- 7a -
De voorzitter vraagt hierna of de Raad het voorstel van
Burgemeester en Wethouders kan aannemen.
De Heer de Bie zegt er prijs op te stellen, dat hij tegen
dit voorstel is omdat hij niet anders kan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel hierna aan
genomen.
TIC
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen
van medewerking voor de aanleg van een centrale verwar
ming in de R.K. Lagere School te Achtmaal.
De voorzitter licht toe, dat de Bijzondere School in Acht
maal medewerking gevraagd heeft voor het aanbrengen van een
centrale verwarming met oliestook en verbouw. De Inspecteur
van het Lager Onderwijs heeft de noodzaak hiervan ingezien
en adviseert de gevraagde medewerking te verlenen.
De kosten zullen bedragen:
voor de verwarming f.12.800,--
voor de verbouwing, welke hard nodig is, voor
toeletten enz., waarvan de Heer Kunst zo goed
weet, dat het Inderdaad nodig is.7.000.—
Totaal. .f.19.800.—
Als deze verbeteringen zijn uitgevoerd, zal de school in
Achtmaal weer een goede school zijn.
De Heer Kunst merkt op, dat er volgend jaar een nieuw lo
kaal bijgebouwd wordt en vraagt of het de bedoeling is die
verwarming nu aan te leggen of later bij de aanbouw.
De voorzitter antwoordt, dat de Raad al eerder medewerking
heeft verleend voor de bouw van een nieuw lokaal, maar dat
was vóór de tijd van de Heer Kunst tegelijk met de verbouw
voor Wernhout.
De Heer Kunst meent, dat t.z.t. ook Klein-Zundert met een
zelfde verzoek zal komen, waarna de voorzitter zegt, dat dan
alle scholen ook gesteld zijn.
Hij vraagt hierna of nog iemand het woord verlangt. Omdat
niemand stemming verlangt, wordt het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders hierna zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het toeken
nen van een bijdrage aan de Provincie Noord-Brabant in
de kosten van, verbetering van de uitmonding der Prinsen
straat op de Molenstraat.
De voorzitter zegt, dat er van de Provinciale Waterstaat
een plan is binnengekomen tot verbetering van de uitmonding
(jer Prinsenstraat op de Molenstraat en de uitmondingen van
de Blauwstraat en Nachtegaalstraat. De provincie is met die
verbetering eigenlijk al doende geweest en in dat kader is
b.v. de werkplaats van van der Kloot weggekocht. Lr zijn
echter nog meer panden en daarover heeft de Provinciale Wa
terstaat de volgende brief geschréven:
Onder verwijzing naar de destijds met de Burgemeester van
Uw gemeente door de Hoofdingenieur Ir. J.H.G. Smits en de
Ingenieur Ir. A.J. Sweringa van mijn dienst gevoerde bespre
king bericht ik U het volgende.
De uitmonding van de provinciale weg Rucphen-Zundert op
de rijksweg in de kom van Uw gemeente is zeer onoverzichte
lijk en nauw.
Medewerking centrale
verwarming Bijzondere
School Achtmaal
Verlening bijdrage ver
betering uitmonding Pro
vinciale weg.
Blad 8
Teneinde hierin verbetering te brengen is door mijn dienst in over*
leg met de ontwerper van het uitbreidingsplan van Uw gemeente een
plan opgesteld.
Ten behoeve van de realisering van dit plan is het noodzakelijk,
dat ter plaatse langs de provinciale weg rooilijnen worden vastge
steld door middel van een gemeentelijke rooilijnverordening.
Op de hierbijgaande tekening reg. 6342 B5 is bovenbedoeld plan
aangegeven.
Daar de voorgestelde verbetering ook voor Uw gemeente van belang
is, acht ik het redelijk, dat in de kosten van de aankoop van de
panden, welke voor de verwezenlijking van het plan moeten worden
geamoveerd, door Uw gemeente wordt bijgedragen.
Een verdeling, waarbij van de kosten 40% ten laste van de gemeente
en 60% ten laste van de Provincie komen, lijkt mij aanvaardbaar.
De kosten van de wegverbetering met uitzondering van de kosten
van de aanleg van voetpaden en van de afwatering, komen geheel ten
laste van de Provincie.
Het ligt uiteraard in de bedoeling het ontworpen plan geleidelijk
te realiseren.
Ik verzoek U mij te willen berichten, of U kunt instemmen met het
ontworpen plan en met de voorgestelde kostenverdeling;, voorts zal
ik gaarne van U vernemen of Uw gemeente in beginsel bereid is, te
bevorderen dat de onderhavige rooilijnen door middel van een ge
meentelijke rooilijnverordening zullen worden vastgesteld.
Indien U met het vorenstaande in beginsel kunt instemmen, zal ik
het College van Gedeputeerde Staten de nodige voorstellen doen toe
komen.
Het gaat hier dus, zo vervolgt de voorzitter, speciaal over de
panden van de Wed. Franken en van Erk, die nodig zijn om behoor
lijke uitzichthoeken te maken. Allemaal kunnen we het er wel/eens
zijn, dat deze verbetering wenselijk is. De provincie stelt voor
in de aankoopkosten een bijdrage van 40$ voor de gemeente, terwyl
de provincie zelf 60$ zal dragen. In B. W. is dit langdurig be
sproken; het is moeilijk te zeggen1deze verhouding juist is; de
gemeente belangen zijn echter duidelijk onderschreven. De bepaling
dezerzijds van de verhouding is juist zo moeilijk gezien de wijze, i
waarop de provincie als regel koopt. Burgemeester en Wethouders
zijn wel bereid de gevraagde bijdrage van 40% te verlenen, maar
anderzijds bestaat de mogelijkheid zich wel in principe voor het
voorstel van de provincie te verklaren en zich het recht voor te
behouden het percentage der bijdrage te bepalen bij de aankoop der
panden. Burgemeester en Wethouders zijn hiermede in beginsel wel
accoord, maar nu moet de Raad zich uitspreken. Behoudt deze zich
de prijs der panden voor in verband met de bijdrage-verlening,
dan houdt dit eigenlijk in, dat de provinciale plannen min of meer
op losse schroeven komen te staan, maar het lijkt Burgemeester en
Wethouders toch wel gewenst eerst bij aankoop der panden defini
tief te beslissen. Hij vraagt hierna wie der leden hierover iets
te zeggen heeft.
De Heer de Bie informeert waarvan die 40% gevraagd wordt en de
voorzitter zegt: van de aankoopsom der panden. Hij voegt er nog
aan toe, dat de provincie niet royaal is bij de aankoop en di
bovendien zeer geleidelijk doet; hij verzekert dat in deze op de
goede trouw van de provincie gerekend kan worden.
De Heer de Bie vraagt nog of dit voorstel van de provincie zelf
komt, waarop de voorzitter bevestigend antwoordt. Dan heeft zo
merkt de Heer de Bie op, de provincie er dus meer belang bij dan
de gemeente.