De heer Kunst denktdat deze hun goedkeuring zullen ge-
van evenals ze dit vroeger deden.
De voorzitter merkt op, dat het ligt aan het advies van
de Inspecteur; deze is deskundig en zij zullen dit volgen.
De heer Kunst zegt, dat in het blad "Schoolbestuur"dat
uitgegeven wordt vanwege het Centraal Bureau,staatdat alle
scholen dit kunnen krijgen.
De heer Buijs meent, dat - als het is zoals de heer Kunst
zegt, dat ook Achtmaal en KI.Zundert dit hebben gekregen -
het billijk is, dit ook aan Wernhout te geven. De raad kan
daartoe toch besluiten.
De voorzitter stelt dan voor in de inzendbrief van het be
sluit te zetten, dat uit de raad gebleken is, dat ook Achtmaa
en kl.Zundert deze medewerking eens hebben gekregen; dat
Wernhout er ex.art.72 mogelijk wel geen recht op heeft, maar
dat de billijkheid in dit geval medewerking eist. Hij vraagt
of de raad er zo mede accoord kan gaan, waarna zonder hoofde
lijke stemming en in afwijking van het voorstel van Burge
meester en Wethouders de gevraagde medewerking ook voor de
nieuwe rekenmethode wordt verleend.
IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik- itfkoop onren-
baar stellen van een crediet van 156.360,voor de af- dabele kosten
koop van de onrendabele kosten inzake de aanleg van de waterleiding.
waterleiding.
De voorzitter zegt, dat bij de aanleg van de waterleiding
zo is overeengekomen, dat in 1961 de gemeente 1716 aangesloten
percelen garandeert. Het aantal percelen wordt wel van jaar
op jaar groter,maar in 1961 is dit aantal bepaald. Dit aan
tal zal dë gemeente evenwel nooit kunnen halen en dan moet
er 16,50 per perceel betaald worden, dat minder aangeslo
ten is. De gemeente zal dan naar schatting moeten gaan beta
len ongeveer 500 x 16,50 of ongeveer 10.000,Nu is
daar een wetsontwerp of is het misschien al tot wet verhe
ven?) krachtens hetwelk het rijk toesegt in een groot aantal
onrendabele gebieden in de aanlegkosten te subsisieren. Dit
subsidie bedraagt dan 65 c/° van de kosten; de provincie past
dan nog een 7 i° bij, zodat er uiteindelijk voor de gemeente
nog maar 28 c/o overblijftIn deze geest zullen volgend jaar
nog eens 412 percelen worden aangesloten en nu is van de wa
terleiding-maatschappij gedaan gekregen de laatst aangesloten
gemeente (d.w.z.ZundertRijsbergen, Chaam en Baarle-Nassau)
reeds als onrendabel gebied te beschouwen.Zodoende betekent
dit voor Zundert een groot voordeel. De Maatschappij heeft
uitgerekend, wat het onrendabele deel der kosten is; dit be
loopt 558.440, Rijk en Provincie passen hierin 72 °/o of
ongeveer 400.000,bij en de rest blijft dan ten laste der
gemeente. De rente hiervan bedraagt, berekend tegen 3 t on
geveer 5000,In het bovenomschreven geval zal de gemeent3
reeds in 1961 10.000,moeten gaan betalen, zodat dus een
voordeel van 5-000,wordt verkregen. Namens Burgemeester
en Wethouders stelt hij daarom voor tot afkoop van dit deel
der kosten over te gaan door uitkering van 156.300,-r- aan
de Maatschappij.
De heer de Bie heeft dit alles niet goed begrepen.Op zijn
vraag of dit over de kapitaaldienst loopt, krijgt hij van de
voorzitter een bevestigend antwoord.Het tekort aan percelen is
volgens spreker 574, waarvoor 16,50 per perceel betaald
Blad 5
moet worden of 8.481,per jaar.Die 8.481,zijn af te
kopen tegen 156.300,in een keer. Eer echter die 8.481
betaald is op die 156.300,gaan er 19 jaar over heen; dus
in die 19 jaar storten we 156.300,ineens en zijn we de
rente ad 3t "1° per jaar kwijt-; dit komt op 156.300,x 3-
ruim 5.000,welk bedrag toegelegd xrordt op interest.
Dus op 19 jaar verdienen we door niet ineens te betalen 19 x
5.000,Met andere woorden zo vervolgt spreker als we ge
woon doorgaan, kunnen.we 19 jaa.r over die 156.300, doen;
we hebben dan 19 jaar 5000,— gespaard en daarvan kunnen we
nog eens 12 jaar die 8.481,— betalen. Het komt hem dan ook
voor dat het voordeliger is per jaar 8.482,— te betalen
dan nu ineens 156.300,--, tenzij de regering zou zeggen;
Zundert komt een hoop tekort en daarom meer zou bijdragen.
Zo niet, dan is 8.481,— goedkoper want dit bedrag wordt
kleiner door neiuwe aansluitingen. Als er ieder jaar 40 of
50 huizen bijkomen, levert dat ieder jaar ook veel aanslui
tingen op. Dus: tenzij ook bij de nieuwe aansluitingen nieuwe
voorwaarden gesteld worden, want anders zijn er in de.uoekomst
mogelijk maar 550 aansluitingen tekort en dan wordt het steeds
minder.Spreker concludeert dan dat het voordeliger is gewoon
door te betalen.
De voorzitter verduidelijkt dan een en ander. Die betaling
van 8.481,is bij wijze van spreken eeuwigdurend. Bij nieuws
bebouwing kan het wel wat schelen en hij geeft daar een voor
beeld van.
Door aanneming van dit voorstel, zo vervolgt hij, moet
per jaar 5.000,betaald worden. In het andere geval dient
voor mindere aansluitingen, dan gegarandeerd is, ongeveer
8.000,betaald te worden, alzo per jaar 3,000,— per
jaar meer.Hiervan zal wel iets afgaan nog voor de nieuwbouw,
maar nooit zoveel dat die 3-000,ingehaald worden. Hij
gaat er mee accoord als de heer de Bie dit alles per jaar wil
bekijken maar dan pas vanaf 1961 en dan blijft de last ten
eeuwige dagen.Verder pleit hij nog voor aanneming van dit
voorstel de situatie, welke straks zal ontstaan als straks de
nieuwe 412 percelen aangesloten worden, waarvan de kosten op
gelijke wijze behandeld worden, zodat dan alles in één vlak
komt te liggen.
De heer de Bie vraagt of die 412 percelen dan niet in
mindering gebracht worden, hetgeen de voorzitter ontkent.
Hiervoor wordt weer een geheel nieuwe berekening opgesteld.
De heer Buijs attendeert de heer de Bie er op, dat hij met
zijn becijferingen 1.000,— hoger komt. Uit de inlichtingen
van de voorzitter heeft hij gehoord dat de nieuwe aansluitin
gen niet afgaan van het tekort op de gegarandeerde aansluitin
gen Er zijn dus uiteindelijk 9.500,betaald moeten
worden als er niet tot afkoop overgegaan wordt.Doet de raad
dit wel, dan zal er betaald moeten worden ongeveer 5-000,—
rente nog aflossing, in totaal ongeveer 6.800,zodat
het voorstel van Burgemeester en Wethouders dus een voordeel
oplevert van f 2.700,Hij meent, dat men het voordeligste
moet nemen en dus tot afkoop overgaan.
De voorzitter onderstreept dit.
De heer de Bie erkent daB,dat hij een rekenfout heeft ge
maakt, waarop de voorzitter zegt, dat dit alles aan het prin
cipe niets afdoet.
s. 17192 II