- 2a -
deze wegen en straten grond gekocht, zonodig onteigend wordt
en later na 2 of 3 jaar de uitbreiding verder doet plaats
vinden. Wordt het uitbreidingsplan aangenomen zoals het voor
ligt en zonder deze conditie, dan kan men overal bouwen en
zullen vele mensen in moeilijkheden met hun grond geraken.
Bij het stellen van de even genoemde conditie zullen alleen
die mensen, die aan deze straten en wegen zitten, moeilijkhe
den ondervinden.
De Heer de Bie, het woord verkrijgende, zegt, dat allen mo
gelijk al wel op de hoogte zijn. Hij vraagt echter nog eens
nadrukkelijk of indien het uitbreidingsplan aangenomen
wordt, alle daarin liggende gronden kunnen onteigend worden,
waarop de voorzitter antwoordt: practisch wel.
De Heer de Bie merkt dan op, dat hij vorige keer geen bij
zondere bezwaren naar voren heeft gebracht; omdat hij buiten
de Raad als kweker geweldig geïnteresseerd is, wil hij geen
invloed uitoefenen op anderen; hij zelf zal zich daarom van
stemming over het uitbreidingsplan onthouden. Spreker vindt
dit het reeelste standpunt tegenover de Raad en heel Zundert.
Hij heeft er echter een verzoek bij, hoewel hij niet veel
vertrouwen er in heeft, dat dit aangenomen zal worden. Wat.
de 2 huizen betreft, welke spreker moet afgeven voor het
raadhuis, daartegen zal hij zich niet verzetten. De grond
aan de Katerstraat bij die 2 huizen ziet hij gaarne buiten
het plan gehouden om er zeker van te zijn dat hij die mag
behouden om er t.z.t. te bouwen en verzoekt om duidelijke no
tulering hiervan. De Heer de Bie besluit, dat dit laatste
als verzoek geldt en de rest als mededeling; zonodig is hij
bereid de zaal te veraten.
De voorzitter zegt in antwoord op de door de sprekers ge
uite bezwaren, dat allereerst de Heer van Dael hier is voor
de technische kant van de zaak. Ingaand op het betoog van de
Heer Buijs deelt hij mede, dat ten Oosten van de Heer van
Geffen tot de brug inderdaad riolering zal komen. Deze gron
den zijn veel lager gelegen en het is niet de bedoeling die
riolering op de Aa te lozen. De P.C.W. is bereid f.22.000,
bij te dragen voor een reinigingsinstallatie in de gemeente.
De lozing van de gehele riolering via die reinigingsinstalla*
tie is gewenst. Als alle rioleringen hierop uitmonden is de
ze installatie een object van f.250.000,-— tot f.300.000,—
In dat geval zal de riolering van de gronden ten Oosten van
de Heer van Geffen een bemalingsinrichting nodig hebben om
de rioolinhoud op te pompen naar het hoofdriool en dan zal
het inderdaad geld kosten, maar dit alles kan afzonderlijk
bekeken worden. Aanknopend aan het betoog van de Heer Kunst
merkt de voorzitter op, dat de grootte der aan te kopen ter
reinen geheel buiten het uitbreidingsplan valt. De Raad zelf
heeft toch de macht tot aankoop en de Heer Kunst zal hier
door geheel bevredigd zijn. De Raad zelf moet beslissen over
de aankoop, zodat de Raad deze zaak, in eigen hand heeft. An
derzijds moet de Raad in deze disast niet te kortzichtig
zijn; zou deze b.v. bij de Willem Passtoorsstraat voor de
riolering alleen het begin kopen, dan is dit fout, omdat
voor een goede uitvoering het hele complex nodig is. Er
moet dus een bepaalde lijn zijn en de Raad beslist over die
lijn. Nochtans valt deze hele kwestie buiten de geste van
het uitbreidingsplan.
