3 m
g
ogz
2
c -o
- verg. 21 - 7 - 1950
X
de generatie n.l. de., schooljeugd is reeds onderzocht. Naar
zijn mening betekent dit geld uitgeven voor een doel, dat
men niet kan bereiken, omdat zij voor wie het onderzoek
het meest., nodig zal zijn, wellicht niet zullen komen.
De voorzitter zegt, dat men er naar zal streven om te be
reiken wat men kan. Is dat geen 100?S dan 30$. Daar zal er
een intensieve propaganda gevoerd moeten worden.
De heer de Bie stelt voor te noteren wie er geweest is en
de overige door de artsen of het Wit-Gele Kruis te doen be
zoeken.
De voorzitter antwoordt, dat alles af zal hangen van de
propaganda. Per 20 gezinnen zal er een propagandist1 komen,
die zal moeten proberen de mensen te overtuigen van het
grote belang van het onderzoek.
Ook de heer Damen vindt het jammer, dat het onderzoek nie'
x verplicht gesteld kan worden. Hij vindt het een goede ge
dachte om hen, die niet geweest zijn in overleg met de art
sennog eens extra te bewerken. De Kathol j=ke Arbeiders Be
weging zal bij de propaganda gaarne helpen.
De voorzitter danlct de heer Damen voor de hamens de Katho
lieke Arbeiders Beweging gedane toezegging.
De heer Verheijen zegt de medewerking van de Noord-Bra
bantse Christelijke Boerenbond toe en spreekt de verwach
ting uit, dat ook de Middenstand bij de propaganda behulp
zaam zal zijn.
De voorzitter dankt ook hem voor de beloofde hulp.
De heer Buijs vraagt zich af of de bevolking zelf niet
overtuigd zal zijn van het belang van dit onderzoek.
De voorzitter antwoordt hem, dat de mensen altijd een ze
kere schroom te overwinnen hebben om zich aan een dergelijk
onderzoek te onderwerpen. Bovendien zal iemand, die denkt
dat hij de ziekte heeft, minder gemakkelijk komen.
De heer Verheijen vraagt dan of hierin geen aanleiding
kan worden gevonden om induvidueel of via de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten een adres aan de Minister te
richten om voor een dergelijk onderzoek een verplichting
in te stellen.
De voorzitter meent, dat de Katholieke afgevaardigde Dr.
Mol uit Etten en het Wit-Gele Kruis ter zake voldoende ac
tief zullen zijn en reeds in die richting gestreefd zouden
hebben als daarvan resultaten te verwachten waren.
Ook de heer de Bie is van oordeel, dat de regering nooit
een dergelijke verplichting in het leven zal roepen, omdat
velen daartegen gewetens bezwaren zouden hebben.
_De heer Kunst vraagt dan hoe of de verplichting geregeld
is bij de militaire dienst en of men daar gemoedsbezwaren
aanvaard.
De voorzitter antwoordt, dat ten aanzien van de militai
re dienst gemoedsbezwaren - na ondersoek door een commis
sie - aanvaard kunnen worden.
De belanghebbenden moeten dan echter andere dienst doen.
De heer Kunst acht het toch een plicht van de staat om op
dit punt, dat van zo groot belang is voor de volksgezond
heid, een verplichting in te stellen.
Hij zal zich niet verzetten tegen het beschikbaar stellen
van het crediet, maar betreurt het dat er geen verplichting
aan toegevoegd kan worden.
De heer Nouws meent dat voor het vee reeds een verplich
ting dienaangaande in de wet is opgenomen.
Andere leden echter bestrijden dit, waarop de voorzitter
voorstelt weer tot de Tokens terug te keren.
- verg. 21
De heer
paganda
de propa
De heer
zoek bet
kunnen w
die mens
naar het
De heer
lende pl
den, opd
plaats v
terecht
De voor
Als niem
mens bur
hoogste
lose-ond
onderzoe
delijke
Wijziging ge-
meent e-begro-
tihg 1950.
Sluiting.
V.
Voor
van
verg
Namens
de gemee
de in de
Hiertoe
Als er
vergader
"God, wi
hem wilt
ker bela
Moge er
Kot
J2 wi *1
O W
5 SS
z
5 ffl 5
z
O z
O 9
Szo
z -
z 0
z z
O
Ï5
u
C
O
"O
a
'Z
JÉ
0)
O
vGs/L.
O UI Z
ui O
M
O
U UI T
M
O
O
IU O
l/l O
UI
OS Q
O ui
O
0 0
O u
u 7
O
u Z
o U!
ui ui ui
O
OS
3
ui
V)
UI
IU
_i
UI
O
UI
O
-1
UI
(3 ui
Z H
U
UI
O O
mm
CA
CA
O
c
<D
O
0)
cn
i—
a>
~o
c