l/d
L
h
en kwesties
- 26 - 8 - 1949 -
Hierna vraagt de heer de Bie het woord.
Deze zegt iets verder terug te zullen grijpen dan de voor
sitter, brengt de heer Kuijpers dank voor de steun, die
hij van hem mocht ondervinden gedurende de 20 jaren van zijji
raadslidmaatschap, en dankt ook de heren van Hassel, de
Bruijn en van Ginneken, voor de eerlijke en prettige sa
menwerking
Dan richt hij zich in het bijzonder tot de heer van Gin-
neken en memoreert, dat deze in September 1935 raadslid
werd en terstond tot wethouder en loco-burgemeester werd
gekozen. De samenwerking met de burgemeester, de andere
wethouder en de raad was al dadelijk goed. De heer van
Ginneken heeft steeds getracht niemand te kwetsen/met de
raad of burgemeester en wethouders te vermijden, hij was
steeds voor de gemeente beschikbaar.
In 1940 heeft de heer van Ginneken als loco-burgemeester
enige tijd voor ongekende moeilijkheden gestaan.
Hort nadien werd de raad uitgaschakeld en bleven alleen de
burgemeester Br. Brokx en de Wethouders van Ginneken en
Goetstouwers. De tijden werden toen steeds moeilijker.
Na de bevrijding keerde Br. Brokx niet terug. De heer van
Ginneken was toen enige tijd waarnemend burgemeester maar
zijn persoon werd toen niet geapprecieerd en men ontsloeg
hem als waarnemend burgemeester.
De fractie de Bie leefde toen met hem mee en koos zijn
partij
Tot slot betuigt hij mede namens wethouder Hense en de
fracties van Ginneken en de Bie en naar hij meent ook na
mens de overige raadsleden dank voor alles wat de scheidenj-
de als wethouder, raadslid, loco- en waarnemend burgemees
ter heeft gedaan en wenst hij hem een lange tijd van wel
verdiende rust toe.
Hierna vraagt wethouder van Ginneken het woord.
Het is hem een groot genoegen in de eerste plaats de
voorzitter te danken, die hij heeft leren kennen als hoog
staand mens en als eën eerlijk en vertrouwvol burgemeester
die de te behandelen zaken steeds duidelijk en uitgebreid
naar voren brengt. Hij spreekt de hoop uit, dat Zundert
onder leiding van burgemeester Manders een goede tijd tege
moet mag gaan. Zich richtende tot de raad in zijn geheel"
brengt hij dank voor de tot hem gerichte woorden en spreek
de hoop uit, dat hij het zijne er toe heeft mogen bijdra
gen om hier meer eenheid in de gemeente te brengen.
Hij memoreert dan dat hij in verband met zijn gezondheids
toestand afscheid van de raad heeft moeten nemen, dat hij
gedurende zijn ambtsperiode er naar gestreefd heeft in het
belang Van Zundert in de grote verdeeldheid meer eenheid tè
brengen, dat hij na Mei 1940 en na de bevrijding moeilijke
tijden heeft meegemaakt, welke echter zonder bijzondere
incidenten verliepen, al zijn zij niet geheel van complica
ties gevrijwaard.
Dan dankt hij speciaal hen, die in het bijzonder met hem
hebben samengewerkt, o.a. de heer van Hassel, die slechts
korte tijd wethouder is geweest en de heren Hense en Goet
stouwers en verder«kleden van zijn fractie van Bedaf en
van Alphen, met wien steeds de vriendschappelijkftfcrelaties
werden onderhouden.
De heer van Bedaf dankt hij voor het onderdak, dat hij
als onderduiker mocht genieten, toen het hem als loco-bur
gemeester te warm werd.
Ook de heren de Bie en Kuijpers, dankt hij voor het ver
trouwen en de samenwerking. Doch ook met de andere raads-
- 26 - 8 - 1949 -
Sluiting
leden heeft er steeds een goede verstandhouding bestaan en
van hen werd steeds vertrouwen ondervonden, waarvoor hij
ieder zonder uitzondering dankt.
Ten slotte betuigt hij dank aan de secretaris, die ook in
de moeilijke oorlogsjaren steeds een steun en een vriend is
geweest en wenst hem nog vele jaren van prima gezondheid in
dienst van de gemeente toe.
Met het uitspreken van de hoop, dat ook de toekomst de raads-
Irde-a vergadering^in dezelfde sfeer van vriendschap en ver
trouwen onder leiding van burgemeester Manders gehouden mo
gen worden in het belang der gemeente Zundert en tot voor
beeld voor anderen beëindigt de heer van Ginneken zijn dank
woord.
De heer Kuijpers, die hierna het woord^ verkrijgt, sluit
zich aan bij de woorden van deheer van Ginneken en brengtdank
aan de voorzitter voor de goede leiding, aan de heer de Bie
voor de uitstekende kameraadschap en aan alle overige leden
voor de prettige samenwerking.
De heer van Hasselt dankt de vorige sprekers voor de gewaar
deerde woorden. Ofschoon hij slechts korte tijd lid van de
raad is geweest, meent hij de wens te mogen uiten, dat ook in
de volgende zittingsperiode van de raad dezelfde geest van
goede verstandhouding moge heersen als in deze het geval is
geweest.
De Heer de Bruijn brengt dank voor de waarderende woorden,
die gesproken zijn en voor de goede samenwerking, en verklaart
dat hij niets anders heeft gedaan dan wat hij de plicht van
een goed raadslid achtte.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit de voorzitter de ver
gadering met het volgende gebed:
"God, wij danken U voor deze arbeid en bidden dat Gij hem
wilt doen gedijen en strekken tot heil der gemeente, welker
belangen aan onze zorgen zijn toevertrouwd.
Moge er vreda en welvaart heersen. Amen".
Raad vernoemd,
vGs/L