- 3a -
De Heer de Bie vraagt dan begrip ook voor zijn standpunt.
Hij heeft indertijd die grond niet gekocht voor de verkoop
en hij ziet altijd nog liever een kriekenboom voor zijn deur
dan een viswinkel. Altijd en overal wordt hij aan zijn jas
getrokken; hij heeft de kwestie van de 2 huizen genoteerd en
gaat daarmee accoord. Als huurder van de percelen aan de tram
wissel van de Heer Segelaar wil hij nog wat vragen over de
exploitatie van die grond. Bij de secretaris heeft hij de te
keningen gezien, waaruit komt vast te staan, dat de riolering
van de Willem Passtoorsstraat niet vanaf het huis van Lase-
roms langs het proppenfabriek naar de grote weg gaat, maar
van het huis van Laseroms naar de grond van de Heer Segelaar
en over deze grond naar de uitmonding tegenover Arnouts. Als
die riolering gauw gelegd gaat worden, dan moet hij daar
weer met zijn planten gaan lopen. Omdat hij overal dicht bij
zit, wordt hij thans de dupe. Hij vraagt tenslotte of dat
rioleringsplan wel zo moet liggen.
De voorzitter merkt op, dat het rioleringsplan geheel bui
ten Ir. van Dael om is opgemaakt door het Ingenieursbureau
Witteveen en Bos.
De Heer de Bie zegt daarop, dat hij meent verplicht te zyn
ook ten behoeve van de Heer Segelaar deze vraag te stellen.
De voorzitter stelt dan, dat de kwestie van de riolering
van de Willem Passtoorsstraat een apart agenda-punt vormt.
Verder deelt hij mede, dat aan de Heer Segelaar gevraagd is
het stuk grond, dat thans door de R.B.T. ontruimd is, aan de
gemeente te verkopen en of daarover met hem te praten viel.
De Heer Segelaar echter zag in een en ander aantasting van
zijn rechten en vond het niet nodig over aankoop van gedach
ten te wisselen. Later stond in de krant een advertentie van
de Heer Segelaar, waarin hij aan de tramwissel bouwgrond te
koop aanbood. Spreker wijst er op, dat de onwetende koper
hier gemakkelijk had kunnen invliegen voor een prijs van
f.5,terwijl de gemeente later met aankoop of onteigening
komt voor f.1,per m2. In een vorige vergadering is er,
naar de voorzitter meent door de Heer Kunst, op gewezen, dat
de mensen er in konden vliegen. Daarom heeft de voorzitter
een advertentie in de krant doen opnemen, waarin ieder, die
grond wenst te kopen, aangeraden wordt zich eerst op Gemeen
te-Werken te overtuigen of de betreffende grond wel voor
bouwgrond bestemd is. De eigenaren willen zoveel mogelijk
van hun grond maken, maar als de gemeente verkoopt, wordt
op de grond geen winst gemaakt. Er is al genoeg geschipperd
moeten worden en het is niet juist, dat particulieren met
geld van de gemeenschap gaan lopen.
De Heer Verheijen heeft met Ir. Bos de riolering nader be
keken en licht op verzoek van de voorzitter deze kwestie
als volgt nader toe. De Heer de Bie heeft in zijn beweringen
wel enigszins gelijk, maar hiervan hebben Witteveen en Bos
niet direct de schuld. De kwestie is n.l. zo, dat de gemeen
te de uitmonding van de Willem Passtoorsstraat niet mag ma
ken waar ze dat wil. Rijkswaterstaat heeft in deze niet in
één vinger maar een hele hand in de pap. Wij wensen het
heus wel anders; ook voor de Vincent van Goghstraat geldt
hetzelfde. We moeten hiervoor niet het Ingenieursbureau of
het Architectenbureau aanzien, want zij moeten zich houden
aan de voorwaarden, welke Waterstaat stelt. Als de weg an—
Blad 4.
ders komt te liggen dan de riolering, dan is die situatie te wij
ten aan Rijkswaterstaat, maar het plan wordt zo het voorligt gerea
liseerd.
