- verg. 30-1-4-8 -
De Heer de Bie wil, hoewel onvoorbereid en zonder voorken
nis van iemand, graag het volgende zeggen: "Mijnheer de
Voorzitter, U hebt zo juist gesproken en ons voor de goede
"wensen en medewerking bedankt. Wij allen zijn zeer ge trof-
"fen door hetgeen U hebt gezegd. Ik kan hier weinig meer
"aan toevoegen dan dat ik U wederkerig voor Uw goede wensen
"bedahk en U, Mevrouw en de kinderen, nogmaals een zeer ge
lukkig Nieuwjaar toewens, terwijl ik tevens wil verklaren,
"dat ik U gaarne alle medewerking zal geven."
Ook de heer Buis zegt, zich geheel aan de woorden van de
heer de Bie te kunnen aansluiten. Namens zijn fractie wenst
hij de Voorzitter en zijn gezin al het beste toe. Ook hij
hoopt, dat de goede samenwerking, die er bestaat, voortgang
zal vinden.
Vaststelling open I. Vaststelling openstaande notulen.
staande notulen. De Voorzitter vraagt, of de leden bemerkingen hebben begen
-2.O7.5I. de notulen van de vergadering van 28 November 194-7» welke
ter inzage hebben ge legem. Been der leden heeft daartegen
enige bemerking, zodat zij ongewijzigd worden goedgekeurd
en vastgesteld.
Ingekomen stuk- II. Ingekomen stukken, Ingekomen zijn:
ken. 1. Een besluit van Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd.
14 Januari 1948, G. nr., 1046, waarbij de beslissing op
het raadsbesluit van 3 September 1947 tot aanwijzing als
tak van dienst van de dienst gemeentewerken en tot vast
stelling ener beheersverordening voor deze dienst, met
ten hoogste twee maanden wordt verdaagd;
2. Vier Rapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie
en Einanciële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Ge
meenten, dd. 27 November 1947» houdende controle op het
4e kwartaal 194-7 van kas en boeken, c.q. administratie,
van:
a. Gemeente-ontvanger
b. diverse kassen ter secretarie;
c. distributiediensten
d. Burgerlijk Armbestuur.
Geen dezer controles gaf aanleiding tot het maken van e-
nige opmerking;
3. Een besluit van Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd.
10 December 1947 G. nr. 901, houdende goedkeuring aan het
raadsbesluit van 28 November 194-7 tot het aangaan ener
kasgeldlening, groot 300.000,-, met de N.V. Noord-Hol
landse Levensverzekering Maatschappij te Alkmaar;
4. Idem van 3 December 194-7 G. nr. 628, houdende goedkeuring,
aan het raadsbesluit van 22 Mei 194-7 tot verhuur van 10
woningwetwoningen;
5. Een koninklijk Besluit van 17 November 1947 no. 65» hou
dende goedkeuring aan het raadsbesluitvan 22 Mei 194-7»
waarbij wordt vastgesteld een verordening op de heffing
van een straatbelasting;
6. Een besluit van Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd.
17 December 1947 G nr. 889, houdende goedkeuring aan het
raadsbesluit van 28 November 1947 tot wijziging van de
REGELEN met betrekking tot de controle op het geldelijk
beheer en de boekhouding van de ontvanger en andere re-
kenplichtige ambtenaren der gemeente Zundert;
7. Idem dd. 17 December 1947 G av. 627, houdende goedkeuring;
aan het raadsbesluit van 28 November 194-7 tot verhuur
van een perceel bouwland aan Ch. van Bergen, alhier.
III. Voorstel
- verg. 30-1-4-8
Vaststelling III. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling
oegroting 1948 gemeente-begroting, dienstjaar 1948.
De Voorzitter zegt, dat de begroting, begin dit jaar, door de
heren reeds is bekeken. Hij wil nog opmerken, dat de bijzondere
bijdrage van het Rijk 53.34-8,17 zal moeten bedragen.
