- 5a -
De Heer de Bie vraagt of niet alle militairen
naar die tehuizen gaan,.waarop de voorzitter on
-kennend antwoordt. Hij zegt nog dat de f.100,
grens genomen is, omdat er natuurlijk ergens
een grens zijn moet en ook andere gemeenten dit
maximum aanhouden. Als er h.v. 20 de tehuizen
bezoeken dan is het bedrag daarmee ook in over
eenstemming. Het is wel de bedoeling, zo beslui'
de voorzitter, dat het subsidie over katholieke
en protestante tehuizen naar evenredigheid ver
deeld wordt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het
voorstel van- Burgemeester en Wethouders aange
nomen.
VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot machtiging voor de aankoop van de
grond voor het aanleggen van de riolering
en de parallelwegen langs de Rijksweg.
De voorzitter zegt, dat het bekend is, dat
langs de rijksweg parallelwegen en- riolering aan
gelegd zullen worden. Hiervoor is het nodig,dat
voor ieder huis een strookje grond aangekocht
wordt. Omdat het bezwaarlijk is voor al die
strookjes telkens een raadsbesluit te doen ne
men, stellen Burgemeester en Wethouders voor dat
de Raad hen de machtiging daartoe geeft. Hij
vraagt of een der leden hierover iets te zeggen
heeft. -
De Heer Mathijssen vraagt of dit wel zin heeft
nu er zoveel nieuwe huizén vlak aan de weg
staan.
De voorzitter antwoordt hierop, dat nieuwe
huizen allésn terug-gebouwd zijn; ook voor die
huizen, welke vlak op de weg. staan heeft het
nog wel zin, omdat de bewoners van die huizen
er veel gemak van: zullen hebben.
De Heer Mathijssen vraagt zich af of de funde
ringen van de huizen niet zullen te lijden heb
ben, waarop de voorzitter zegt, dat daarvoor
geen bepaalde vrees voor- behoeft te bestaan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming het
voorstel van Burgemeester en Wethouders aange
nomen,
IX. Onderzoek van de geloofsbrieven van de
nieuw gekozen raadsleden.
Hierna stelt de voorzitter aan de orde het on
derzoek van de geloofsbrieven van de nieuw ge
kozen raadsleden.
Overeenkomstig het reglement van orde voor de
raadsvergaderingen verzoekt hij de Heren G-oet-
stouwers, Goossens en Koeken zitting te willen
nemen in de commissie van onderzoek, welke heren
hiertoe bereid zijn.
Hierop schorst de voorzitter de vergadering om
de commissie-gelegenheid tot onderzoek te geven.
Ka heropening van de vergadering verzoekt de
Machtiging grond
aankoop parallel
wegen Rijksweg.
Onderzoek geloofs-
brieven
Blad 6.
voorzitter de commissie rapport uit te brengen.
De Heer Goetstouwersoptredend als rapporteurzegt
dat de commissie alle geloofsbrieven in orde bevonden
heeft. Toch wenst de commissie nog op te merken, dat
de Heer Kunst op dit moment nog een met het raadslid
maatschap onverenigbare betrekking- bekleedt. Hoewel
toelating op dit moment geweigerd zou kunnen worden,
stelt He commissie toch toelating voor omdat wel ze
ker is, dat per 1 September a.s. de Heer Kunst die be
trekking niet meer bekleden zal.
De voorzitter merkt op, dat de commissie een zeer wel
willende houding aanneemt en dat de Heer Kunst hier
voor alle respect moet hebben. Inderdaad is de Heer
Kunst thans nog in functie; indien de Raad hem niet ij
toelaat, kan hij in beroep gaan en dit beroep zal hy
zeker winnen. Het gevolg hiervan zou zijn, dat de Heer
Kunst niet tegenwoordig zal kunnen zijn bij de le ver
gadering in September a.s. en deelnemen aan de wethou-a.
dersverkiezing of eventueel zelf een zodanige zetel
bezetten. Als de Raad geen bezwaren tegen toelating
heeft, kan hij normaal aan de vergaderingen gaan deel-
nemen.
De Heer de Bie zegt, dat er eigenlijk geen enkele
practische reden is om toelating te weigeren nu de
Heer Kunst per 1 September a.s. onderwijzér-af zal
zijn. Hij vraagt verder of er iets tegen te doen is,
als de Heer Kunst op-1 September a.s. nog wel onderwy-l
zer zou zijn. -
De voorzitter antwoordt, dat de Raad nu moet beslis
sen en dat voorwaardelijke toelating wettelijk niet mo-
gelijk is. Hij stelt daarbij nog, dat als de Heer
Kunst op een wethouderszetel zou kunnen komen, dit ge
coupeerd zou kunnen worden^door hem toelating te wei
geren. Het is de eerlijke, overtuiging van de voorzit
ter, dat de Heer Kunst een en ander toch wel moet waar
deren.
De Heer de Bie merkt op,.dat de toelating toch ook
nog geschorst'kan worden, waarop de voorzitter zegt,
dat zulks, inderdaad mogelijk is, omdat de burgemeester
een raadsbesluit - genomen in strijd met wet of alge
meen belang - ter Vernietiging kan voordragen.
De Heer de Meijer vindt, dat de Raad in feite toch
volkomen recht tot weigering van toelating heeft en de
Heer Goossens stelt, dat toelating wettelijk verboden
is,
De voorzitter beaamt dit alles en doet daarbij nog
uitkomen, dat het op dit moment niet vaststaat, dat de
Heer Kunst op 1 September niet meer in dienst is als
onderwijzer, neem b.v. het geval, dat de opvolger van
de Heer Kunst ernstig ziek wordt en hem gevraagd wordt
nog enige tijd de functie waar te nemen.
De Heer de Bie werpt op, dat hij dan rxiet verplicht i£
te blijven, waar de voorzitter tegen inbrengt, dat hij
waarschijnlijk liever een paar honderd gulden in Acht
maal verdient, dan f.4,-presentiegeld voor een raads
vergadering.
De Heer van Alphen stelt voor dan maar te stemmen.