n
Wijziging bouw-
verordening ten
aanzien van de
eisen aan
ringen te
funde-
stel-
len.
verg* 30 - 6 - 1950
lijkhpid bezittende landelijke verenigingen, welke jeugd-
vorming buiten schoolverband beogen, voor de toepassing
van de bepalingen in deze afdeling met kampkaarten of kam-
peerpaspoorten worden gelijkgesteld.
Hierna deelt de voorzitter mede, dat nu het venten bij
het genomen besluit in de Algemene Politieverordening is
geregeld, de op 16 Januari 1904- vastgestelde verordening
op het venten, gewijzigd bij raadsbesluit van 21 September
1926, kan worden ingetrokken.
Ook hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
XIV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijzi
ging van de bouwverordening ten aanzien van de eisen,
aan funderingen te stellen.
De voorzitter leest het voorstel van Burgemeester en Wet
houders, dat luidt als volgt:
Artikel 54, lid 5, van de Verordening op het bouwen en de
bewoning dezer gemeente houdt de bepaling in, dat voor een
fundering op de^bestaande of kunstmatig verkregen bodem de
aanlegbreedte 2i maal de dikte van het onmiddellijk boven
peil opgetrokken muurwerk moet bedragen, met dien verstan
de, dat de aanlegbreedte in geen geval minder dan 0,30 M
mag bedragen.
Daar dikwijls echter uit de berekeningen blijkt, dat met
een mindere aanlegbreedte kan v/orden volstaan, terwijl de
gronddruk toch in acht wordt genomen, achten wij het ge
wenst, dat van de vereiste aanlegbreedte kan worden afge
weken
Aan deze vermindering zijn de volgende voordelen verbon
den
A. Door het aanhouden van eenzelfde gronddruk voor alle
muren (balkdragendeniet balie dragendeopgaande en
niet opgaandeis de kans op zettingen minder groot
B. Geen materiaal en arbeidsloon-verspilling, wanneer met
een smallere fundering volstaan kan worden, dan oor
spronkelijk was vereist.
Wij stellen Uw Raad derhalve voor artikel 54, lid 5» wan
de verordening op het bouwen en de bewoning dezer gemeente
te wijzigen in dier voegf dat de aanlegbreedte minstens
2i maal de dikte van het onmiddellijk boven peil opgetrok
ken muurwerk moet bedragen, behoudens uit overgelegde be
rekeningen blijkt, dat met inachtneming van de plaatselijk
toelaatbare gronddruk met een mindere aanlegbreedte kan
v/orden volstaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten te be
palen, dat artikel 54, lid 5» van de "Bouwerordening der
Gemeente Zundert" voortaan wordt gelezen als volgt:
"5. Voor de fundering op de bestaande of kunstmatig ver
kregen bodem moet de aanlegbreedte minstens 2v maal de
dikte van het onmiddellijk boven peil opgetrokken muur
werk bedragen, behoudens uit overgelegde berekeningen
blijkt, dat met inachtnemingvan de plaatselijke toe
laatbare gronddruk met een mindere aanlegbreedte kan
v/orden volstaan.
Opnieuw vast-
stellen van de
b ouwv'er or den'ing
en vleeskeuring^
verordening
XV Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het op
nieuw vaststellen van de bouwerordening en de vlees
keuringsver ca? dening
De voorzitter deelt mede, dat krachtens het bepaalde in
- verg. 30 - 6 - 1950 -
artikel 11, 2e lid, van het Besluit Bezettingsmaatregelen,
zoals dit is gewijzigd bij de wet van 27 Mei 1948, Staats
blad 1.215, ie bezettingsregelen van lagere organen, vastge
steld door organen, die daartoe krachtens de Nederlandse Wet
geving, zoals deze op 10 Mei 1940 luidde, niet bevoegd waren,
op 1 December 1950 vervallen;
dat door de Burgemeester van Zundert, ter waarneming van de
taaie van de raad dier gemeente bij besluit van 12 October is
1943 is vastgesteld, een verordening tot wijziging van de
verordening op het bouwen en de bewoning, welke verordening
is goedgekeurd door de Commissaris der Provincie Noord-Bra
bant bij besluit van 1 December 1943, G. nr 421.
Uil het bedoelde besluit ook na 1 December 1950 van kracht
blijven dan zal het opnieuw, nu door de Raad, moeten worden
vastgesteld, waartoe Burgemeester en Wethouders een ontwerp
besluit aanbieden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan besloten vast te stel
len de volgende VERORDENING tot wijziging der verordening op
het bouwen en de bewoning
Artikel 1.
In artikel 31, sub 3 van de "Bouwerordening der gemeente
Zundert" wordt "2,40 M" vervangen door "2,20M".
Artikel 2.
Deze verordening trëedt in werking op 1 December 1950.
Op grond van het eerder genoemd "Besluit Bezettingsmaatrege
len" zal ook opnieuw moeten worden vastgesteld "de Vleeskeu
ringsverordening Zundert", die werd vastgesteld doorde Bur
gemeester, ter waarneming van de taak van de Raad, bij be
sluit van 20 Juni 1944, welke verordening is goedgekeurd door
de Commissaris der Provincie Noord—Brabant bij besluit van
5 Juli 1944, G. No: 414, IVe Afdeling.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot vaststelling
van de overgelegde ontwerp-verordening.
.Vaststelling
van het verme
il ïgvuldigingsk
.cijfer voor dé
'heffing van
liet school
geld.
Beschikking
op een aantal
Ingekomen be
zwaarschrif
ten aanslagen
Eon denb el as t ii
Pgini, ,nnfsi?i3cd
XVI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vast
stellen van het vermenigvuldigingscijfer voor de hef
fing van het schoolgeld.
De voorzitter deelt mede, dat het vermenigvuldigingscijfer
bedoeld in artikel 8, 4e lid, van het "lijdelijk besluit
schoolgeld Lager Onderwijs 1945" nog moet v/orden vastgesteld
voor de schoolgeldjaren 1946-1947, 1947-1948, 1948-1949 en
1949-1950.
Namens Burgemeester en Wethouders stelt hij voor dit^cijier
voor 1946-1947 voor alle soorten van het lager onderwijs te
bepalen op twee en voor de jaren 1947-1948, 1948-1949 en
1949-1950 voor het gewoon lager onderwijs enhet voortgezet
gewoon lager onderwijs op twee en voor het uitgebreid lager
onderwijs geen vermenigvuldigingscijfer vast testellen, in
welk geval het tarief zal gelden, dat in het Tijdelijk be
sluit schoolgeld lager onderwijs is bepaald.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten.
XVII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschik
king op een aantal ingekomen bezwaarschriften tegen
aanslagen hondenbelasting en reinigingsrechten.