- la - een strook grond, gelegen aan de Mortelbeek; 5. een "besluit van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant, d.d. 9 September 1953G. no: 50871, waarbij goedkeuring is verleend aan de 25e wy ziging der begroting 1952 ten behoeve van de bouw van een kweekkas met werkruimte; 6. een brief van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant d.d. 16 September 1953, G. no: 60919, waarin wordt ingestemd met het raadsbesluit van 21 Mei 1953 tot vaststelling van' een hin dert oelageregeling, nader gewijzigd bij raads besluit van 27 Augustus 1953;' 7. een brief van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant, d.d. 7 October 195*3, G. no: 45870a, waarbij zijn vastgesteld de' rekeningen 1951 van de gemeente, het woningbedrijf en de dienst gemeente-werken; 8. een brief van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant, d.d, 9 September 1953, G. no: 66857, waarin wordt ingestemd, met de toetreding tot de gemeenschappelijke regeling ziektekosten voorziening ten behoeve van ambtenaren in dienst der gemeenten in Noord-Brabant 9. een brief van 5 October 1953 van Br. C.J. de Gier, dierenart-s te Zundert, houdende een dankbetuiging voor de verbetering van de we gen. Beze brief wordt door de burgemeester voor gelezen. Be Heer Buijs zegt naar aanleiding daarvan, dat het wel ongebruikelijk is, dat de inwoners de Raad- danken voor hun besluiten Al behoeven de raadsleden voor hun arbeid geen dank, toch is het een aangenaam geluid om eens waardering te horen. Be Heer de Bie verklaart zich hierbij gaarne aan te sluiten. Als hierna niemand meer het woord verlangt, verklaart de voorzitter, dat de genoemde stuk ken voor kennisgeving zijn aangenomen en stelt aan de orde: 10. een verzoek van de leden van de raad J.Kunst en J. Mertens om de invoering van de rond vraag aan het einde der raadsvergadering we der in te voeren. Be voorzitter deelt naar aanleiding hiervan mede, dat de rondvraag tijdens zijn ambtspe riode in 1947 is afgeschaft en dat de weder invoering in 1.949 door ~de Heer H. Kunst werd bepleit. Be rondvraag is afgeschaft omdat het te allen tijde mogelijk is om met vragen en wensen naar de Burgemeester of de Secretaris te gaan. 2aak zal dan blijken, dat de nodige inlich tingen nog kunnen worden verstrekt of de ver langde maatregelen nog kunnen worden getrof fen vóór de eerstvolgende raadsvergadering. Anders zal de beantwoording in de regel toch uitgesteld moeten worden om Burgemeester en blad 2. Wethouders gelegenheid te geven inlichtingen in te winnen of voorstellen te doen. Bovendien is er na afloop van de vergadering steeds gelegenheid om iets naar voren te brengen of te vragen. Be praktijk heeft bewezen, dat de afschaffing van de rondvraag geen verlies is geweest. Be Heer Kunst ziet beslist niet in wat er tegen de weder invoering van de rondvraag kan zijn. Integen deel z.i. pleit er alles voor, dat de raad terug komt op zijn in 1947 genomen besluit om de rondvraag af te schaffen. Spreker kan dan ook met niet genoeg klem aandringen wederom aan het einde der vergade ringen van de Raad de gelegenheid te bieden voor het stellen van vragen. Hij verklaart dan de rondvraag niet terug te wmllen i voor het stellen van vragen over allerlei futilitei ten, zoals lantaarns, die niet branden of verstopte waterlossingen. Bie zaken.kan men wel rechtstreeks met de burgemeester of de technische dienst bespre ken. Hij acht de rondvraag echter nodig voor belangrijke zaken, die anders niet tot hun recht kunnen komen. Als eèn der raadsleden een idee of voorstel heeft in het belang der gemeente, kan hij daarmede natuur lijk naar Burgemeester en Wethouders gaan en wanneer die van dezelfde mening zijn als hij, volgt'de rest van zelf. Als Burgemeester enWethouders er echter andere ge dachten over hebben, dan zal zo'n zaak op dood spoor geraken. -Waar blijft dan het recht van initiatief? Wanneer een dergelijk punt nu bij de rondvraag ter sprake kan worden gebracht, zal van het gevoelen van de overige raadsleden blijken en zal wellicht een be sluit genomen kunnen worden. Be Heer de Bie verklaart deze,kwestie al meer te hebben meegemaakt. Be rondvraag werd juist afgeschaft omdat men steeds met futiliteiten komt aandragen.Voor belangrijke vragen is altijd wel gelegenheid. Be Heer Buijs zegt, dat ook hij altijd gelegenheid heeft gehad om wanneer er iets belangrijks was, dit aan de agenda toe te.voegen of te vragen. Be Heer Kunst meent daaruit te mogen afleiden, dat er dus een soort verkapte rondvraag bestaat en men dan eigenlijk buiten de orde gaat. Baar de voorzitter dit niet behoeft toe te staan, acht hij het beter, dat de rondvraag weer,officieel wordt ingevoerd. Be kiezers hebben immers het recht te weten, wat hun vertegenwoordigers voorstellen of vragen. Be raadsleden zullen zich dan natuurlijk van onbelangrijke vragen dienen te onthouden. Nadat de voorzitter er op heeft gewezen, dat leden, die al 20 jaar zitting hebben geen bezwaar zien in het ontbreken van de rondvraag en er door de goede verstandhouding nimmer meer behoefte aan de rondvraag- is gebleken, verzoekt hij de leden over te gaan tot stemming over het al of niet weder invoeren van de rondvraag.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1953 | | pagina 48