De heer de Bie dacht, dat deze bijdrage 35*000,- groot was.
De Voorzitter merkt op, dat oorspronkelijk dit bedrag ook in
de begroting werd opgenomen. Hierin moest echter verandering ge
bracht worden, omdat bij de samenstelling der begroting teveel
rekening werd gehouden met de cijfers over 1947.0m een sluiten
de begroting te krijgen, hetgeen het Rijk wil, is de thans op
genomen bijdrage nodig. Het vervelende van de geschiedenis is,
zegt de Voorzitter, dat door het verlenen van een bijdrage, het
Rijk ook medezeggingsscnap gaat krijgen en de bevoegdheid heeft
in onze begroting te gaan schrappen. Dat is minder aangenaam.
De heer de Bie zegt, dat de Voorzitter er zijn Nieuwjaarsrede
maar bij over moet leggen. Daaruit blijkt voldoende wat er al
lemaal nog te doen is.
e^Voorzitter vraagt hierna of de heren nog bespreking der be-
proKi^g wensen.
De heer Bedaf zegt: Ik heb het laatst over die bouwkwestie ge
had. Bestaat de mogelijkheid, dat we ons van bouw-, woning- en
welstandstoezicht ontslaan
De Voorzitter zegt, dat, wat het bouw- en woningtoezicht be
treft, de overeenkomst met één jaar kan worden opgezegd. De op
zeggingstermijn voor het welstandstoezicht bedraagt, naar de
Voorzitter meent, drie jaar. Vooral ten opzichte van dit laat
ste wil de Voorzitter opzegging ten sterkfete ontraden.
De heer Bedaf zegt er zeer op te staan, dat tot opzegging be
sloten wordt. We hebben au een technisch ambtenaar, die in stadt!
moet zijn deze aangelegenheden te regelen. Zoals de zaak nu is,
is het een ware lijdensweg. Wat bouw-, woning- en welstands
toezicht doet, daartoe zijn Burgemeester en Wethouders, tezamen,
met de technisch ambtenaar, ook in staat. Ofwel bouw-, woning-
en welstandstoezicht danwel de technisch ambtenaar is teveel.
Een van de twee moet eruit.
Wat het uitbreidingsplan betreft, dat loopt al 13 of 15 jaar
en dat is nóg niet vastgesteld. En zó komt het er ook niet door
want van dat uitbreidingsplan deugt niets. Siebers en van Dael
denken wel, dat ze het weten, maar met het uitbreidingsplan
hebben zij het mis. Geen enkel goed raadslid met gezond ver
stand kan zich daarmee verenigen. Het wordt tijd? dat Burge
meester en Wethouders met van Geffen de leiding in handen ne
men.
De Voorzitter zegt, dat, vooral in de tegenwoordige tijdsom
standigheden, bouw-, woning- en welstandstoezicht aan kritiek
onderhevig is. Het is de Voorzitter echter bekend, dat de arab-
tenaar van den Hurk in zeer veel moeilijke gevallen toch zijn
uiterste best heeft gedaan. De toestand is evenwel moeilijk.
Hij zou niet durven zeggen of de zeer uitgebreide taak nu al op
de schouders van de heer van Geffen gelegd kan worden. Hij zou
daarom liever wat voorzichtigheid betrachten, temeer daar bet
bouw-, woning- en welstandstoezicht eigenlijk provinciaal is
geregeld en dit eveneens zijn specifieke moeilijkheden geeft.
De Voorzitter wil daarom liever eerst eens poolshoogte nemen.
Hij zou eerst willen nagaan, welke moeilijkheden er zich kunnen
voordoen, indien er van de aangegane overeenkomst wordt afge
stapt. Zeer zeker is er kritiek, maar daar staat tegenover, dat-
de heer van den Hurk een ambtenaar is, die zich aan zijn voor
schriften heeft te houden. Daarbij komt ook nog, dat bouw-, wo
ning- en welstandstoezicht aan de Raad ondergeschikt is. Het
ware