- verg. 29-11 - 1950 -
Grediet voor de
bouw van 16 wo~
ningen.
zij aosoluut te klein.Hij vraagt daarom of er geen mogelijkhei^
bestaat om een normale woning te bouwen.
Je voorzitter wijst er nog eens op, dat men dat reeds geprc
beerd beeft, maar dat daartoe geen toestemming verkregen
kan worden.
Daar geen der leden meer bezwaren of opmerkingen beeft,ver
klaart de voorzitter dat overeenkomstig bet voorstel is be
sloten.
XIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot bet be
schikbaar stellen van een crediet voor de bouw van 16
woningen met toepassing van de "Beschikking Verminder
de Bijdragen Woningwetbouw"
De voorzitter deelt mede, dat op bet gemeentebestuur door
de Minister van Binnenlandse Zaken een dringend beroep is
gedaan medete werken aan de buisvesting van gerepatrieerden
uit Indonesië.De toestand van deze mensen en hun gezinnen
is hopeloos.Zij zijn op bet ogenblik gehuisvest in kampen,
kazernes en_hotels.Wanneer het gemeentebestuur voor 1 Janu
ari 1951 huisvesting kan verlenen aan 12 van deze gerepatri
eerde gezinnen, zal een extra bouwvolumen worden toegewezen
voor de bouw van 16 woningen met verminderde rijksbijdragen.
De aannemer, die op het ogenblik bezig is met de bouw van
30 woningen met verminderde bijdragen in deze gemeente, is
bereid gevonden nog 16 van dergelijke woningen te bouwen.
De nieuwe woningen zullen echter duurder zijn, maar dit
prijsverschil kan worden opgeheven door blokvorming,waardoor
minder grond en minder zijgevels nodig zullen zijn.Op deze
wijze zullen de kosten per stuk ongeveer gelijk blijven.De
huur zou moeten worden vastgesteld op f.5,15 per week.De
totale kosten bedragen f.6.507,grondkosten"en f.117.112,—
of te samen f.123-619,
Burgemeester en wethouders stellen daarom voor te besluiten
tot de bouw van 16 woningen met verminderde bijdragen en
deze bouw onderhands op te dragen aan de Gebrs.L.en P.Haver
sians.
De heer de Bie verklaart de medewerking van de gemeente
aan de huisvesting van de gerepatrieerden zowel als Neder
lander als uit naastenliefde zeer mooi te vinden.In andere
omstandigheden zou hij er niet gemakkelijk voor te vinden
zijn om dergelijke mensen naar Zundert te halen, vooral als
de gemeente zich daarvoor in de schulden zal moeten steken.
'Ten slotte vraagt hij of maatregelen genomen zijn, dat niet
de minst goede van deze gezinnen naar Zundert gezonden zulle
worden.
De voorzitter antwoordt op de laatste vraag dat daarover
reeds met het ministerie gesproken is.Ten aanzien van de
schulden, die de gemeente voor deze woningbouw moet aangaan,
wijst hij er op dat deze de gemeente niets zullen kosten,om
dat de huur en de rijksbijdragen voldoende zijn om de jaar
lijkse lasten te dekken.
De heer Daraen vraagt of er in Zundert geen gezinnen meer
zijn, die nog voor de winter aan een nieuwe woning geholpen
moeten worden.
De voorzitter beantwoordt deze vraag met een wedervraag:
"Zijn er in Zundert nog wel zulke gevallen, dat wil zeggen
noodgevallen?V
n
- verg. 29-11 - 1950 -
De heer Damen zegt dan dat hem nog wel een noodgeval bekend
is.Hij wil dit echter hier niet ter sprake brengen,waarop de
voorzitter antwoordt dat hem bekend is welk gezin bedoeld wordt
en hij geeft toe dat het inderdaad zeer gewenst is dat dit nog
voor de winter geholpen wordt.
De heer de Bie spreekt dan de verwachting uit dat ook dit gezir
uit de nood geholpen wordt.
De voorzitter merkt dan nog eens op dat alle noodgevallen op
het oogenblik wel zijn opgelost.
De heer Kunst verklaart zich ook voor dit goede werk te zijn
en zou gaarne enige gegevens vernemen over andere gemeenten in
deze opgeving.
De voorzitter antwoordt, dat hij daar niet naar geinformeerd
heeft.V/el is hem bekend, dat de gemeente Gemert 2.00 woningen
heeft gevraagd, maar dat zij di€ niet heeft gekregen.Bovendien
zullen er in .West-Brabant weinig gemeenten zijn, die met toe
passing van de "Beschikking Verminderde Bijdragen Woningwet-
bouw" woningen bouwen of voor 1 Januari a.s. woningen voor dit
doel beschikbaar hebben.De gemeente Zundert heeft dit wel en
kan daarom helpen.
De heer Buijs vraagt dan of er nog veel personen geholpen
moeten worden, die niet in staat zijn zelf een woning te bouwen.
Het is hem bekend dat er zeer veel liefhebberij is voor eigen
bouw. Bestaat er geen gevaar, dat er te veel gemeentewoningen
zullen komen zullen komen als de gemeente steeds zelf bouwt of
is dit nog niet het geval omdat het woningtekort nog groot is?
De voorzitter antwoordt, dat er nog veel aanvragen zijn voor
een gemeentewoning.Daaronder zijn ook dringende gevallen.Boven
dien zijn er reeds meer dan $0 aanvragers voor eigen bouw.Bur
gemeester en wethouders zullen er in het vervolg zoveel mogeli^
naar streven de inwoners zelf te laten bouwen, maar er blijven
er altijd die dit niet kunnen en voor hen moet de gemeente bou
wen.
De heer Verheijen verklaart zich voor het voorstel, maar vraagl
of er wel voldoende op toegezien zal worden, dat geen ontevre
den of verbitterde mensen zullen komen.Die zouden naar zijn
mening beter geweerd kunnen worden.Ten slotte informeert hij
naar de sociale toestand van de betrokken gezinnen.
De voorzitter zegt, dat in nauw contact met de Dienst voor
[Maatschappelijke Zorg wordt toegezien welke mensen zullen ge
bonden worden.Veelal zijn het gezinnen van gepensionneerden.
Gehoopt wordt, dat het rijk het grootste gedeelte van de socia
le zorg voor deze mensen op zich zal nemen.Het zullen zeker
geen armlastigen zijn.Zij, die zich tot nu toe hier gevestigd
hebben, zijn keurige mensen.
De heer Damen vraagt of de aanbesteding onderhands zal plaats
vinden en verklaart zich hier geen voorstander van.
De voorzitter beantwoordt die vraag bevestigend en voegt daar
aan toe, dat men anders niet voor die prijs klaargekomen zou
zijn en dat hij met de openbare aanbestedingen de laatste tijd
geen erg gunstige ervaringen heeft opgedaan.
De heer Buijs vraagt dan of het niet mogelijk is in het open
baar aan te besteden en wanneer de prijs te hoog is pas tot
onderhandelen met een van de aannemers over te gaan.
De wethouder, de heer Hense, wijst er dan op dat de aannemer
reeds enige tijd geleden veel materialen heeft vastgelegd.Daar
door is de prijs nu zo laag,waarna de heer Buijs zich er mede
accoord verklaart.