De voorzitter acht deze toelichting ruim voldoende.
Wethouders Verheijen zegt nog, dat het hem niet bekend is of Witte
veen en Bos besprekingen gevoerd hebben, de inrij der Willem Pas
stoorsstraat is nog niet helemaal definitief. Er is uitgegaan van
het plan langs het R.B.T. gebouw. Hij vraagt zich verder af of we
met de riolering wel gebonden zijn aan de Willem Passtoorsstraat.
De behoefte aan de uitmonding der Willem Passtoorsstraat zou z.i.
wel eens kunnen komen te vervallen.
De voorzitter zegt, dat Witteveen en Bos deze kwestie in zeer
ruime mate bezien hebben. De riolering mag b.v. ook niet door de
Rijksweg, ook b.v. niet langs de Molenstraat.
De Heer de Bie werpt op, waarom dan de riolering niet recht onder
de weg door naar de Wed. Nelemans gelegd wordt»
De voorzitter stelt hiertegenover, dat het maken van riolerings
plannen een vak apart is. Met Rijkswaterstaat is dit alles opgeno
men maar een andere oplossing is niet mogelijk.
De Heer de Bie merkt nog op, dat als de riolering gelegd wordt
aan deze kant van Arnouts, dan moet deze toch altijd nog onder de
rijksweg door; hij vraagt of deze dan door de grond van van Ginne-
ken e.a. of door de Provinciale weg of er langs.
De voorzitter heeft het rioleringsplan niet bij de hand; zo uit
het hoofd kan hij zich de loop van de riolering niet herinneren,
maar vermoedelijk gaat deze niet door de Provinciale weg. Wat het
voordeligst is, zal zeker geschieden. Hij heeft alle vertrouwen in
Witteveen en Bos en van Geffen, die dit plan zo minutieus mogelijk
bekeken hebben en dit de enige oplossing achten. Misschien is nog
te vragen, waarom zij dit zo denken te doen.
De Heer de Bie zegt, dat er in zijn kwekerij gemeten en geboord
is; hij weet niet waaraan hij toe is en wordt graag op de hoogte
gebracht van wat er gebeurt.
De voorzitter veronderstelt, dat het hier de hoogte meting voor
de riolering betreft.
Wethouder Verheijen vestigt er de aandacht op, dat de technische
moeilijkheden ter plaatse enorm zijn omdat het moerriool zodanig
diep (en daardoor kostbaar) wordt, dat huisaansluitingen zonder
meer niet mogelijk zijn. Dit primaire riool komt op een diepte van
4 meter onderkant, terwijl daarnaast een secundair riool voor huis
aansluitingen gemaakt moet worden.
De voorzitter vindt, dat de heren nog al ver van het uitbreidings
plan zijn afgedwaald en vraagt of het nog wenselijk geacht wordt
de door hem gegeven antwoorden door de Heer van Dael te doen aan
vullen.
De Heer Buijs is over het industrieterrein nog niet tevreden.
Door opname van dit terrein in het uitbreidingsplan is het indu
strieterrein niet meer te verleggen, waardoor een bepaalde onmacht
gelegd wordt op die gronden. Hij vindt het verder bezwaarlijk,dat
links van de weg niet gebouwd mag worden en rechts wel.
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit met heel het uitbreidings
plan zo is: waar b.v. een straat geprojecteerd is, mag ook niet
gebouwd worden. Dat is nu juist de geest van het plan.
De Heer Buijs blijft het raar vinden, dat er links wel en rechts
niet gebouwd mag worden. Hij ziet liever een strook langs de weg
voor bebouwing aangewezen, maar dit is nu uitgeschakeld.
De voorzitter merkt op, dat dit wel zo is tenzij herziening van
n.s. 17192 1