L - verg3- 1 - 1949 Bodemkartering. welke zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd wordt vastge steld. Vervolgens zegt de voorzitter, dat er aanstonds een uit eenzetting zal worden gegeven omtrent bodemkartering. Deze kartering vergt, zo daartoe besloten zou worden, een belang-} rijke uitgaaf en wel f.18.000,=. Voor een specifieke land- en tuinbouw gemeente, als deze, heeft die bodemkartering evenwel groot nut. Ten einde de Raad na het aanhoren dezer uiteenzetting nog gelegenheid te geven tot gedachtenwisseling eventueel tot beslissing in deze, schorst de voorzitter de openbare verga-f dering. De Voorzitter heropent de vergadering. De Voorzitter zegt, dat Dr.Ir.W.J.van Diere zojuist voor d^ leden van de Raad, alsmede voor enkele genodigden, ene uit eenzetting heeft gegeven omtrent doel en nut ener bodemkar tering voor deze gemeente. Wanneer de Raad na deze uiteenzetting tot de algemene con clusie zou zijn gekomen, dat een bodemkartering voor deze gemeente zeer groot nut zal hebben, zou reeds aanstonds kun-L nen worden besloten tot bedoelde kartering over te gaan. Mocht de raad evenwel na de gegeven uiteenzetting nog niet tot de overtuiging zijn gekomen, dat ene kartering voor de ze gemeente nodig is, dan kan deze aangelegenheid beter wor den aangehouden tot een volgende raadsvergadering. Weliswaar heeft de heer van Diere een en ander medegedeeld over een eventuele bodemkartering voor deze gemeente, doch of de Raad zich hiermede nu geheel ingelicht gevoeld, is mo^ gelijk nog de vraag. Wellicht «had de heer van Diere meer vragenstellers verwacht, waardoor hij dieper op deze aange legenheid had kunnen ingaan. De Voorzitter kan zich voor stellen, dat de Raad zich enigermate teleurgesteld gevoeld in de summiere uiteenzetting van de Heer van Diere. Wellichit had de Raad verwacht, dat meer op details en dan in het bij*-^ zonder gericht op de tuinbouwteelt in deze gemeente inge gaan zou zijn. Hoe het ook zij, de Raad zal zich voor de vraag zien gesteld: Is ene bodemkartering voor deze gemeen te verantwoord?? De Voorzitter ziet deze aangelegenheid zo, dat indien het grote nut ener kartering aanwezig wordt geoordeeld, de daar voor nodige gelden ook ongetwijfeld verantwoord zijn. -Welke geldelijke offers worden tegenwoordig in verschillende ge meenten niet gebracht ten behoeve van de industrie. Deze ge meente is een specifiek tuinbouwgebied. De industrie voor deze gemeente is dus eigenlijk haar fruitteelt. Waarom zou den ter bevordering van de voor deze gemeente van zo uiterst groot belang zijnde fruitteelt ook geen gelden uitgegeven gaan worden. De Voorzitter wil er bij deze materie ook vooral opwijzen, dat deze zaak met een ruime blik bezien moet worden. Wij moeten hier in de toekomst kijken. In dit verband wordt bij voorbeeld gedacht aan de ontsluiting van een bepaald gebied,) dat na kartering bij uitstek geschikt blijkt te zijn voor meer intensieve uitoefening van de tuinbouw. Een andere mo gelijkheid is, dat tengevolge der kartering in een deel der gemeente een bepaalde teelt meer gestimuleerd gaat worden. Bij het bouwen van woningen zal ook rekening worden gehouderji. met de verkregen gegevens uit ene bodemkartering. Heel in het bijzonder zal de ontwerper van het uitbreidingsplan kij ken naar de uitkomsten ener kartering. Alles wijst er op, dat het in de toekomst toch naar de richting ener bodemkar- - verg. 31 - 1 - 1949 - tering uitgaat. Met een en ander wil de Voorzitter nu ook weer niet zeggen, dat aanstonds besloten dient te worden tot bodemkartering