst geweigerd in com missies zitting te nemen en ook de heer Mertens.Spreker vindt het jammer, dat de heer Kunst spreekt van het verwaarlozen van J de gemeente-belangen; hij veronderstelt, dat de raad dit wel op zijn fatsoen zal trekken.Er bestaat voor de leden een be paalde verplichting om in commissies zitting te nemen, maar dé heren Kunst en Mertens hebben dit absoluut geweigerd. De commissie volkshuisvesting heeft de heer Kunst zelf geweerd. Het gaat hier nog niet zoals b.v.in Amsterdam en daarom heeft spreker gemeend de heren, die geen prijs stellen op commissies, niet voor te dragen. Prettig - aldus de voorzitter - is het te horen dat de heer Kunst bekeerd is en dat hij op zijn schreden terug wil komen. Capabel zijn is volgens de voorzitter een'groot woord; hij ves tigt er de aandacht op dat eigenlijk niemand uit deze vergade ring capabel is om te beoordelen wat welstandstoezicht is, want dit is een heel apart vak en de commissie zal zich dan ook een oordeel moeten vormen aan de hand van inlichtingen van. instanties enz. Een aannemer is nog geen architect en ieder architect kan nog geen welstandstoezicht houden. Ook architec ten moeten leren door het vele doen en niets lievgj ziet spreker dan dat Zundertse architecten zich tot op grote hoogte weten op te werken, dat Zundert een mooie gemeente wordt en blijft .Dat inoet ook de taak van de raad zijn. Het is gemakke lijk hier en daar wat neer te flansen, maar moeilijk is het iets mooiste makeg^wat over 100 jaar nog mooi zal zijn.Dit is ook een architect^wel bewust want anders zou hij geen archi tect zijn. Wij hebben van deze materie geen van allen verstand en door voorlichting zal dan ook moeten komen vaststaan of welstandstoezicht verantwoord is in de tegenwoordige vorm of wel of het wenselijk is het anders te regelen. Niemand uit de raad zal zeggen dat er geen welstandstoezicht nodig is, althans algemeen genomen.Iedere architect is verplicht er van te maken wat hij kan, maar hij kan ook falen en jonge architecten moe ten veel leren. Een architect is direct ook nog geen kerken- of scholenbouwer. Gapabel - zo besluit de voorzitter - is eigenlijk niemand van ons, ook niet de heren Hense en Mertens Nogmaals verklaart hij dat hier geen opzet in het spel is en verheugt hij er zich over dat de heer Kunst op zijn standpunt is teruggekeerd. N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1955 | | pagina 30