- 5a -
Hij herinnert er de raadsleden aan, dat hij destijds
ook voor de Klein-Zundertseweg grond heeft afgegeven
enwel gedeeltelijk gratis en onlangs weer voor de Vin
cent van Goghstraat. Ook volgens het ontwerp-uitbrei-
dingsplan zal hij. weer veel af moeten geven.
Omdat de publieke opinie daar over geheel anders
luidt, is hij blij dit hier te hebben kunnen vertellen.
Tenslotte hoopt hij zo weinig mogelijk af te moeten
geven.
De Heer Kunst verklaart dan dat hij er blij om is ge
hoord te hebben, dat de Heer de Bie reeds zoveel grond
heeft „afgestaan. Dat de Heer de Bie in zijn brief ver
zoekt alleen grond te moeten afstaan voor de aanleg van
straten, vind„t hij echter wel erg zakelijk bekeken. Hy
acht dit niet juist omdat aan anderen dan ook dezelfde
tegemoetkomingen verleend zouden moeten worden.
De Heer de Bie merkt naar aanleiding hiervan, pp, dat
de Heer Kunst te vroeg heeft gesproken. Het ingediende,
bezwaarschrift moet veeleer als een verzoek gezien wor
den. Uit de behandeling daarvan en van de andere bezwa
ren is wel gebleken, dat het gedaan verzoek wel niet in
gewilligd zal worden.
Gronden, die dicht bij huis liggen - zo vervolgt de
Heer de Bie - zijn voor de bedrijfsvoering veel goed
koper dan veraf gelegen percelen. Voor de grond, die
„reeds is afgestaan, heeft hij veel te weinig gerekend.
Met vergelijkingen en cijfers verduidelijkt hij zijn
bewering. Ook in de toekomst zal hij de grond afgeven,
die van hem gevraagd wordt, maar dan tegen de prijs,
die daarvoor verschuldigd is en waarin alle kosten en
schaden berekend zijn.
Ofschoon hem zijn grond na aan het hart ligt en hij
die niet dan zeer ongaarne afstaat, verklaart hij zich
tenslotte als Zundertenaar voor het uitbreidingsplan.
De Heer Kunst zegt daarna steeds meer sympathie voor
de Heer de Bie te krijgen. Als de Heer de Bie net als
anderen grond' moet afgeven, acht hij het ook billijk dat
hij net als de anderen daarvoor de prijs ontvangt, die
-met de waarde van de grond en de geleden schade overeen
stemt
De Heer Buijs verklaart ook waardering voor de Heer de
Bie te hebben .en merkt verder op, dat bij een uitbrei
dingsplan nu eenmaal mensen gedupeerd worden en dat
daar nu ook de Heer de Bie bij is. Hij is blij, dat de
Heer de Bie erop vertrouwt, dat de Raad niet meer grond
van hem zal afnemen dan nodig is.
De Heer de Bie dankt de sprekers voor hun woorden,
waarop de Heer Verheijen ook de Heer de Bie dankt voor
het door hem ingenomen standpunt.
18. Het bezwaarschrift van de Fa. Charles van Ginneken- en
Zoon is reeds eerder ter sprake gebracht en behoeft dus
thans niet meer aan de orde gesteld te worden,aldus
meent de voorzitter.
Overgaande tot het plan in hoofdzaken is hij van oordeel,
dat er bezwaar bestaat tegen de ontheffingsbepaling voor
de minimum oppervlakte van de tuinbouwbedrijven in het by—
zonder met het oog op de ontwikkeling van de glascultuur.
Blad 6.
Daarom zal de daarvoor voorgestelde goedkeuring door Gedeputeer
de Staten moeten vervallen.
Het plan in onderdelen is naar zijn mening aanvaardbaar.
De Heer Kunst verklaart nog steeds niet in staat te zijn om zijn
voor of tegen uit te spreken en vraagt of uitstel van de vast
stelling niet mogelijk is, waarop de voorzitter antwoordt, dat
dit wel mogelijk is, maar dat hij gaarne zou zien, dat op korte
termijn een beslissing genomen zou kunnen worden b.v. over 14 da
gen tot ten hoogste 4 weken. ulles
De Heer Mathijssen zegt dat ook hem nog lang niet duidelijk is,
zo b.v. het verband tussen de resultaten van de bodemkartering
en de bebouwingsvoorschriften.
De voorzitter wijst er dan op, dat het ontwerp van het uitbrei
dingsplan reeds een lange weg heeft afgelegd langs diverse instan
ties, waar de verschillende aspecten terdege zijn bezien. Wen
moet er z.i. wel naar streven levensvatbare bedrijven te behouden
en niet te ver te splitsen.
Bij de destijds gehouden besprekingen is wel het uiterste be
reikt wat bedongen kon worden, n.l. de indeling in 5 groepen met
een minimum grootte van 5 ha., 1 ha, en 50 aren. Wij waren daar
toen zeer blij mee.
Tenslotte stelt hij voor om de beslissing over het plan in onder
delen en in hoofdzaak nog 14 dagen of een maand aan te houden en
deze kwestie dus in de volgende vergadering opnieuw in behande
ling te nemen, waartoe wordt besloten.
De Heer Buijs informeert dan nog of men een eigenaar, die niet
vrijwillig zijn grond aan de gemeente wenst te verkopen kan dwin
gen, en of dit ook het geval is, wanneer de grond niet voor wegen
aanleg, maar b.v. voor industrie-terrein bestemd is.
De voorzitter antwoordt, dat men na de vaststelling van het uit
breidingsplan tot aankoop of als dat niet lukt - tot onteige
ning kan overgaan. Dit behoeft echter niet terstond voor alle
grond, die in het uitbreidingsplan een bestemming heeft gekregen
het.geval te zijn. Van de andere kant is het natuurlijk wel ge
wenst, dat de gemeente de nodige terreinen gereed heeft liggen
om daarover naar gelang van de naaste behoefte de beschikking te
hebben. De grond, die niet direct nodig is, blijft gewoonlijk xn
gebruik bij de betrokken eigenaars of pachters. De betrokkenen
lopen dan wel het risico op een gegeven moment op korte termyn
die gronden te moeten ontruimen, maar/daarop wordt te voren ge
wezen, zodat mennde regel bij de keuze, van de te verbouwen pro
ducten daarmede rekening kan houden.
Als er niets meer' te behandelen is, sluit de voorzitter met het
volgende gebed:
"God, wij danken U voor deze arbeid en bidden U,
doen gedijen en strekken tot heil de
aan onze zorgen zijn toevertrouwd.
Moge er vrede en welvaart heersen. Amer|."
RAAD VOORNOEMD,
vnnrv.tWvw
dat Gij hem wilt
gemeente, welker belangen
vGs/L.