voor deze gemeente over te gaan. De overtuiging daartoe is bij de Voorzitter nog niet voor de volle 100% aanwezig. De Voorzitter wil eventueel nog gaarne deskundigen op dit ge bied nader raadplegen. Hieraan zij evenwel onmiddellijk toege voegd, dat reeds verscheidene deskundigen op land- en tuinbouw gebied omtrent deze aangelegenheid door de Voorzitter zijn ge hoord. Zij allen zijn van mening, dat ene kartering voor deze gemeente zeer wenselijk zou zijn. De Voorzitter zal thans gaarne de meningen der leden van de Raad in deze vernemen. De heer Buys zegt, dat oppervlakkig bekeken ene bodemkarte ring voor deze gemeente ongetwijfeld van groot belang zal zijn. Hij meent evenwel, dat op dit ogenblik daartoe toch niet be sloten dient te worden. De Raad moet z.i. zich hierover nog eens rustig beraden. Over deze zaak moet z.i. ook gesproken worden met de plaatselijke organisaties op land- en tuinbouw gebied. De Voorzitter zegt, dat naar zijn mening er uiteraard geen enkel bezwaar tegen is, dat de leden van de Raad zich nog eens rustig willen beraden over het al of niet doen plaats vinden ener bodemkartering. Hij meent evenwel er tegen te moeten waar schuwen, dat de leden zich geen eng stand zullen laten opdrin gen. Particulieren plegen nu eenmaal ene aangelegenheid als deze uit een bekrompen oogpunt te bekijken. De heer Goetstouwers zegt, dat de door de heer van Diere ge geven voorbeelden niet te vergelijken zijn met de toestand in deze gemeente. De heer van Diere heeft ons de toestand in Doos duinen, Harderwijk e.a. heel aardig voor ogen gehouden, doch hierover gaat het in deze gemeente niet. Haar sprekers mening hebben we dus aan de door de heer van Diere gegeven uiteenzet ting voor deze gemeente al heel weinig. Het gaat er hier in Zundert voor de mensen over "grond" te hebben. Over heel de gemeente worden aardbeien en frambozen geteeld. Spreker had graag voorbeelden gezien, waaraan we door deze gemeente wat hebben. De gegeven uiteenzetting is naar sprekers mening dan ook teleurstellend geweest. De Voorzitter merkt op, dat we niet over het hoofd mogen zien, dat deze materie nog in zijn ontwikkeling staat. De heer de Bruijn is van oordeel, dat de verdeling der gron-r den in deze gemeente in land- en tuinbouw voor als nog gehand haafd moet blijven. Immers, de tuinbouw bestaat in deze gemeen te vrijwel geheel uit aarbeien- en frambozenteeltHa verloop van enkele jaren is elke kweker verplicht zijn arbeienveld te verlaten om op landbouwgrond zijn aarbeienteelt voort te zet ten. De grond is dan, wat men hier noemt, ziek. Elke kweker moet dus steeds grond achter de hand houden om zijn fruitteelt te kunnen blijven uitoefenen. Het is dus onder de huidige om standigheden onmogelijk, dat een fruitteler al zijn grond in fruitteelt heeft liggen. De heer de Bie is van oordeel, dat de Raad zich voor de vraag gesteld ziet of een uitgaaf van f.18.000.- voor een bo demkartering voor deze gemeente wel verantwoord is. Dat een kartering voor deze gemeente nuttig en gewenst zou zijn, hier over zal het de Raad wel eens zijn. De vraag rijst evenwel of dit nut dermate groot is, dat de nodige uitgaaf verantwoord is. De door de heer van Diere gegeven uiteenzetting is voor spre ker teleurstellend geweest. Gr is niet die voorlichting geko men, welke de heer de Bie gehoopt had te zullen horen. Dat vooi Doosduinen en Harderwijk ene kartering dringend nodig was, hiervan is spreker ook wel overtuigd. Genoemde gemeenten kun-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1949 | | pagina 9