f - verg. 8 - 12 - 1948. verstrekt. 2. Voor de crediet-rentegetallen wordt 1 per jaar vergoed^ a. De debet-rente mag niet meer bedragen dan 1/2 boven he promesse-disconto van de Nederlandse Bank met een minimuto van 5 1/2 b. van iedere wijziging der rentepercentages wordt door de Bank ten minste één maand tevoren aan credietneemster kennis gegeven. 3. Het ophouden der lopende rekening heeft plaats en het door de credietneemster verschuldigde debetsaldo moet,on verminderd het hierna sub 9 bepaalde, worden terugbetaal^ uiterlijk op 31 December 1949. 4. De credietneemster zal de juistheid der boekingen van de Bank per in te zenden saldobiljet bevestigen, zo dikwijls dit door de Bank wordt gevraagd. 5. De Bank zal aan de Ontvanger van de credietneemster geen gelden uitbetalen (onverschillig of dit geschiedt in min dering van een credietsaldo dan wel daardoor een debet saldo ontstaat of wordt verhoogd) dan na overlegging van een namens het college van Burgemeester en Wethouders schriftelijk gedagtekende verklaring, dat het de opname van het daarin vermelde bedrag goedkeurt. 6. De credietneemster zal op de eerste vordering van de Banty: en wel uiterlijk binnen drie dagen daarna aan deze afge ven promessen in coupures en met vervaldagen als door de Bank te bepalen, gesteld aan de order van de Bank of van derden, betaalbaar ten kantore der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven of ten kantore ener door dez^ Coöperatieve Centrale Boerenleenbank aan te wijzen bank instelling, tot zodanig bedrag als de credietneemster tei dage, waarop de Bank van haar recht gebruik maakt, aan do ze zal schuldig zijn, voor welk bedrag de credietneemstef nadat de promessen door haar zijn betaald, in de boeken der Bank zal worden gecrediteerd, terwijl tot aan die be-j* taling de oorspronkelijke schuld blijft voortbestaan. Blijft de credietneemster in gebreke ten opzichte van de afgifte dier promessen, dan is voor elke dag vertraging een boete verbeurd van vijftig gulden, onverminderd de overige rechten aan de Bank toekomende uit hoofde dezer nalatigheid. De zegelkosten dier promessen komen ten las-f* te van de credietneemster. 7. Alle rechten van zegel en registratie dezer acte en alle kosten, waartoe dit contract aanleiding mocht geven,daarf onder begrepen die van opzegging en van gerechtelijke en buitengerechtelijke invordering,waaronder ook eventuele advocatenkosten, komen ten laste van de credietneemster. Eveneens komen ten laste van de credietneemster alle be lastingen, welke bij betaling van rente verschuldigd zijh of deswege in de toekomst nog geheven mochten worden.De Bank wordt gemachtigd de rekening van de credietneemster voor deze bedragen te debiteren. 8. De credietneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit der overtreding van een of ander beding of van een of andere verplichting en door het enKkele verloop van de tijd, zonder dat een bevel of soortgelijke acte zal - nodig zijn. 9* Bij het niet voldoen aan een of meer der bovenstaande be-' palingen, bij opheffing van de credietneemster is de ge hele schuld onmiddellijk opeisbaar, zonder dat enige voor - verg. 8 - 12 - 1948 - afgaande ingebrekestelling of soortgelijke acte zal nodig zijn. Tenslotte verklaart de credietneemster, dat krachtens het hier voor bedoelde besluit nog geen gelden zijn opgenomen, zodat de credietneemster gerechtigd is dit crediet bij de Bank aan te gaan. Aldus vastgesteld in de openbare vergade ring van 8 December 1948. De Raad voornoemd, De_Secretaris, .diening VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aan- ,000.==. gaan van een kasgeld-lening voor 1949t groot f200.000,- De voorzitter zegt, dat er thans een kasgeld-lening loopt van f.300.000,=. Omdat er momenteel nogal middelen zijn willen Burgemeester en Wethouders de lening terugbrengen op f200.000. hetgeen een rente-besparing oplevert van f.1.750,=. De lening loopt één jaar met bevoegdheid tot vervroegde af lossing dezerzijds. De rente is gelijk voorheen 1 3/4 Op een desbetreffende vraag van de voorzitter, heeft nie mand iets te zeggen, weshalve zonder hoofdelijke stemming het voorstel wordt aangenomen bij ondervolgend besluit. De Raad der gemeente Z U N D E R T gehoord het voorstel van Burgemeester en Wethouders dier ge meente; besluit: met de Postchèque- en Girodienst met ingang van 31/12-'48 voor de duur van één jaar een kasgeldlening, groot f.200.000,= aan te gaan tegen een rente, berekend naar 1 3/4 per jaar, met bevoegdheid tot opzegging, indien de kaspositie der gemeen te of omzetting in een vaste lening, daartoe aanleiding geeft, op 30 Juni 1949 of 30 September 1949f met inachtneming van een opzeggingstermijn van 14 dagen. In de deswege op te maken overeenkomst zullen de navolgende voorwaarden worden opgenomen. Artikel 1. De uitbetaling zal geschieden door overschrijving bij de Hoofdbank van de Nederlandse Bank, ten gunste en op naam van geldneemster. Deze overschrijving zal eerst geschieden na overlegging door geldneemster van een schuldbekentenis, opgemaakt overeen komstig het ontwerp van geldgever. Artikel 2. Uiterlijk vier dagen na de overschrijving zal de geldneem ster aan de Directeur van de Rijkspostspaafcbank doen toekomen een door de gemeente-ontvanger getekende verklaring, opgemaakt overeenkomstig het ontwerp van geldgever. Is de vijfde dag na de overschrijving voormelde verklaring niet in het bezit van genoemde Directeur, dan zal geldneemster aan geldgever naast de overeengekomen rente bovendien een boe te verschuldigd zijn van vijf en twintig gulden (f.25,*0 voor elke dag, waarop de verklaring later dan de vijfde dag na de overschrijving in het bezit van genoemde Directeur zal zijn,

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1948 | | pagina 54