D
L
- 26 - 8 - 1949 -
onrendabele bouwkosten vast te stellen op de in de ontwerp
besluiten genoemde bedragen, welke gelijk zijn aan die wel
ke door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting zyn
vastgesteld.
Het opnieuw vast-4 VIII. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het op
stellen van de nieuw vaststellen van de verordening op de heffing
verordening op de van een straatbelasting.
heffing vim een
t j-P a^-Hno- 1)0 voorzitter leest het voorstel van burgemeester en wet-
soracrDeiaoUinn. houderSj dat luidt als volgt.
De thans geldende verordening op de heffing van een straat
belasting in deze gemeente, vastgesteld in de openbare ver
gadering van de Raad d.d. 22 Mei 1947, sedert dien gewij
zigd d.d. 11 Juni 1948, is goedgekeurd bij Koninklijk be
sluit van 17 November 1947, No: 65 en d.d. 28 Januari 1949,
No: 17, tot 1 Januari 1950*
Deze verordening voldoet heel goed en in de loop der jaren
is niet gebleken, dat veranderingen behoeven te worden aan
gebracht.
Wij bieden IJ derhalve ter vaststelling aan een ontwerp-ver
ordening straatbelasting gelijkluidend aan de thans gelden
de.
De Heer de Bie vraagt of de inwoners, die reeds een baat
belasting betalen voor de aanleg van een weg nu niet dubbel
belast zullen worden.
De voorzitter antwoordt, dat dit niet het geval is, maar
dat de baatbelasting een afzonderlijke belasting is b.v.
voor de aanleg van een bepaalde weg, terwijl de straatbelas
ting wordt geheven als bijdrage in de kosten van aanleg on
derhoud verlichting, schoonhouden enz. van alle wegen in de
gemeente.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders zonder hoofdelijke stemming besloten tot vast
stelling van de aangeboden ontwerp-verordening op de hef
fing van een straatbelasting.
Verlenen van me- IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het ver-
dewerking aan de lenen van medewerking aan de verbouwing en uitbrei-
vérbouwing en' ding van de R.K. Meisjesschool te Zundert.
De voorzitter leest het schriftelijk voorstel van burge-
llE^Tfi^lrffT?ster wethouders voor.
Hieraan voegt nij nog toe, dat burgemeester en wethouders
de voorgenomen uitbreiding en verbouwing voor de goede gang
van het onderwijs strikt noodzakelijk achten.
De heer de Bie vraagt dan, waarom de aanlegkosten van de
centrale verwarming niet in de opgegeven kosten begrepen
zijn.
De voorzitter antwoordt, dat t.z.t. de aanvraag voor de
aanleg van de centrale verwarming zal worden behandeld,
waarbij dan zal worden onderzocht of de kosten niet te hoog
zijn en eventueel of door die aanleg de aan het geven van
onderwijs te stellen eisen niet zullen worden overschreden.
Hierna verzoekt de heer de Bie de voorzitter nog mede te
delen of voortaan voor de twee gedeelten van de school twee
soorten van rentevergoedingen zullen worden betaald.
De voorzitter licht dan toe, dat voor de lokalen, welke
voor 1920 zijn gesticht ingevolge artikel 205 der lager On
derwijswet een rentevergoeding zal worden gegeven van 5%
der naar 80geschatte waarde, terwijl voor de kosten van
uitbreiding en verbouwing een rentevergoeding zal worden
gegeven overeenkomstig art. 84 der Lager Onderwijswet, wel-
- 26 - 8 - 1949
ke hoger zal zijn dan de 3% rentegevende nationale schuld
op de eerste beursdag van het jaar voor de verkrijger afwierp.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming op voorstel van bur
gemeester en wethouders als volgt besloten:
De Raad der gemeente Zundert;
gehoord het verzoek d.d. 8 Juni 1949, van het Bestuur der R.K.
Meisjesschool te Zundert, waarbij medewerking wordt gevraagd
voor de verbouwing en uitbreiding der É.K. Meisjesschool A.33
alhier, met 6 lokalen n.l. 3 voor het uitgebreid lager-onder-
wijs en 3 voor het voortgezet lager onderwijs;
overwegende, dat er blijkens het advies van de Inspecteur van
het lager onderwijs in de Inspectie Breda d.d. 6 Juli 1949,
waarbij tevens overgelegd is het advies van de Bouwkundig In
specteur van het Lager Onderwijs, geen bezwaar tegen bestaat,
dat aan de hand van het voorlopige ontwerp wordt overgegaan
tot de uitwerking van een definitief plan met bestek en kosten
raming
gelet op artikel 84 en 205 der Lager Onderwijswet 1920;
alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
17 Augustus 1949
besluit
aan het Bestuur der Bijzondere Meisjesschool A.33, "te Zundert,
medewerking te verlenen voor:
a, verbouwing der voor 1920 gestichte ingebouwde school voor
gewoon lager onderwijs, zoals aangegeven op de voorlopige
ontwerp tekeningen, welke bij opgemelde aanvrage zijn over
gelegd;
b. uitbreiding dier school met zes lokalen, n.l. drie voor het
Uitgebrèid Lager Onderwijs, en drie voor het Voortgezet
Lager Onderwijs.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad
d.d. 26 Aug*©\tus 1949/1
DEMD,
D VOORN
ARIS
Vaststelling: X.
van tegemoet
komingen voor
het bei zo eken
van scholen
voor uitge
breid en bui
tengewoon la-
:er onderwin s
en voor nijver
he 1 ds onderwijs
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het vast
stellen van tegemoetkomingen voor het bezoeken van scho
len voor uitgebreid en buitengewoon lager onderwijs en
voor nijverheidsonderwijs.
De voorzitter deelt mede, dat een aantal verzoeken zijn inge
komen om vergoeding voor het bezoeken van scholen voor_uitge
breid en buitengewoon lager onderwijs en voor nijverheidsonder
v/ijs.
De vergoedingen, zoals burgemeester en wethouders deze ter
"vaststelling aan de raad voordragen, zijn op een lijst ge
plaatst, die ter inzage heeft gelegen.
De voorzitter leest de voorgestelde vergoedingen voor.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de vergoedingen
vast te stellen overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders.