- 4a - van het plan plaats vindt en er nieuwe vormen gekozen worden. De Heer Buijs veronderstelt, dat - indien dit niet nodig is die gronden nimmer voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden. De voorzitter beaamt, dat er nu niet meer op gebouwd mag worden; blijkt later behoefte daaraan, dan kan er een wijzi ging van het plan komen. De Heer Kunst vindt het spijtig, maar hij meent er bij te moeten blijven, dat nodig is een besliste uitspraak van de Raad voor de bebouwing van de kommen. De Raad moet beginnen met de straten, welke hij zo even genoemd heeft vol te bou wen met de verschillende types huizen en later pas in het zelfde plan verder gaan. Hij meent de Raad beslist te moeten voorstell en dit aan te nemen. De voorzitter noemt dit een overbodige aanvulling. Burge meester en Wethouders immers doen de Raad voorstellen tot aankoop; zegt de Raad neen, dan zal er ergens anders aange kocht moeten worden. De Heer Kunst vraagt of de Raad dit dus bepalen kan. De Heer van Dael geeft als zijn mening, dat vooraf niet te bepalen valt, wat nodig is; zie b.v. naar het riolerings plan. De Heer Kunst wil de mensen gelegenheid geven op rustige manier elders aan grond te komen. De Heer van Dael stelt, dat het bepalen van de stadia van uitvoering meer op technische overwegingen zal rusten dan op beginselen. De Heer Kunst vindt het bouwen aan bestaande straten eerste eis. De voorzitter weerlegt de bewering van de Heer Kunst, dat toch alleen maar naar behoefte gekocht wordt. Stel b.v. dat er hier een H.B.S. zou komen en voor het personeel daar van zijn 12 middenstandswoningen nodig, dan zal daarvoor de nodige grond gekocht moeten worden. Het vooruit aankopen van de grond is altijd veel voordeliger, omdat ten eerste alle gronden verpacht zijn. Koopt men heden, dan kunnen de pach ters rustig naar andere grond uitzien. Koopt men eerst op de dag van de behoefte en er is dan aanstonds geen gelegenheid om andere gronden in gebruik te krijgen, dan betekent dit voor de gemeente grote schade, omdat er een inkomen-vergoe ding tegenover moet staan. Zo is er nu b.v. al iemand bij hem geweest voor een boerderij in de N.O.-polder, omdat hij ziet aankomen, dat hij mettertijd zijn grond kwijt raakt. Inneming van het standpunt van de Heer Kunst, het kopen bij de bestaande behoefte, zal zo een man duperen. Het is meer juist hem de gelegenheid te geven ergens anders gesteld te komen of een vak te leren; men moet deze mensen niet het mes op de keel zetten. Hoe meer en hoe eerder ze gewaar schuwd worden hoe beter. De Heer Kunst meent, dat hij direct dupeert de mensen langs de bestaande straten maar meent ook, dat de anderen dan het gevaar toch ook zien aankomen. De voorzitter zegt nogmaals, dat de Raad zelf ie zeggen heeft tot hier toe en niet verder, waarop de Heer Kunst op werpt, dat dit dan NU wel kan gebeuren. De voorzitter werpt daartegen op, dat de omstandigheden zich telkens wijzigen en wijst met name op het later te be handelen agenda-punt om 5 woningwet-woningen te bouwen; Blad 5. uiteindelijk moet er toch grond direct beschikbaar zijn om ze te kunnen bouwen. De wijziging van de toestand meent de voorzitter niet duidelij ker te kunnen aantonen dan door de Nachtegaalstraat tot voorbeeld te stellen. Hoe eerder uiteindelijk de belanghebbende gewaar schuwd zijn hoe beter: dit is een direct belang voor de mensen; zolang de grond niet gebruikt behoeft te worden door de gemeente kunnen zij hem nog exploiteren. De Heer Kunst begrijpt het allemaal toch niet goed. Als het plan aangenomen wordt, kan er op wel 10 plaatsen gebouwd gaan worden. De mensen worden hierdoor toch gedupeerd. Als we de genoemde stra- ten volbouwen, is de rest der mensen voorlopig gerust tot alles vol is. De voorzitter zegt nog, dat de gemeente de toestand toch zelf in de hand heeft en dan is een besluit, zoals de Heer Kunst bedoeld, overbodig. De Heer de Bie meent de Heer Kunst te begrijpen; deze vreest n.l. dat er zoveel grond gekocht zal worden, dat alle mensen bang zijn» Als de bedoeling van de Heer Kunst vastgelegd wordt, krijgen de mensen meer zekerheid. De voorzitter stelt, dat rechten, welke de wet geeft, niet nog eens in een besluit vastgelegd kunnen worden. De Heer Kunst wijst er nog eens op, dat nu hier dan w«er daar ge bouwd kan worden, hetgeen erg lastig is voor de grondeigenaren, omdat die dan niet rustig naar andere grond kunnen uitkijken. De voorzitter vindt het dwaasheid om tot zo iets te besluiten. De Heer Buijs meent, dat de Heer Kunst bedoelt de verplichting op te leggen in een bepaalde straat te bouwen, b.v. aan de grote weg. Vraagt men elders te bouwen, dan moeten Burgemeester en Wethouders dit weigeren zolang er aan die weg ruimte is. De voorzitter wenst een einde te maken aan deze discussie en zegt, dat de gemeente over particulier terrein niets te zeggen heeft; zonder aankoop van gronden door de gemeente zou er practisch nie mand kunnen bouwen. Hij hoopt thans voldoende duidelijk geweest te zijn en verzoekt de Heer Kunst - zo hij deze zaak nog niet be grijpt - bij hem op zijn kamer verder te komen praten na gezamelyk 3 weesgegroeten voor de H. Geest gebeden te hebben, waarop de Heer Kunst van zich zelf zegt, dat hij veel licht nodig heeft. De Heer Matthijssen heeft de bestemming van het agrarisch deel der gemeente gezien en alle inlichtingen verkregen van de secreta ris, die hij daarvoor nog hartelijk dankt. Uit de vele voorschrif ten is hem wel duidelijk geworden, dat de grondoppervlakte voor tuinderijen z.i. wel minder kan bedragen, terwijl ook nog de per ceelsbreedten aan bepaalde voorschriften onderhevig zijn. Met ge noegen heeft hij gehoord, dat Burgemeester en Wethouders van stand punt t.a.v. het agrarisch deel der gemeente gewisseld zijn en dit nu even willen terug houden in verband met de vele restricties. Dit doet hem veel genoegen en hij hoopt, dat t.z.t. de Raad ander- 1 maal bevoegd tot spreken zal zijn. Tenslotte wil hij nog vragen wat er gebeurt als de Raad het plan nu eens niet aanvaardt. De voorzitter antwoordt hierop, dat de Raad zich inderdaad later over het plan in hoofdzaken zal moeten uitspreken. Indien het plan niet aanvaard wordt, weet hij niet aanstonds wat er zal gaan ge beuren. Gedeputeerde Staten kunnen een plan opleggen; omdat het voorliggende plan geheel met de P.P.D. is doorgenomen, zal het wel dit plan worden. Volgende week wordt in een vergadering van de Agrarische Advies-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1953 | | pagina 63