Zich richtend tot de Heer Buijs, zegt hij, dat het ook zo
is met het industrieterrein, dat nu op ongeveer 13 H.A. ge-
Blad 3.
n. s. 17192 1
houden is. Oorspronkelijk was dit iets groter geprojecteerd, maar
op verzoek van de P.P.D. is dit ingekrompen. Het is inderdaad de
bedoeling deze agrarische gemeente zoveel mogelijk agrarisch te
houden, maar een gedeelte van de bevolkingsaanwas is toch niet op
te vangen. Kleine industrieën moeten zich hier kunnen vestigen; er
moet dan plaats zijn en daarvoor is het nodig, dat men de nodige
grond op dat moment in handen heeft. De Raad heeft de macht om -
indien men de gronden niet wil afstaan - te onteigenen om zodoende
de vestiging van industrie mogelijk te maken. De voorgestelde groot-
te moet z.i. blijven en de Raad zegt t.z.t. een bepaald perceel wel
en een ander niet te kopen.
Deze 7.qak moet niet gezien worden als een plan voor het moment,
maar als een toekomstbeeld voor de gemeente. De Raad kan het plan
zover uitvoeren als hij wil. Nu kan hij evenwel bepaalde macht
krijgen, hetgeen anders niet mogelijk is en de aankoop kan naar be
hoefte plaats vinden.
Op het betoog van de Heer de Bie antwoordt de voorzitter, dat op
dit moment nog niet uitgemaakt kan worden of de tuingrond van de
2 woningen achter het gemeentehuis al of niet in diens handen kan
blijven. De juiste situatie is er nog niet. Niet juist is het ech
ter wel de huizen af te geven maar niet de grond. Voor het nieuwe
gemeentehuis plus een straat zal worden genomen wat nodig is.
De Heer de Bie is met deze toezegging al wel blij, maar nog niet
voldaan. Hij heeft echter 3 plannen gezien enwel plan A (het aan
bouwen tegen het bestaande gemeentehuis)plan B iets terug begin
nen met de bouw) en plan C ongeveer 15 m terug begin van de bouw)
De conclusie hiervan is een Marktplein dat 2x zo groot is als het
bestaande, terwijl het eigenlijk maar de helft van die grootte
hoeft te hebben, want tot op heden spelen er ongeveer 2 of 3 hon
derd kinderen op, maar die verdwijnen t.z.t. van dit plein. De
nieuwe oppervlakte zou wel kunnen dienen als mooi plein, maar spre
ker betwijfelt of Zundert wel behoefte heeft aan zo een groot
plein. Misschien heeft de plannenmaker gedacht, dat het oude ge
bouw moet dienen tijdens de bouw van het nieuwe. Tenslotte weet
spreker niet (en misschien niemand) wat er gebeurt en daarvoor was
zijn vraag bestemd.
De voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders aan de
architect zoveel mogelijk vrijheid hebben gelaten en hem niet heb
ben willen binden. In de akte van koop van de 2 huizen zou opgeno
men kunnen worden de bepaling, dat dat deel van de grond, welke
niet gebruikt wordt, tegen dezelfde prijs aan de Heer de Bie zal
worden terug verkocht. Spreker vindt het erg moeilijk om de archi
tect in deze te binden. De ruimte is er en de plannen mogen door
een binding van b.v. maximaal 6 m naar achteren niet afgesneden
worden. De Raad krijgt het plan voor het gemeentehuis weer te be
zien, dus kan er gezegd worden meer naar voren. De markt moet vol-
gens spreker ook weer niet te groot worden om het knusse ervan
niet verloren te doen gaan. Nu de mogelijkheid er echter is om een
groot plein te krijgen, mag men deze niet laten voorbij gaan. B.v.
bij de kermis blijkt het gebrek aan ruimte al heel erg. Bovendien
schijnt in 1970 ieder een auto te hebben en moet het plein dus gro
ter zijn voor het parkeren. De berekening is althans zo, dat het
aantal auto's in 1970 2 x zo groot zal zijn dan nu. In dit verband
wijst de voorzitter op België, waar misschien wel 3 x zo veel
auto's lopen als vroeger. Ook b.v. het plein bij de N.C.B. is zo
groot gehouden zuiver om de ruimte. Uiteindelijk, zo besluit de
voorzitter, kan de ruimte van het plein niet opgeofferd worden aan
de Heer de Bie.