- verg. 7 - 1 - 194-9 - Deze behoefte wordt eerst dan zwaar gevoeld, indien in het algemeen belang gronden aan de cultuur onttrokken moeten woi den en de eigenaren/pachters van die gronden hun bedrijf be dreigd zien. Wijl in de naaste toekomst verschillende malen op cultuur grond beslag zal moeten worden gelegd (wij denken hier o.rn. aan enkele doorbraken, welke voor ontsluiting aan bouwgron den dringend noodzakelijk zijn), hebben wij ons beraden ovei de opheffing van de cultuurtechnische bezwaren, welke derge lijke onttrekkingen met zich brengen. Wij zijn tot de conclusie gekomen, dat bij onttrekking aan de cultuur belanghebbenden, naast eventuele schadevergoeding de gelegenheid moeten krijgen hun bedrijf op gelijke voet voort te zetten. Daarvoor is nodig, dat de gemeente de beschikking heeft over enige grond, welke zij zich kan verschaffen middels huulr. De Erven Leysen zijn n.l. bereid aan deze gemeente ongeveejr 5 H.A. onontgonnen heide-grond, gelegen in de Franse Mast tussen de Goorbaan en de Gaardse Baan in huur af te staan oj de voor woeste gronden gebruikelijke voorwaarden. (Een termijn van 5 jaren zonder huurbetaling, een volgende termijn van 5 jaren tegen een huursom berekend naar f.22.50 per H.A. en vervolgens naar f.45.- per H.A.). Gp bijgevoegde situatie-tekening zijn die gronden duidelijk aangegeven. ©eze gunstige gelegenheid menen wij niet te mogen laten voorbijgaan, weshalve wij Uw Raad beleefd voorstellen te be sluiten tot huur van de door ons bedoelde gronden, waartoe wij een concept-besluit bijvoegen. Zundert, 5 Januari 1949. Burgemeester en Wethouders van Zundert, ecfigtaris, Hierna zegt de voorzitter nog, dat het moeilijk te zeggen is of en wanneer er behoefte aan deze grond zal komen, maar dat deze gunstige gelegenheid niet ongebruikt mag blijven. Het is niet de bedoeling, dat de gemeente winst maakt:zij wenst zich slechts het recht te verschaffen aan bepaalde peif- sosmen grond te verpachten. Be Erven Leysen nemen dan aanstonds de pachters over. De bedoeling is dus, zo besluit de voorzitter, bepaalde perso nen, die grond moeten afgeven, in grond schadeloos te stel len, waaraan zij dan zelf arbeid en mest moeten besteden. Dit voorrecht om op deze voorwaarden grond in reserve te krii gen menen Burgemeester en Wethouders niet te mogen laten pas seren. De heer de Bie wil over deze zaak graag een woordje zegger. Hij vindt het heel goed bekeken om mensen, die gedupeerd wolf den, te helpen. Het blijft echter altijd moeilijk, want er kan nooit precies alles teruggegeven worden. Met 5 H.A. grond achter de hand kan er wel een moment ko men, dat de grond niet in exploitatie is en de gemeente,toch kosten heeft, welke spreker becijfert op maximaal f.225. per jaar, welk risico zonder bezwaar gedragen kan worden. Spreker verklaart zich vóór het voorstel. De heer Buijs sluit zich aan bij de heer de Bie en vraagt o - verg. 7 - 1 - 1949 - de toekomstige huurder zelf moet ontginnen. De voorzitter bevestigt dit en zegt nog, dat de uitgifte een beleidskwestie is in verband met de schadeloosstelling. De heer de Bie vraagt of de huur te eeuwigen dage blijft lo pen, waarop de voorzitter antwoordt, dat de gemeente er desge- ¥?enst morgen weer vanaf kan. De heer de Bie vindt dat van belang omdat er mogelijk ooit een betere gelegenheid komt. De heer de Meijer meent, dat vroeger de pacht eerst inging bij ontginning. Hij weet, dat naar de betreffende grond veel vraag is en adviseert de huur direct vast te leggen, De heer Verheyen verklaart zich logisch voorstander van dit voorstel, maar wil ook de keerzijde der medaille zien. Hij vraagt in verband daarmede of als iemand aan de gepachte grond geen behoefte meer heeft, deze grond terugkomt aan de gemeente of aan de Erven Leysen, waarop de voorzitter zegt, dat de ge meente bij uitgifte der gronden de Erven Leysen weer inscha- k0X"t 0 De heer de Meyer informeert of Burgemeester en Wethouders reeds plannen hebben over de uitgifte, omdat de gronden veel verschil in kwaliteit vertonen; hij vraagt daarna nog de opper vlakte in kleine percelen uit te geven om meer mensen te kun nen helpen. De voorzitter zegt, dat Wethouder Hense een en ander vooraf bespreekt en dat Burgemeester en Wethouders daarna beslissen; het-is, zo besluit de voorzitter, de bedoeling aan iemand van wie b.v. 50 aren grond is afgenomen, 50 aren grond weer te ge- ven. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen bij het ondervolgend be sluit De Raad der gemeente Zundert gezien het voorstel, d.d. 5 Januari 1949, van Burgemeester en Wethouders dier gemeente; besluit gerekend met ingang van 1 Januari 1949 voor onbepaalde tijd van de Erven Leysen te huren een oppervlakte van ongeveer 5 H.A. onontgonnen heide-grond, deel uitmakende van de percelen kadastraal bekend gemeente Zundert, Sectie D.nos:90G en 902 te gen een huursom, voor één termijn van 3 jaren, aanvangende op 1 Januari 1949, berekend naar nihil per H.A. per jaar. voor de tweede opvolgende termijn van 3 jaren, berekend naarf.22,50 JJ en vervolgens berekend naar..45. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 U anuari 1949. De^flaad voo moerad, De_ Secretari sy. Vervolgens worden de heren H.F, Luijckx, H.A. van Erk en G.J. van Geffen in de vergadering toegelaten. De voorzitter biedt verontschuldigingen aan, omdat deze heren even hebben moeten wachten en zegt vervolgens, dat de Raad het op hoge prijs stelt, dat zij hier aanwezig zijn in verband met voltrokken mutatien in functies, welke hij een voor een wil be kijken.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1949 | | pagina 15