dè
.T
- verg. 31 - 1 - 19^-9 -
wordt gelegd is groot, doch het nut, hetwelk dat onderwijs
zal afwerpen voor het toekomstige geslacht zal dermate zijn,
dat deze financiële last geen hinderpaal kan en mag zijn om
niet tot stichting over te gaan.
Bovendien is het de bedoeling, dat de voortgezet lager on-
derwijs klassen thans instandgehouden door de Eerwaarde Zus
ters van het Pensionaat St. Anna, allen zullen worden opge
heven, waardoor jaarlijks een besparing van kosten wordt ver
kregen. ingevolge de Lager Onderwijswet 1920, ontvangen de
schoolbesturen van de Gemeente een bedrag per leerling voor
de exploitatie-uitgaven. Voor 1949 is dit bedrag vastgesteld
op f.27»3Q per leerling. Gerekend op een gemiddeld aantal
leerlingen van 70 kost de gemeente dat jaarlijks f.1916,60,
Mocht zo dadelijk worden besloten, dat een Landbouwhuis-
houdschool voor deze gemeente noodzakelijk is, dan moet de
gemeente jaarlijks f.4.500.subsidie verlenen (zijnde
30% van de netto-kosten), doch de exploitatie-uitgaven ten
behoeve van de voortgezet lager onderwijs klassen komen dan
te vervallen zodat de Landbouwhuishoudschool f 2.600.
meer subsidie vergt dan de voortgezet lager onderwijs klas
sen.
Plaats der school. De Eerwaarde Zusters van het Pensionaat St. Anna, alhier,
hebben zich bereid verklaard, na verbouwing, de benodigde
lokalen af te staan voor de op te richten Nijverheidsschool,
Iet huurbedrag zal nog nader worden bepaald in overleg met
de N.C.B. Voorlopig is een bedrag van f.400.uitgetrokken
(zie begroting N.C.B.Dit bedrag is begrepen in de netto-
kosten en wordt derhalve voor 70% door het Rijk en voor 30%
door de gemeente gedragen.
Naar aanleiding van vorenstaande menen wij te moeten con
cluderen dat oprichting en instandhouding van een Landbouw
huishoudschool noodzakelijk en zeer nuttig is. De leemte,
welke zich de laatste jaren deed gevoelen, omdat in onze ge-p
meente geen gelegenheid werd geboden aan meisjes, die de ge
wone lagere school hadden doorlopen, verder te bekwamen voor
de huishouding, zal hiermede worden weggenomen.
Zundert, 25 Januari 1949.
BURGEMEESTER EN /}plf HOUDERS VAN ZUNDERT
DE SECRETARIS,
Hierna zegt de voorzitter nog, dat de N.C.B. gaarne vóór
1 Februari 1949 een beslissing zag genomen, waarna deze een
en ander nog even in studie kon nemen en vóór 1 Maart 1949
een aanvang om subsidie van het Rijk doen, welke in verband
met de rijksbegroting 195° voor die datum moet zijn inge
diend.
De school zal evenwel in verband met het aantrekken van on
derwijskrachten en beschikbare ruimte eerst op 1 September
1950 kunnen worden geopend.
De voorzitter ziet deze school als een sluitstuk op het
land/tuinbouwonderwijs, waarin de fruitteelt-vakschool en
lagere tuinbouwschool de voorlopers waren.
Namens de Raad wil de voorzitter voor de spoedige oprich
ting dezer scholen gaarne een compliment geven aan de N.C.B
welke er speciale krachten voor heeft en in zo bijzondere
- verg. 31 - 1 - 1949 -
mate medewerking verleent. Tervolgens vraagt de voorzitter,
wie der leden nog inlichtingen verlangt.
De heer de Bie vindt het buitengewoon, dat Zundert zo iets
krijgt; Hij vraagt of de leerlingen ook schoolgeld betalen.
De"voorzitter zegt, dat op een ontvangst van f.400.is ge
rekend. De heer de Bie zegt, dat waar 70 leerlingen netto
f.2.600.kosten, hetgeen per leerling ongeveer f.40.is,
hij gaanre zijn goedkeuring aan dit voorstel hecht.
De heer Verheyen is overtuigd van de medewerking van de Raad
Vanwege het ontzettende nut van dit onderwijs doet hij een
sterke aanbeveling om dit besluit met algemene stemmen te ne
men.
De heer Buijs acht deze school eveneens van geweldig nut en
ook hij beschouwt deze als een sluitstuk op het land/tuin
bouwonderwi j s
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen bij het ondervolgende
besluit
De Raad der gemeente Zundert in zijn openbare ver
gadering d.d. 31 Januari 1949;
gezien het ingekomen verzoek van het Hoofdbestuur van de
Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond te Tilburg, d.d. 18
Januari 1949, betreffende het oprichten en instandhouden van
een bijzondere Landbouwhuishoudschool in de gemeente Zundert
overeenkomstig artikel 25, 2e lid der Nijverheidsonderwijswet
1919;
gehoord het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
a. dat het noodzakelijk is dat in de gemeente Zundert overge
gaan wordt tot stichting en instandhouding van een Bijzon
dere Landbouwhuishoudschool op de voet van de Nijverheids
onderwijswet 1919;
b. aan het Hoofdbestuur van de Noord-Brabantse Christelijke
Boerenbond (Afdeling Onderwijs) gevestigd te Tilburg,laat
stelijk goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Augustus
1925 No. 24, subsidie toe te kennen voor de instandhouding
van de Bijzondere Landbouwhuishoudschool te Zundert, mits
de Kroon, de onderwijsraad gehoord, defoprichting en in
standhouding heeft goedgek^
Di
voorn
^HPtandbondi rig
SPPhbare lagere
gchool
De voorzitter brengt de Raad. dank voor het eenparig besluit
waarvan het belang voor de toekomst niet te becijferen valt.
IY. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot instandhou
ding van de openbare lagere school.
De voorzitter zegt, dat tot instandhouding vroeger jaarlijks
moest besloten worden. Bij de laatste wijziging van de Lager
Onderwijswet 1920 is evenwel bepaald, dat een besluit tot in
standhouding voortaan voor 3 jaar zal gelden.
De heer de Bie vraagt of die instandhouding verplicht is.
De voorzitter beantwoordt deze vraag bevestigend, slechts,zo
besluit de voorzitter, indien het aantal leerlingen beneden
8 daalt, is opheffing mogelijk.