- 3a - evenredige uitkering toe te kennen, .ij kunnen hiermede instemmen. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna beslo ten tot vaststelling van het aangeboden ontwerp besluit. VII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de salaris-verbeteringen0 die aan het Rijkspersoneel zijn toegekend ook voor.het Gemeente-personeel van toepassing te ver klaren. De voorzitter licht dit voorstel als volgt toe Bij Koninklijk Besluit van 4 Augustus 1953,Stbl 375 zijn een aantal maatregelen getroffen,tot verbetering van de financiële positie van"het burgerlijk rijkspersoneel. De strekking van deze maatregelen is het onge daan maken van de nivellerende,werking, die na de bevrijding door het salarisbeleid der rege ring op de bezoldiging der middelbare en hogere ambtenaren werd uitgeoefend. Bovendien word.t ook een achterstand in de lonen der vaklieden en werklieden ingehaald. De regeling yordt voor de ambtenaren zowel als voor de werklieden met terugwerkende kracht tot 1 Januari 1953 ingevoerd. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft $e gemeentebesturen verzocht voor het gemeente- personeel overeenkomstige voorzieningen te tref fen. Wij stellen dan ook voor dit te doen en bie den "U daartoe bijgaande ontwerp-besluit ter vaststelling aan. Daar niemand het woord of stemming verlangt, verklaart de voorzitter, dat overeenkomstig het aangeboden ontwerp is besloten. VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststellen van een nieuwe bouw- credietregeling ter bevordering van de particuliere woningbouw, Ter toelichting van dit voorstel deelt de voor- fitter het volgende mede: Nu de "Premieregeling Woningbouw 1950" op 20 April j.l. is vervangen door het "Premie- en by- dragenbesluit woningbouw 1953" (Stbl.1953, no: 155) is het gewenst de bestaande bouwcredietre- geling asm de nieuwe situatie aan te passen. Een nieuwe vorm van financiële hulp van gemeen tewege aan de particuliere bouwers te verlenen, wordt geregeld in artikel 19» In de praktijk is n.l. de behoefte gebleken aan het verstrekken van garanties aan Boeren leenbanken e.d. ter zake van hypothecaire„geld leningen ten behoeve van de particuliere woning bouw. Artikel 19 van de nieuwe regeling heeft dus be Salarisverbetering gemeente-personeel Nieuwe bouwcrediet- regeling particulie re woningbouw. Voorschot vergoeding art«101 L.O.wet Chris telijke school. Blad 4. N.S. 17192 trekking op de directe financiering door derden,waar-; onder ook bouwkassen kunnen >zi jn. Artikel 18 blijft - evenals in de oude regeling - slaan op de tot nu toe gebruikelijke bouwkascontrac- t en In artikel 18 zijn enige wijzigingen aangebracht. De eis, dat van de deelnemer bij de bouwkas een spaartegoed aanwezig is van 20/5 van zijn deelname is vervangen door de bepaling, dat het spaartegoed ten minste 10c/o van de ne'tto-stichtingskosten moet bedra gen. De voorwaarde, dat de deelname bij de bouwkas ten minste een derde van de stichtingskosten bedraagt is vervallen. Een andere belangrijke wijziging is nog, dat het volgens de nieuwe regeling mogelijk zal zijn medewer king te verlenen aan de financiering van kleinere "bedrijfspanden". Daartoe zijn onder de omschrijving van het begrip "woning" in artikel 1 ook gebracht de eengezinshuizen als bedoeld in het 2e lid van artikel; 2 van de "Premie- en Bijdrageregeling Woningbouw 1953". Dit zijn dus de eengezinshuizen met een be drijfsruimte, mits-de oppervlakte van die bedrijfs ruimte niet groter is dan 2OM van de oppervlakte van het Woongedeelte, en tevens de zogenaamde landarbei- derswoningen. Bij.de financiering van deze huizen zap ook de inhoud van het bedrijfsgedeelte bij de bere kening der stichtingskosten in aanmerking kunnen wor den genomen. De. aanpassing van de Bouwcredietregeling aan de nieuwe rijksregeling en de boven geschetste wijzigin gen kunnen het eenvoudigst aangebracht worden door het vaststellen van een geheel nieuwe verordening, geheel overeenkomstig het aanbevolen, ontwerp van de Bouwspaarraad der Afdeling Eoord-Brabant van de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten. Wij stellen U daarom voor bijgaande ontwerp-regeling vast te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het nader vaststellen van het voorschot óp de vergoe- ding bedoeld in artikel 101 der lager-Onderwijs- wet 1920 over 1953 voor de Christelijke School voor Volksonderwijs in verband met de verhoging van die vergoeding door.de Minister van Onderwys, Kunsten en Wetenschappen. De voorzitter deelt mede, dat de Minister van Onder wijs, Runsten en Wetenschappen bij zijn besluit van 30 Juni 1953 heeft besloten voor de Christelijke School de vergoeding bedoeld in artikel 101 der La ger Onderwijswet over het jaar 1953 vast.te stellen op f.,40,per leerling. Daarom stellen Burgemeester en Wethouders voor het bedrag van het voorschot op de vergoeding, bedoeld in artikel 101 van die wet, voor dê ónder het Be stuur van de.Kerkeraad der ledehduits Hervormde Ge meente te Zundert staande bijzondere lagere school

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1953 | | pagina 41